Hoe de Copa Libertadores steeds meer de Champions League wordt

© GETTY
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Ook in Zuid-Amerika trekt de macht van het getal de oude waardeverhoudingen steeds schever. Waar hier de Engelse ploegen de Europese scene domineren, is het ginder Brazilië. Al kan vandaag/zaterdag daardoor wel een Belg de Copa Libertadores, de belangrijkste trofee voor clubs, winnen.

Alle ogen van de voetballiefhebber in Zuid-Amerika zijn dezer dagen gericht op Montevideo, Uruguay. In het mythische Centenario van Montevideo zagen ze vorige week al de finale van de Sudamericana, met wat goeie wil vergelijkbaar met onze Europa League. Een oude bekende zat daar toen in het winnende kamp: Fernando Canesin, ex-Anderlecht en KVO, viel in de 82e minuut in en hielp zijn ploeg Atlético Paranaense tegen Bragantino aan de eindzege (1-0).

Vandaag/zaterdag is er een nieuwe finale, die van de Libertadores, in dat stadion, waar in 1930 de finale van de eerste World Cup werd gespeeld: dan staan Flamengo en Palmeiras tegenover mekaar. Met opnieuw een oude bekende in het kamp van de ploeg die favoriet is (Flamengo): Andreas Pereira. Braziliaan van nationaliteit, Belg van geboorte. Zijn vader, Marcos, voetbalde hier, bij onder meer STVV. Andreas speelde nog voor de Belgische nationale jeugdelftallen, maar koos later voor zijn vaders land. Manchester United, de ploeg waar hij werd opgeleid, leende hem vorige zomer voor een jaar uit aan de populairste ploeg van Brazilië. Daar is hij veelal basisspeler, ook in de halve finales van de Copa Libertadores. De kans is reëel dat hij een belangrijke rol speelt in de finale.

Palmeiras, de tegenstander, kan daarin om meerdere redenen geschiedenis schrijven. De ploeg zou, na Boca Juniors in 2000 en 2001, pas het tweede team zijn dat dit millennium zijn titel kan verlengen. En wel met een primeur: de eerste ploeg worden die, sinds de competitie in 1960 het licht zag, in hetzelfde kalenderjaar twee keer de Libertadores wint. De vorige editie werd immers vanwege de coronacrisis met enige vertraging afgewerkt. In een leeg Maracaná won Palmeira op 30 januari met 1-0 van Santos.

Die zege was toen het slotstuk van een campagne die vooral steunde op een goeie organisatie. Een vierde plaats op het WK voor clubs twee weken later – na Bayern, het Mexicaanse Tigres en het Egyptische Al-Ahly – bracht bij de clubleiding het besef dat de ploeg offensief wat sterker mocht. Voldoende voor een nieuwe finale tien maanden later, al is dit keer Flamengo wel favoriet. Daar is de offensieve power veel groter. In de Braziliaanse Serie A staat de volksploeg uit Rio, waar David Luiz een laatste onderkomen vond, ook boven de ploeg uit São Paulo.

Dominantie

Zowel de Sudamericana (het equivalent van de Europa League) als de Libertadores waren/zijn in de eindstrijd een Braziliaans onderonsje. Voor de Copa Libertadores is dat al het tweede jaar op rij. De laatste drie edities kenden allemaal een Braziliaanse winnaar.

De Braziliaanse dominantie was dit seizoen absoluut. Net als onze Champions League wordt er in de Copa Libertadores ook met een groepsfase gewerkt. In acht groepen streden telkens vier teams om bij de laatste zestien te komen. Van die acht groepen werden er vijf gewonnen door een Braziliaanse ploeg. Een zesde plaatste zich als tweede voor de laatste zestien. Vijf van die zes kwalificeerden zich ook voor de kwartfinales, waarvan er eentje twee Braziliaanse ploegen tegenover mekaar zette. Met drie gingen ze uiteindelijk naar de halve finales, waar de enige niet-Braziliaanse ploeg, Barcelona uit Ecuador, werd geëlimineerd.

Een andere grootmacht, Argentinië, liet van zijn pluimen. Van de zes Argentijnse clubs in de achtste finales overleefde er maar eentje die ronde: het pas in eigen land tot kampioen gekroonde River Plate, dat in de kwartfinale werd gewipt door Atlético Mineiro, de ploeg van Hulk en Diego Costa.

De supporters van Palmeiras maken zich op voor een twee opeenvolgende eindzege in de Copa Libertadores.
De supporters van Palmeiras maken zich op voor een twee opeenvolgende eindzege in de Copa Libertadores.© Belga Image

Toeval?

Wat (steeds meer) telt is de macht van het getal, zeggen specialisten aan de andere kant van de oceaan. Om te beginnen de vijver: Brazilië telt ongeveer evenveel inwoners als de andere negen landen van de Conmebol samen. Meer potentiële voetballers dus. Brazilië mag ook het grootste aantal deelnemers aan deze beker inschrijven: acht teams in totaal. Het land is economisch ook de grootste macht op het continent, puurt het meeste uit zijn televisiecontract, doet de meeste transfers (nog een bron van inkomsten) met Europa, is ook het beste gestructureerd op opleidingsvlak en wordt gediend door een recente verandering aan het format.

Er mogen nu namelijk meer teams uit de grote landen deelnemen én de competitie werd daardoor over de tijd uitgerekt. Tot 2016 liep de Copa Libertadores van februari tot juli, binnen één transferwindow. In 2017 werd dat veranderd. Nu loopt de Copa Libertadores over een heel kalenderjaar, met duels van februari tot november, ook tijdens onze zomer, de winter op dat continent. Een winter die in de meeste landen zorgt voor een break in het voetbal, behalve in Brazilië, waar ze doorspelen. Met bovendien ook nog een extra transferperiode. Brazilianen, economisch sterker, kopen bij en proberen zich te versterken, terwijl ze in economisch zwakkere landen vooral moeten verkopen. Nu de overheid het Argentijnse televisiecontract niet meer beheert – de facto forse staatssteun voor de voetbalploegen – en de impact van de crisis daar, vallen ook zij terug. De Braziliaanse teams zijn stilaan te sterk voor iedereen. Allicht is dit een trend die we de volgende jaren nog gaan zien.

De macht van het getal spreekt en doet dat steeds luider nu een Copa Libertadores de laatste jaren ook steeds meer prijzengeld oplevert. De rijken worden zo nog rijker, als ze het geld verstandig beheren. De laatste ploeg uit een kleiner land in de finale was het Colombiaanse Atlético Nacional in 2016. Independiente delle Valle uit Ecuador was toen de andere finalist. Sinds de ingreep in het format kwamen alleen teams uit Argentinië of Brazilië nog in de eindstrijd. In de kleinere landen dromen ze van een herverdeling van het prijzengeld, dat nu vooral gaat naar ploegen die ver komen. Ze kunnen nu slechts hopen op een uitgekiende jeugdpolitiek in combinatie met het concentreren van het beste talent uit het hele land voor dat wordt weggekocht, niet alleen door Europese ploegen, maar ook door de MLS. Dat is wat Barcelona uit Ecuador dit jaar ver bracht.

Flamengo in de Champions League

Het is niet al goud wat blinkt in Brazilië. FC São Paulo moest onlangs Dani Alves laten terugkeren naar Europa. Het kan zijn loon niet meer betalen. Eerder zaten Palmeiras en Flamengo ook al in financiële moeilijkheden. Maar daar raakten beide teams uit.

Flamengo, al winnaar van de Copa Libertadores in 2019, kijkt zelfs naar de centen van de … Champions League. Flamengo is de ploeg die vorige zomer Gerson aan Marseille verkocht (25 miljoen euro) en het jaar voordien Reinier aan Real Madrid (30 miljoen). Een paar weken geleden lekten de plannen uit om met een consortium dat banden heeft met de ploeg te investeren in het Portugese CS Tondela.

Tondela is een klein team uit de Portugese hoogste afdeling, voetballend in een klein stadje in het centrum van het land. Palmares: blanco. Maar de Braziliaanse investeerders onderzoeken of daar een overname met groeipotentieel in zit. CS Tondela moet niet alleen een doorgeefluik van jong talent uit Rio (en omstreken) worden, maar ook als club een doorstart maken. Doel: de Portugese top en als het even kan daarna de Champions League.

Zo kan Flamengo straks van twee walletjes eten qua prijzengeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content