Hoeveel Martinique zit er nog in Axel Witsel?

© Belga Image
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Vergeet de miljoenen euro’s die hij elk jaar opstrijkt in China, vergeet zijn 88 caps bij de Rode Duivels, vergeet zijn onbezonnen tackle op Marcin Wasilewski nu bijna tien jaar geleden. Het echte verhaal van Axel Witsel schuilt in het overzeese Franse eiland Martinique.

Dit artikel verscheen eerder in de special Rode Duivels van Sport/Voetbalmagazine voor het WK in Rusland

Ooit waren de Békés, de blanke creolen die rechtstreeks afstammen van de eerste Europese kolonisten, met zo’n 10.000 op Martinique, een puistje van zo’n 1100 vierkante kilometer aan de overkant van de Atlantische Oceaan. Een deel van hun rijkdom hadden ze te danken aan een lucratieve deal die ze in 1848 konden sluiten: in ruil voor de vrijlating van zo’n 65.000 slaven kregen ze een riante compensatie. Omgerekend zou het gaan om enkele honderden miljoenen euro’s. De invloed en macht van de Békés, smalend de laatste overheersers van Martinique genoemd, reikte van de hoofdstad Fort-de-France tot in Parijs en werd gedoogd door de overwegend niet-blanke bevolking op het eiland. Tot een sociaal conflict tussen het patronaat en het werkvolk in 2009 uitmondde op een rassenkwestie. Alain Huyghes-Despointes, een vooraanstaande Martinikaanse Béké, deed de bom ontploffen door openlijk de slavenarbeid te vergoelijken en de rassenvermenging uit te spuwen. Volgens de locals vertelde Huyghes-Despointes luidop wat veel Békés tussen de vier muren van hun riante koloniale huizen debiteerden.

Voor veel Martinikanen was de maat dan vol. La Martinique est à nous, la Martinique c’est pas à eux. Martinique is van ons, niet van hen. De slogans sloegen een wig tussen de twee groepen. De mythe dat Frankrijk dankzij de black-blanc-beur-generatie van 1998 een perfecte regenboognatie was geworden, werd snel doorprikt.

Lijdensweg

Een halve eeuw geleden, toen Thierry Witsel nog op Martinique woonde, zou het relletje zomaar gepasseerd zijn. In het Martinique van papa Witsel hebben mensen andere zaken aan hun hoofd dan straatprotesten te organiseren tegen de grote sociale ongelijkheden. Het leven op het minuscule eilandje is een dagelijkse struggle om eten op tafel te krijgen. ‘Eten was echt een item thuis. Ik moest soms met een lege maag de dag doorkomen’, vertelt Thierry Witsel. ‘Als kleine jongen heb ik dus geleerd om mijn plan te trekken. Wanneer mijn grootmoeder mij voor de zoveelste keer naar het dichtstbijzijnde riviertje stuurde om de was te doen, dan ging ik niet in discussie. Het was gehoorzamen of een paar kletsen krijgen met de riem. Ik ging niet naar school – mijn grootmoeder leerde ons lezen – maar ik moest wel bijklussen op een suikerrietplantage. Beeld je in: een broekventje dat met een coutelas, een soort machete, suikerriet moet kappen. Aan dat karweitje heb ik een litteken overgehouden. Dat zijn dus zaken die mij tot het einde van mijn leven zullen bijblijven. Op dat vlak ben ik blij dat mijn kinderen in België zijn opgegroeid.’

Op zijn achtste komt er een einde van de lijdensweg van de kleine Thierry wanneer hij in Europa herenigd wordt met zijn moeder, die in België samenwoont met monsieur Etienne Jacques Witsel. Thierry en zijn broers David, Dalbert en Roland worden prompt geadopteerd door meneer Witsel en erven zijn familienaam. ‘Tijdens de vlucht naar Parijs was ik doodziek’, herinnert Thierry Witsel zich. ‘Toen het vliegtuig geland was op de luchthaven van Charles de Gaulle heb ik alles overgegeven wat ik in mij had. En dan moest ik nog kennismaken met de koude. In Martinique hebben wij het regenseizoen, maar sneeuw was iets nieuws voor mij. Ik had wel voor het eerst een stevig dak boven mijn hoofd. Op Martinique waren de vergezichten fantastisch. Maar wat ben je ermee als je in een hutje woont zonder isolatie en waar de regen zomaar door kan?’

Verpauperde wijk

Thierry Witsel woont een tijdje in bij familie van zijn moeder in de Parijse gemeente Aulnay-sous-Bois en van daaruit trekt hij naar de Rue de Hesbaye 39 in de Luikse wijk Sainte-Marguerite. Maar de roots van de Witsels zitten diepgeworteld in Fort-de-France. Thierry Witsel is eigenlijk een Rolle Toussaint, een veel voorkomende familienaam op Martinique. Maar de vader van Thierry laat behalve een kroostrijk gezin geen enkel spoort achter. Bij Whitney, de vier jaar jongere zus van Axel, is de nieuwsgierigheid dan al een tijd gewekt – in het middelbaar gaf ze ooit een spreekbeurt over haar Martinikaanse roots. In de zomer van 2013 trekt ze er samen met haar vriend op uit in de Caraïben, met de vaste overtuiging dat ze ter plekke de stamboom van de familie Rolle Toussaint zal kunnen schetsen. ‘Je zou denken dat mijn zoektocht gemakkelijk was omdat mijn broer een bekende voetballer is. Maar de naam Witsel is onbekend in Martinique. Familieleden zullen de link nooit leggen.’

Whitney moest het dus doen met vage aanknopingspunten. ‘Ik heb op een dag de naam Rolle Toussaint aan een gids gegeven en hij heeft ons naar een verpauperde wijk gebracht in Fort-de-France waar hij vermoedde dat mijn familie zou wonen. Maar ik heb er niemand durven aanspreken. In een van de telefoonboeken van ons hotel heb ik gezocht naar mensen met de familienaam Rolle Toussaint, maar opnieuw sloeg de stress toe. Ik heb nooit de moed gehad om effectief een nummer in te tikken. Met mijn vader in de buurt had ik wellicht doorgezet.’

Enkele jaren voordien was Axel Witsel met zijn maatje Thomas Phibel, van 2007 tot 2012 actief bij Standard, Brussels en Antwerp, naar Guadeloupe geweest. Ze maakten toen ook een tussenstop op Martinique, maar voor de Rode Duivel was het puur vakantie. Hij ondernam geen enkele poging om zijn grootvader en aanverwante familieleden terug te vinden. ‘Axel is net als ik heel nieuwsgierig naar zijn roots. Het is alleen minder uitgesproken. Hij praat er niet over, maar hij is er wel mee bezig. We hebben afgesproken dat we binnenkort allemaal naar Martinique zullen afreizen. Vooral voor mijn vader zal dat een emotionele trip worden.’

Axel Witsel
Axel Witsel© Belga Image

Intussen is het al 42 jaar geleden dat Thierry Witsel zijn eiland heeft gezien. Hij verwacht er een ander land te zullen aantreffen dan in de jaren zeventig. De spanningen tussen de 2500 overgebleven Békés en de ruim 390.000 andere inwoners, zijn gaan liggen. Al worden de Békés nog altijd verfoeid door de zwarte bevolking. Omdat ze oververtegenwoordigd zijn in de belangrijkste economische sectoren van het land – ze bezitten vijftig procent van de gronden en hebben negentig procent van de voedingsmiddelenindustrie in handen – en de prijzen kunstmatig hoog zouden houden. ‘De kloof tussen blank en zwart is minder zichtbaar dan in mijn tijd. Martinique heeft zich dankzij het toerisme sterk kunnen ontwikkelen, maar het zal zijn achterstand op Europa nooit kunnen goedmaken.’

Laidback

Thierry Witsel heeft zo goed en zo kwaad mogelijk zijn Martinikaanse identiteit proberen door te geven aan zijn kinderen. ‘Ik ben in België opgegroeid, maar ik ben wel opgevoed door een volbloed Martiniquaise die soms meedogenloos uit de hoek kon komen… Ik heb de Martinikaanse cultuur dus in mij zitten en ik heb dat op mijn manier doorgegeven aan Axel en zijn zussen.’

Net zoals zijn moeder kon Thierry Witsel zich ook onverbiddelijk opstellen. ‘Zijn debriefings na de match waren keihard’, aldus Dimitri, de schoonbroer van Axel Witsel. ‘Hij gaf ongezouten zijn mening en als het niet goed was, dan spaarde hij Axel niet. Doelbewust, denk ik. Zo heeft Axel zijn sterke karakter gekweekt. Als je goed zijn spel analyseert dan kom je tot de conclusie dat hij nooit tekenen van zwakte toont. Die hele commotie rond Wasilewski had hem onderuit kunnen halen, maar dankzij zijn papa heeft hij geleerd waar hij zijn mentale kracht moet gaan halen.’

Bij Thierry Witsel moest iedereen zich aan een stelregel houden: marcher droit. Vrij vertaald: probeer in het leven altijd recht in je schoenen te staan. Axel en co komen nooit iets tekort, maar Thierry verwacht wel dat ze zich rechtschapen gedragen en eerlijk handelen. Hij is streng maar rechtvaardig. Thierry Witsel: ‘Van een ding heb ik spijt: dat ik niet om de twee jaar naar Martinique ben gegaan met de kinderen. Axel heeft zijn roots nooit verloochend. Het beste bewijs daarvan is dat hij via zijn vriend Phibel creools heeft geleerd. Niet omdat ik hem dat heb opgelegd. Hij vond het van fundamenteel belang dat hij zich kon uitdrukken in het creools. Het is bijna niet te geloven dat hij in het creools kan converseren met zijn jeugdidool Thierry Henry. Axel had mijn geboorteland op geen betere manier kunnen eerbiedigen.’

Zijn entourage dicht Axel Witsel typische Martinikaanse karaktertrekken toe. Hij is laidback, relaxed, weet niet wat stress is en zal nooit zijn stem verheffen. Op het veld trekt de 29-jarige Rode Duivel die lijn gewoon door. ‘Je zal het zelden aan hem zien als iets hem enerveert’, beweert zus Whitney. ‘Ik noem hem plagerig deux de tension (bloeddruk twee, nvdr). Omdat het lijkt alsof zijn bloeddruk nooit stijgt.’

‘Axel kent de Marseillaise uit het hoofd’

De Witsels zijn verknocht aan de Franse nationale ploeg. Thierry en Axel Witsel op kop. Lang voor hij zijn eerste stappen zette bij de Rode Duivels keek de middenvelder van Tianjin Quanjian op naar de generatie van Thierry Henry, die wereldkampioen werd in 1998 en twee jaar later zegevierde op het EK in ons land. ‘Axel kent de Marseillaise uit het hoofd’, aldus Thierry Witsel. ‘Toen hij klein was, zong hij de hymne mee. Rechtopstaand en met het hand op het hart. Je had ons moeten zien toen wij het WK wonnen. Het salon was herschapen tot een stal.’

Bij Axel is de liefde voor Les Bleus een beetje bekoeld. Thierry Witsel van zijn kans blijft een onvoorwaardelijke fan. Via Eliaquim Mangala, een ex-ploegmaat van Axel, heeft hij in Brazilië de kwartfinale Frankrijk – Duitsland kunnen bijwonen. ‘In Rusland zal ik ook proberen om minstens een match van Frankrijk mee te pikken. Ik heb het al uitgezocht: Frankrijk en België kunnen elkaar niet in de finale tegenkomen. Wat als ik toch moet kiezen? Dan kies ik met heel mijn hart voor mijn zoon!’

Met wat tegenslag speelde Axel Witsel nu voor het team van Didier Deschamps en niet voor België. Door een administratieve vergetelheid heeft Frankrijk nooit de kans gekregen om Witsel op te roepen. Op zijn achttiende had Thierry naar het consulaat moeten gaan om de Franse nationaliteit aan te vragen. Hij had dan op zijn beurt zijn Frans staatsburgerschap kunnen doorgeven aan zijn kinderen. Maar hij werd daarover destijds door zijn moeder en adoptievader onvoldoende geïnformeerd. ‘Achteraf bekeken ben ik opgelucht dat mijn zoon nooit de keuze heeft moeten maken tussen België in Frankrijk. Tien jaar geleden zou ik het anders gewild hebben. Elke speler met een dubbele nationaliteit heeft toch het recht om te kiezen? België was toen in volle opbouw en het kon helemaal niet rivaliseren met een land als Frankrijk.’

In de Franse media werd Witsel minstens een keer in verband gebracht met Les Bleus. Luis Fernández, 60-voudig Frans international en ex-coach van Athletic Bilbao en PSG, belde Thierry Witsel op voor de start van het WK in Brazilië. ‘Fernández werkte als analist voor een radiozender (RMC, nvdr) en ik werd live in de ether gegooid om een paar vragen te beantwoorden over Axel. Fernández had gehoord dat ik van Martinikaanse origine was en hij vroeg zich af waarom mijn zoon niet voor Frankrijk kon uitkomen. Ik heb de situatie toen moeten uitleggen. Met een bedaarde stem zei hij: ‘Frankijk heeft een groot talent verloren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content