Italiaans succesauteur Sandro Veronesi: ‘Verdedigen is een even nobele kunst als aanvallen’

© KOEN BAUTERS

Hoogstaande literatuur en topvoetbal hoeven niet altijd ver van elkaar af te staan, zo bewijst de Italiaanse succesauteur Sandro Veronesi. In zijn sportverhalenbundel Een God waakt over je bezingt hij zijn liefde aan Juventus. Een gesprek over doping, het beest in Antonio Conte en de kunst van het verdedigen.

Dit artikel verscheen in Sport/Voetbalmagazine van 31 mei 2017.

Met Kalme Chaos, zijn bestseller uit 2005 die ook een succesvolle filmversie kreeg, zoog de Italiaanse schrijver Sandro Veronesi (58) miljoenen mensen mee in het leven van protagonist Pietro Paladini, die zijn leven on hold plaatst na het plotse overlijden van zijn vrouw. Het pakkende en beschouwende verhaal zette Veronesi op de kaart als een van de populairste schrijvers van zijn generatie. Voor zijn recentste roman Zeldzame aarden ontving hij vorig jaar nog de Europese literatuurprijs. Sinds kort is ook zijn sportverhalenbundel Een God waakt over je beschikbaar in het Nederlands. Een aanbevelenswaardige verzameling sportcolumns. Zijn favoriete onderwerpen: de tragiek van zijn helden (Marcello Lippi, Roberto Baggio, Michael Jordan, Roger Federer, …) en Juventus, de voetbalclub van zijn hart.

We spraken Veronesi in Brugge ter gelegenheid van zijn gastoptreden tijdens het literatuurfestival BruTaal en kregen te maken met een passionele verteller die enkel pauzeerde om van zijn espresso te nippen. Blij als hij was om eens geïnterviewd te worden door een sportblad en de barrières tussen cultuur en voetbal te kunnen doorbreken.

Sandro Veronesi: ‘In mijn jonge tijd was de culturele wereld er een van snobs. Een schrijver die van voetbal hield: dat hoorde niet. La Repubblica bijvoorbeeld, een van de vooraanstaande kranten in Italië, had in de eerste jaren na de oprichting in 1976 niet eens een sportkatern. Dat werd als inferieur beschouwd. Lange tijd weigerden ze ook op maandag de sportresultaten uit het afgelopen weekend te publiceren. Maar we zijn geëvolueerd. Nu telt la Repubblica maar liefst vier bladzijden sport! (lacht) Mij heeft het net altijd geboeid dat sport verschillende sociale klassen verenigde: als ik naar Juventus ging, zat ik tussen de Fiatarbeiders, terwijl wat verderop miljonair Gianni Agnelli vanuit zijn eretribune toekeek. Ik vond het belangrijk om op die manier niet verstrikt te geraken in de elitewereld van de literatuur.’

Hoe bepaal je of een onderwerp een column waard is?

Veronesi: ‘Het vak van de sportcolumnist is de voorbij tien jaar enorm veranderd. Vroeger ging je af op je herinneringen, terwijl je nu elk sportmoment gewoon op YouTube terugvindt. Je moet dus wel iets meer opletten, je herinneringen kloppen niet altijd. (lacht) Of soms kom je er via Google ineens achter dat jouw fenomenale invalshoek voor een verhaal al eens uitgewerkt werd. Zo wilde ik een reportage schrijven over de zeven Engelse spelers die door Maradona gedribbeld werden op het WK ’86. Ik wilde ze een voor een opzoeken. Bleek dat een Brits magazine dat al eens gedaan had. Maar ik blijf het een fascinerende gebeurtenis vinden: geen van die spelers besefte op dat moment dat ze de legende in zouden gaan. Behalve misschien de keeper. Toen Maradona voor hem verscheen, wist die: als hij mij voorbij geraakt, maakt hij een wereldgoal. Al die anderen voor hem dachten telkens: komt wel goed, er staat nog iemand achter mij. Niet dus.’ (lacht)

De kunst van het verdedigen

In je verhalen komt ook duidelijk je liefde voor Juventus tot uiting.

Veronesi: ‘Ik krijg daar soms kritiek op, maar ik verdedig mijn club niet, ik schrijf er gewoon over. Het is wel zo dat Juventus veel tegenstand opwekt. Omdat ze zoveel winnen natuurlijk. Kijk naar Napoli, ze kunnen na twintig jaar nog eens een titel pakken, maar op wie stuiten ze? Juventus. Zo ontstaat er frustratie.’

Negeer je dan voor het gemak de beschuldigingen van dopinggebruik in de jaren negentig en Moggipoli, het omkoopschandaal waardoor Juventus in 2006 naar de Serie B teruggezet werd?

Veronesi: ‘Ik heb nooit geloofd in dat dopingverhaal. Ik kan niet geloven dat Alessandro Del Piero, een voorbeeld voor mijn kinderen en een persoonlijke vriend van me, zich zou inlaten met doping. Del Piero heeft gewoon beseft dat hij een sterk lichaam nodig had om aan de top te overleven en heeft daar hard voor gewerkt in de fitness. Dat wéét ik. Ze hebben wel supplementen gebruikt, zoals creatine, maar dat werd pas nadien als verboden beschouwd.’

Je bent geboren en getogen in Prato, nabij Firenze. Hoe ben je dan bij Juventus uitgekomen?

Veronesi: ‘Juventusfan worden, dat beslis je niet, dat ontdek je. In mijn kindertijd was Inter hét topteam, Juve was de club van de zwakkelingen, de armen. Maar ik hield van die mentaliteit en van hun kleuren, die dezelfde waren als die van mijn lievelingsdier: de zebra. Op mijn zesde werd ik geopereerd aan mijn amandelen, het enige wat ik gedurende enkele dagen kon doen was ijsjes eten en mijn Paninialbum aanvullen. Het eerste team dat ik volledig had, was Juventus. Toeval. Maar toen de pastoor op bezoek kwam – dat was de gewoonte wanneer een kind geopereerd werd – en vroeg naar mijn favoriete voetbalteam, antwoordde ik met een schurende stem: ‘Juve’. Het eerste wat ik kon zeggen. Mijn ouders stonden perplex. En ik voelde me ineens een hele man.’

Echt verleidelijk voetbal speelt Juventus niet. Ze speculeren vaak op een foutje bij de tegenstander. Vind je dat geen cynische manier van spelen?

Veronesi: ‘Neen. Wat ik veel cynischer vond was de uitvinding van de Belgen om begin jaren tachtig plots met een buitenspelval te beginnen spelen. Ineens liepen die vier verdedigers allemaal samen naar voren terwijl de bal niet in de buurt was! Dat vond ik zo oneerlijk op dat moment, maar eigenlijk moest je de genialiteit ervan aanvaarden en erkennen dat het een perfect reglementaire manier was om te verdedigen.

‘Akkoord, op het WK van 1982 in Spanje werd Italië wereldkampioen met defensief voetbal, maar we moesten het veld in tegen onder andere het grote Brazilië van Zico en Falcão: soms kan je niet anders dan terugplooien. Toch scoorden wij drie keer en wonnen die match. Net zoals Mohammed Ali tegen George Foreman won in de Rumble of the Jungle door zeven ronden te wachten tot Foreman vermoeid geraakte en dan toe te slaan.

‘Verdedigen moet je toch zien als een wezenlijk onderdeel van de voetbalsport: ervoor zorgen dat Messi, Hazard of Mbappé niet naar doel kunnen trappen, is net de essentie. En als dat met een overtreding gebeurt, krijgen ze een vrije trap of penalty. Niets mis mee dus. Massimiliano Allegri hanteert bij Juve verschillende tactieken. Soms plooien ze tien minuten helemaal terug en dan plots gaan ze totaalvoetbal spelen zoals het Oranje uit de jaren zeventig. Dat noem ik intelligent voetballen. Het is nu eenmaal zo dat de titel meestal gaat naar de ploeg die de minste goals tegen krijgt. Dat betekent niet per se dat je verdedigend speelt, wel dat je het best verdedigt. Zoals Juventus in deze CL-campagne demonstreerde tegen Sevilla en Monaco.’

Ergens is het toch eigenaardig dat Italianen, net geroemd vanwege hun gevoel voor esthetiek, zo dwepen met verdedigen.

Veronesi: ‘Verdedigen is een even nobele kunst als aanvallen. Fabio Cannavaro bijvoorbeeld: hij was onmogelijk te passeren omdat hij altijd de bal in het oog hield. Eender wat voor bewegingen je deed. De bal liegt niet. Italiaanse verdedigers zijn gewoon heel goed in het focussen op de bal.’

Kan je genieten van een mooie dribbel?

Veronesi: ‘In veel landen heerst de idee dat als twee ploegen willen aanvallen en de partij eindigt op 6-2 dat je een goede match hebt gezien. Waarom? Sport houdt net in dat je minder sterk kan zijn dan je opponent en toch kan winnen. Zolang je binnen de regels blijft, is alles toegestaan. In het basketbal blokkeren ze zelfs tegenstanders om te kunnen aanvallen.’

Het beest in Conte

In je boek komen geen Belgische voetballers aan bod, wel de Belgische wielerklassiekers. Wat weet je van onze vaderlandse sportgeschiedenis?

Veronesi: ‘Véél. Ik was grote fan van Eddy Merckx en Jacky Ickx – hij reed voor Ferrari, hé. En de Belgische nationale voetbalploeg van het EK 1980 zal me ook altijd bijblijven. Toen hielden de Rode Duivels Italië uit de finale, op ons eigen EK!’

Romelu Lukaku, Eden Hazard en Vincent Kompany zijn grote namen, ook in Italië. Ik vind het nog altijd vreemd dat de huidige lichting Rode Duivels op het EK niet beter presteerde. Met Antonio Conte als coach had België wellicht het EK gewonnen.’

Hoe verklaar je die enorme impact van Conte als bondscoach?

Veronesi: ‘Als zelfs Daniele De Rossi, toch het boegbeeld van AS Roma, weent bij zijn afscheid als bondscoach, weet je dat hij ergens een snaar raakt die andere coaches niet raken. Het is iets dierlijks, denk ik. Niet afhankelijk van tactisch meesterschap maar van de drang om te winnen.’

Vind je het niet wat te veel cinema langs de zijlijn?

Veronesi: ‘Voor Engelsen wellicht wel. Maar het is geen theater, het is echt. Echter dan de beredeneerde verbale spelletjes van José Mourinho alleszins. Maar vergis je niet, in feite is hij heel conservatief en katholiek. Je mag niet vloeken in de kleedkamer, niet roken, en hij is zeer streng als het op voeding of lichaamsverzorging aankomt. Alleen neemt er iets hogers bezit van hem zodra een match begint en wordt hij een beest.’

Je schrijft ook vaak over het belang van traditie, zoals de witte shirts in het tennis. Is dat de romanticus die spreekt?

Veronesi: ‘Het is geen romantiek. Ik ben gewoon tegen het dictatorschap van geld. Commercie zorgt ervoor dat sport afglijdt tot kitsch. Die gele en roze schoenen: waar trekt dat op?! Voetbalschoenen zijn zwart. Punt. Door de traditie te verdedigen, waarborg je net de toekomst. Anders laat je de sport ten prooi aan opportunisme.

‘Al ontken ik niet dat evolutie ook positieve gevolgen kan hebben, zoals het gebruik van een videoref. Ik heb trouwens nog een voorstel: laat bij voetbal de klok stoppen zodra de bal buiten de lijnen gaat. Zoals in basketbal en hockey. Dat is toch veel duidelijker dan extra tijd laten spelen, want wie bepaalt dat eigenlijk?’

Krijg je soms reacties van topsporters op je columns?

Veronesi: ‘Ooit belde Dino Zoff (oud-doelman en ex-trainer, nvdr) me op om me te complimenteren met een column over hem. Daarin had ik beschreven dat de reden van zijn succesvolle carrière lag in het feit dat risotto met runderfilet zijn lievelingsgerecht was. De meeste voetballers beschouwden dat als niet te vreten sportvoeding, maar Zoff vond het echt een plezier. In mijn ogen was dat de kern van wat hem zo groots maakte: hij zag niets als een opoffering. Zo had hij het nog nooit bekeken, meldde hij me, maar het klopte wel.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO KOEN BAUTERS

‘Soms plooit Juve tien minuten helemaal terug en dan plots gaan ze totaalvoetbal spelen zoals het Oranje uit de jaren zeventig. Dat noem ik intelligent voetballen.’ Sandro Veronesi

‘Met Antonio Conte als coach had België wellicht het EK gewonnen.’ Sandro Veronesi

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content