Na Club-Leipzig: blauw-zwart zoekt naar identiteit

© belga
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Club Brugge is op de dool, zoveel is duidelijk. Meer dan aan groepsgesprekken heeft de ploeg nood aan een duidelijke identiteit en een terugkeer naar de oude baseline: zonder sweat, no glory.

Dit is/was wat we bij de loting vreesden: rammel. Of liever: te kort schieten tegenover ploegen met een duidelijke identiteit en meer intrinsieke kwaliteit.

PSG: sterren, fysieke agressiviteit, technisch vermogen (Neymar, Messi) en snelheid (Mbappé). Manchester City: de Guardiola passing machine. RB Leipzig: de verticaliteit en hoge pressing van de Red Bull Group.

Spelers onder invloed van de energiedrank van de hoofdsponsor, een les woensdag voor de Brugse spelers: hoe zet ik druk om een bal te heroveren zonder een overtreding te begaan? Twee ploegen met een duidelijke identiteit, eentje met sterrenallures en veel individuele kwaliteit.

Nul op 18 was de prognose vooraf. De vier op zes uit de beginfase deed dromen van meer. Het punt tegen een zwak en arrogant PSG, met voor het eerst de nog roestig tridente die amper prikte, was felbevochten én verdiend. De zege tegen een RB Leipzig dat nog moest wennen aan het verdwijnen van haar sterke mannen achterin en het vertrek van het speerpunt voorin én dat van de trainer, kwam onverwacht. Het bracht hoop.

Twee maanden later weten ze in Brugge hoe laat het is: negen tegengoals in twee duels tegen City, vijf tegen Leipzig, dat er acht, negen had kunnen maken. Een harde confrontatie met de Europese realiteit, het verwachte werd alsnog realiteit.

Een doortrekken van de nationale werkelijkheid ook. Club Brugge zet dezer dagen nog moeilijk een wedstrijd naar zijn hand en al zeker geen topwedstrijd meer. Nationaal lukt dat al een tijdje niet, internationaal nog veel minder. Leipzig, inmiddels al op iets hoger toerental, bewees dat.

Mislukte transfers

Onlangs hoorden we nog iemand uit de Clubfamilie zeggen dat, met enige afstand, de play-offs vorig jaar ’toch nog zo slecht niet waren’.

Dat vonden we vreemd, en als dat intern de gedachte is, al helemaal. Club was nergens in die play-offs. Het experimenteerde, wroette, zocht, vond amper tegenzetten, en werd slechts met veel moeite kampioen, vooral profiterend van die ene lange goeie periode in het kampioenschap in de maanden januari en februari.

Het miste toen al een beetje sportieve identiteit, zeker toen Noa Lang wegdeemsterde en Krepin Diatta al richting Monaco was verdwenen. De Senegalees was een speler die nog een keer uit het niets een wedstrijd kon openbreken met een flits of een actie. Remember Galatasaray, remember KV Mechelen.

Sindsdien is het allemaal toch minder.

De diagnose was intern dezelfde als die wij maakten: te weinig verrassing, te weinig spelers met ‘iets’, noem het snelheid, noem het verrassing, noem het instinct. Te weinig genialiteit. Doen we iets aan tijdens de zomer, klonk het zelfverzekerd.

Kamal Sowah bewijst al langer dat hij geen flankspeler is. Daar hadden we Leipzig niet voor nodig.

Negen maanden later moet je toch concluderen dat dit is mislukt. Moeilijke markt – er was covid – maar daartegenover stond toch ook: een kapitaalsinjectie van buitenaf. Wat extra centen. Gespendeerd in de breedte, niet in de diepte. Veel transfers helemaal op het einde, in de stijl van Luciano D’Onofrio, maar niet de goeie koopjes.

Maouassa, Izquiero, Wesley: voorlopig lieten ze nog niet veel zien (Buchanan zien we pas na Nieuwjaar). Terwijl de ene mort, is de andere blij met zijn kleine speelkans.

Jack Hendry was lang outstanding, maar ging gisteren mee ten onder. Stanley Nsoki kon Europees boven water blijven, tot Leipzig, maar ging ook al kopje onder in eigen land, terwijl Kamal Sowah al langer bewijst dat hij geen flankspeler is. Niet rechts, noch links. Daar hadden we Leipzig niet voor nodig.

Manier van spelen

Wat Club – al langer dan vandaag – mist is identiteit. In die zin moeten we Philippe Clement gelijk geven. Na de match zei hij: maak hier niet alleen een tactisch falen van.

Coaches onder druk doen wel eens vreemde dingen. Ivan Leko zette Hans Vanaken in Charleroi op de bank toen het in zijn titeljaar begon te spannen, Clement deed hetzelfde dit voorjaar, toen het ook voor geen meter liep. Of neem dat experiment in Gent met Ignace Van der Brempt en Noah Mbamba in een verdediging met drie, rond Brandon Mechele: 6-1 afgestraft.

Het leidde tot de komst van Hendry, en de Europese euforie eind september. Deze 0-5 is niet de eerste uitschuiver van de ploeg, op zoek naar een manier van spelen.

Wel nieuw was de manier van spelen. Niet die drie achterin, wel een avontuurlijke bezetting op de flanken: Sowah links, Vanaken naast Eder Balanta in een De Bruyne-rol, en twee pockets in steun van Bas Dost. Zeer veel aanvallend vermogen, in een duel waarin RB Leipzig hoog druk kan zetten.

Risky business, want als je de bal niet hebt is die manier van verdedigen voor veel spelers tegennatuurlijk. Het schaadde achteraf meer de kwaliteiten van Mata, Hendry, Vanaken en Sowah, dan dat ze er van profiteerden.

Ruud

‘Ruud, Ruud, Ruud’, schreeuwde het publiek gisteren na 20 minuten. Maar Ruud was er ook in Gent (6-1) en Ruud was er ook in Mechelen, toen het voor de rust niet liep (en Ruud ook kreunde onder de druk en de pressing). Wij vonden toen zijn wissel – en ook die van Nsoki aan de rust – zeer logisch, maak er geen staatszaak van.

Met Ruud werd het in Manchester, waar de verdediging ook uit drie man bestond en het middenveld dichter bevolkt was, ook 4-1.

Het is dus inderdaad niet alleen een tactisch verhaal. Het is er ook eentje van kwaliteit – op dit niveau – tegen Europese toppers, maar ook van overgave. Pas na de rust zag je spelers echt gebeten vechten voor een bal, voordien was de duelkracht zeer matig.

Alles is flou

En het is ook een kwestie van identiteit. Dat is de essentiële vraag wat ons betreft: waar staat dit Club Brugge voor, afgezet tegen die Europese tegenstanders maar ook nationaal? Welke identiteit heeft deze ploeg ?

Daar moet ze naar op zoek. Club Brugge is vandaag geen pletwals meer, geen ploeg die eenheid uitstraalt (als de ene druk zet, volgt de ander amper), geen ploeg die flitst in balbezit, geen ploeg die teert op flanken, maar ook geen ploeg die teert op tempo of combinatie, of die iets kan opleggen. Zelfs geen machine thuis, zie het aantal punten dat in de competitie in eigen huis al verloren ging.

Club Brugge is vandaag geen pletwals meer, zelfs geen machine thuis.

Wat is de rol van Dost? Wat doet Wesley daar?

Het is allemaal flou, (te) onduidelijk. Kon je het gebrek aan smoel in eigen land nog lang afdoen als tijdelijke arrogantie – de marstabel was nagenoeg dezelfde als een jaar geleden en toen kwam het na Nieuwjaar nog allemaal wel goed – omdat alle aandacht naar Europa ging, dan geldt ook dat argument niet meer.

Club heeft een zeer brede kern maar mannen die het verschil maken, lijken er niet meer te zijn. En sweat, onverzettelijkheid, heeft dezer dagen iedereen. Ook OH Leuven, ook STVV. Zeker tegen de landskampioen.

Nood aan analyse

Neen, Clement heeft gelijk: dit gaat verder dan een tactisch verhaal, en het een keer (of twee) verkeerd hebben. Het is een seizoen van historische/hysterische dieptepunten aan het worden. Bij gebrek aan smoel. Identiteit. Overgave.

Er is nood aan een diepere analyse. Een zoektocht naar een voetbalidentiteit, zoals Leipzig, City, Union of zelfs Genk, met al zijn ups en downs.

Met beweging, diepgang zonder bal, collectieve pressing, zelfopoffering en aan de top een niet gecontesteerde chef, die steeds moeilijker de boel lijkt te omarmen. Een symfonie, want nu is er veel kakofonie met spelers die relaties gebruiken om de boel te destabiliseren.

Peter T’Kint

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content