Peter t'Kint

Onze man in Rusland: ‘Japan legde alle pijnpunten bloot die elke waarnemer al twee jaar signaleert’

Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Misschien is het tijd voor een kleine paleisrevolutie. Anders eindigt het Russische Duivelsoffensief vrijdagavond in Kazan in de kwartfinale tegen Brazilië.

Met gebogen hoofd kwamen ze een half uurtje na de wedstrijd de perszaal binnen, de Japanse journalisten. Teleurgesteld, dat hun Nippon er weer niet waren in geslaagd om voor het eerst in haar voetbalgeschiedenis door te stoten tot de beste acht van de wereld. De Rode Duivels deden dat wel, voor de derde keer op dit niveau. Voor de tweede keer met deze generatie, die diep dook in zijn krachtenarsenaal en in de slotfase twee beproefde recepten uit onze voetbalgeschiedenis van onder het stof haalden: kracht en een uitstekende counter. Waar plan A faalde, werkte Plan B, de technische flexibiliteit waar België hier in Rusland bewijs moest van geven, wás er. Het werk als club, met alle dagen trainingen waarin dingen konden worden afgestemd op mekaar, loonde. En de bank blijkt paraat, klaar om het verschil te maken. Januzaj deed het donderdag in die ‘vriendschappelijke’ wedstrijd tegen Engeland, Chadli en Fellaini forceerden het hier in Rostov aan de boorden van de Don. En in Sotchi was het de invalbeurt van Dembélé die de wedstrijd tegen Panama definitief naar de kant van de Belgen deed kantelen.

Japan legde alle pijnpunten bloot die elke waarnemer al twee jaar signaleert

Roberto Martínez gaf de Belgen een nieuw gelaat, een nieuwe, aanvallende manier van voetballen, afgestemd op de offensieve weelde in deze kern. Ze doen van zich spreken, al in de kwalificaties en nu ook op dit WK. Vier jaar geleden was dat niet het geval, de wereld verwachtte toen veel van Kompany en co, maar ze gingen in Brazilië wat anoniempjes door het toernooi. Nog te groen, daar kon zelfs de vrolijke 2-1 tegen de VS niks aan verhelpen. Hier in Rusland maken ze indruk: vier wedstrijden gespeeld, twaalf doelpunten. Ook al vier geïncasseerd, waar de troepen van Martínez passeren, wordt gescoord.

Maar op een toernooi dat de bekende waarden op zijn kop zet – van de top tien in de wereld zijn maandag al vijf landen naar huis (dat kunnen er zes worden, mocht Zweden straks Zwitserland uitschakelen) – wordt van het nummer drie in de wereld iets meer beheersing verwacht tegen een land als Japan, hoe goed dat ook voetbalt (en hoe diep dat ook onder zijn waarde is gerangschikt door FIFA – eigenlijk kan dat hele lijstje op de schop). Japan was technisch goed en fysiek in orde. Het hoefde geen ijzeren gordijn op te trekken, zoals de Russen tegen Spanje, die lelijk voetbal speelden en alleen hun eigen inwoners blij maakten. De voetbalgemeenschap niet. Dat deed Japan wel, tot ze verslagen werden met wapens die nooit de hunne kunnen worden: gestalte en kracht.

Japan legde alle pijnpunten bloot die elke waarnemer al twee jaar signaleert – ook de spelers zelf, zoals eentje in het vuur van de bijna-uitschakeling ook durfde toegeven: telkens de tegenstand iets beter van niveau is, rammelt het in balverlies van alle kanten. Dan worden problemen op de flanken bloot gelegd, en op het middenveld. Dan is het evenwicht zoek, en de organisatie. Brazilië of Frankrijk, zelfs Kroatië, hebben daar geen last van.

De bank blijkt paraat, klaar om het verschil te maken

In balbezit zijn deze zelfbewuste Rode Duivels een machine, al bijna twee jaar ongeslagen, en gemiddeld meer dan drie goals per wedstrijd. In balverlies is het soms dramatisch, als de tegenstand het intelligent aanpakt. Spanje legde het helemaal in het begin van het tijdperk Martínez bloot met wervelend positiespel, Mexico deed het vorig najaar vriendschappelijk, net als Rusland, Japan deed het op het WK én zelfs al een keer in Brugge.

Het kostte de Belgen toen nu nog niks behalve wat imagoschade, maar het weze duidelijk: als ze de ambities (de spelers willen halve finale, en als het kan ook de finale) willen realiseren, zullen dezer dagen in de Moscow Country Club én in Dedovsk wat woorden moeten vallen. Dingen worden benoemd. Pijnpunten bijgesteld. Of ze blijven straks weer steken in de kwartfinale. Op zich niet onverdienstelijk, voor de twee keer bij de beste acht, maar deze generatie droomt luidop van meer. En mag dat misschien ook. Tenzij dit hun echte waarde is. Goed tot zeer goed tegen de wat mindere goden, onvoldoende compleet tegen de wereldtop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content