Manchester United: chaos op het veld, vacuüm aan de top

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Of Ole Gunnar Solskjaer van Manchester United écht een titelkandidaat kan maken, zal blijken na de wedstrijden tegen Liverpool, Tottenham en Manchester City, schreven we een maand geleden. Het antwoord was neen, en dus gingen club en clubicoon dit weekend uit mekaar.

Steven Gerrard ruilde tijdens de voorbije interlandbreak de Glasgow Rangers voor Aston Villa en won zaterdag zijn eerste competitieduel bij zijn nieuwe club tegen Brighton&Hove (2-0). Iedereen in het Engelse voetbal ziet de overstap van Schotland naar Engeland van het gewezen icoon van Liverpool als een stap richting de ultieme droomjob: die van manager bij Liverpool.

De raad van sommigen daarbij: werk in Birmingham nog maar een beetje aan de verdieping van je skills om een club te leiden, want bij je ex-club aan de slag gaan is niet evident. Je krijgt wat langer krediet dan een ander – zie het tromgeroffel waarmee de Barcelonafans Xavi inhaalden of die van Anderlecht Vincent Kompany – maar op de duur raakt ook dat op. En dan is een monument snel van zijn voetstuk gehaald.

Frank Lampard, vorig seizoen aan de deur gezet bij Chelsea, kan erover meespreken. Lampard leerde de stiel als manager bij Derby County, zoals Wayne Rooney dat nu ook doet. Al na een seizoen trok Lampard naar de bank van Chelsea. Redelijk snel, en aanvankelijk met veel lof: door een transferban zag hij zich verplicht youngsters te lanceren, en met hen deed hij het goed.

Het jaar erna verhoogden de ambities en toen Lampard een en ander niet langer op een rijtje had, vooral de defensieve organisatie én de communicatie, ging hij eruit. Zijn opvolger, Thomas Tuchel, won prompt de Champions League en maakte van de defensie een vesting. Lampard terug naar af, naar de wachtkamer. Als dezer dagen een vacature vrijkomt, hoor je nooit zijn naam.

Op dat bankje in de wachtzaal kan Ole Gunnar Solskjaer nu plaats nemen. Rivalen van vroeger, collega’s vandaag.

Wanorde

De fans van United waanden zich deze zomer in de hemel. Vorig seizoen hadden ze nog hun directie fel bekritiseerd door de thuismatch tegen Liverpool te verhinderen met protest tegen de Super League, waar hun ploeg een gangmaker van was. Dat protest kwam er op een moment dat het sportief wat beter ging: een tweede plaats in de eindstand en een finale in de Europa League. Geen Champions League, zoals de buren, maar toch ook kans op een prijs.

Villarreal besliste er anders over, maar op de transfermarkt werd vervolgens uitgepakt: Raphaël Varane, Jadon Sancho, en uiteindelijk ook Cristiano Ronaldo werden aan een topselectie toegevoegd. Drie van de helden van Engeland voetbalden ook op Old Trafford: rots Harry Maguire, de terug uit de doden verrezen Luke Shaw en de sociaal bevlogen Marcus Rashford, het geweten van de natie. Paul Pogba bleef, en met Bruno Fernandes had men de beste regisseur van Engeland (na Kevin De Bruyne). Het leven oogde mooi.

Nooit kon Solskjaer er evenwel een geheel van maken. Alle helden waren eilandjes, die geen symfonie speelden, maar een kakofonie. Elke week weer was op maandag de chaos bij United een thema in allerhande podcasts.

Vernietigend het commentaar van ex-vedetten, vernietigend het gifje van Kevin De Bruyne die in de Belgische podcast van Mid-Mid onthulde dat Guardiola al na een paar minuten de tactische training voor het stadsderby afbrak. Hij had immers geen idee hoe de tegenstander zou spelen. Erger kan een analyse nooit zijn.

Andere tactiek

Solskjaers lot hing vorig seizoen rond deze tijd ook al eens aan een dunne draad. Een serie resultaten, gebouwd op een stugge verdediging en dan toeslaan op de counter, redde hem toen. Dat leverde toen wel kritiek op.

Dit jaar veranderde hij die tactiek: United moest op elke wedstrijd zijn stempel kunnen drukken, heette het. De ploeg ging wat hoger druk zetten, maar daar ging het fout. Ondanks een sterke David de Gea in doel kon United in eigen land slechts één keer de nul houden. Defensief slikken alleen Newcastle en Norwich, twee ploegen die onderaan bengelen, meer doelpunten.

Het druk zetten gebeurt niet of ongecontroleerd, Liverpool sneed er door als malse boter, City deed hetzelfde. Ronaldo bleek geen Cavani die overal achterna knalde, de backs volgden niet of te laat, Varane bleek vaak geblesseerd (lies en hamstring), Maguire liep verloren, Shaw was niet langer een zekerheid, enz.

Alles probeerde Solskjaer, ook met Pogba, maar Bruno Fernandes kreeg er geen lijn meer in. Op na een te lange reeks wedstrijden, of, net als bij Portugal, geen klik met de maestro vooraan?

Stiel leren

Is Solskjaer daarvoor alleen verantwoordelijk, vroeg iemand in de Football Daily podcast van de BBC onlangs? Neen. Hij heeft een team met kennis van zaken rond zich: Michael Carrick, ex-speler, is een van zijn veldtrainers. Darren Fletcher, ook ex-speler, is zijn sportief directeur.

Er is voetbalwijsheid genoeg. Maar hebben zij wel grip op hun sterren? Moeten ook zij niet nog allemaal de stiel leren? En blijkbaar kon ook Sir Alex Ferguson, op de achtergrond nog vaak aanwezig, niet helpen om de boot in veiliger waters te wenden.

Dat Solskjaer het al bij al nog lang uitzong, wijten veel volgers ook aan het vacuüm aan de top. De algemeen manager Ed Woodward stopt ermee en had geen zin om nog eens een trainer de laan uit te sturen als laatste wapenfeit. Het gebeurde nu toch, omdat de zaak niet te redden viel.

De Glazers moeten nu op zoek naar twee beleidsverantwoordelijken. Een zware taak, ook omdat Tottenham inmiddels wegliep met de man die iedereen zag als een upgrade van Solskjaer: Antonio Conte.

Peter T’Kint

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content