Hoe mummies Paolo Guerrero op het WK kregen

© BELGAIMAGE
Steve Van Herpe
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Het bewijs dat aangevoerd werd om de van cocaïnegebruik beschuldigde Peruaanse spits in Rusland te krijgen, was nogal speciaal…

Dat hij in de 61e minuut van de wedstrijd tegen Denemarken mocht invallen, heeft Paolo Guerrero (34) eigenlijk te danken aan drie bevroren Incakinderen, zo meldde de BBC vorige week. Die werden in 1999 op de top van een vulkaan gevonden in het Andesgebergte op de grens tussen Chili en Argentinië. De drie lagen daar al ongeveer vijf eeuwen lang. In vriestemperaturen op een hoogte van 6000 meter waren ze perfect bewaard.

In hun haar werd benzoylecgonine gevonden, dezelfde substantie die door de FIFA in Guerrero’s urine aangetroffen werd. Benzoylecgonine is een onderdeel van cocaïne. Wil dat zeggen dat de bevroren Incakinderen cocaïne gesnoven hadden? Nee, dat kan niet, want de drug werd voor het eerst gemaakt door de Duitse chemicus Albert Niemann in 1859, lang nadat de mummies in de Andes gevonden werden.

Die substantie moest dus in hun lichaam geraakt zijn op een andere manier. Het zou dezelfde manier blijken te zijn als waarop Guerrero vermoedelijk besmet raakte.

Thee

De spits heeft altijd volgehouden dat hij nooit cocaïne gebruikt heeft, maar dat zijn positieve test in oktober 2017 er kwam na het drinken van thee. Dat is niet eens zo’n gekke bewering, want in Peru is de consumptie van thee op basis van cocabladeren de normaalste zaak van de wereld. Vroeger, in de tijd van de Inca’s, kauwden de mensen zelfs op cocabladeren om hoogteziekte tegen te gaan.

Guerrero vertelde aan de FIFA dat hij, toen hij destijds bij de nationale ploeg zat, twee keer een thee dronk omdat hij de griep had: een anijsthee en een thee op basis van limoen en honing. Misschien was er een misverstand gebeurd en had hij een thee op basis van cocabladeren gekregen?

De FIFA had in eerste instantie geen oren naar zijn uitleg, maar toen hij in beroep ging, voerde hij ter verdediging een Braziliaanse biochemicus op. Die zei dat de concentratie van benzoylecgonine in Guerrero’s urine veeleer deed vermoeden dat hij cocathee gedronken had dan dat hij cocaïne genomen had.

Kortom, er was genoeg twijfel gezaaid om zijn schorsing op te heffen. Met dank aan de Inca’s!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content