Rode Duivels: waarom balbezit niet heilig is

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De vijftigste interland onder Roberto Martínez was niet de mooiste, maar je moet de bal niet hebben om te winnen.

Het was even teruggaan in de archieven, om een wedstrijd van de Rode Duivels onder Roberto Martínez te vinden met nog minder balbezit dan gisteren in Leuven. Teruggaan naar de zomer van 2018 om precies te zijn, en de knock-outfase van het WK in Rusland.

Twee keer hadden de Rode Duivels daar nog minder balbezit dan de 45 procent van zondagavond: in de troosting en in de kwartfinale. Toen monopoliseerden de tegenstanders – Brazilië en Engeland – ook de bal, nog meer zelfs dan zondag.

Twee keer lieten ze de Rode Duivels slechts 42 procent balbezit. Maar: twee keer wonnen De Belgen de match. Net als zondag. Je moet de bal hebben om te kunnen scoren, maar niet doorlopend. Portugal werd er Europees kampioen mee.

Afhankelijkheid van Kane

Efficiëntie door ervaring, de Engelsen keken er wat jaloers naar. In vergelijking met de troosting in Sint-Petersburg pakten ze het in Leuven wat anders aan. Gespiegeld aan de Belgen, met twee ‘nieuwkomers’ – Jack Grealish en Mason Mount – in de rug van de ervaren Harry Kane. Op papier net als de Belgen op elke flank ook iemand met aanvallend potentieel, al kwam dat er in de praktijk weinig uit.

Achterin heerste de voorzichtigheid, wat Southgate stilaan enorm wordt kwalijk genomen. Naar het voorbeeld van Argentinië en Messi vinden ze over het Kanaal dat Engeland last begint te krijgen van een te grote afhankelijkheid van Kane.

In afwachting dat Grealish het niveau van het internationaal voetbal begint op te pikken – voor de rust lag hij meer tegen de grond dan wat anders, erna was dat veel beter – staat de spits van Tottenham er voorin wat geïsoleerd voor. Wel vaak aanspeelbaar – zestien passes voor de rust gaven dat aan, maar te ver van doel om gevaarlijk te zijn. Dat Kane in zijn vorige vijf interlands niet tot scoren kwam, is een veeg teken.

Gelouterd elftal

Romelu Lukaku scoorde gisteren evenmin, maar dat deerde de Belgen niet: Youri Tielemans en Dries Mertens namen zijn rol over. Dat is het verschil tussen een nieuw elftal dat nog naar evenwicht zoekt, zoals de Engelsen, en een gelouterd zoals dat van de Rode Duivels.

Is Eden Hazard er niet bij, dan spelen we wel Lukaku aan. Of scoort Michy. Heeft Kevin De Bruyne zijn dag niet, dan neemt Mertens het wel over met een flits. Of Tielemans. Laat Axel Witsel zich wat makkelijker dan anders de bal afsnoepen, dan staan Toby Alderweireld, Jason Denayer of Jan Vertonghen wel pal. De ene raapt de steek van de ander op.

En zo heeft elke periode wel zijn uitblinkers: De Bruyne onder Wilmots, Hazard later op het EK in Frankrijk ook. Hazard nog meer onder Martínez, en ook Lukaku. Dat niveau heeft Engeland, volgende zomer toch één van de outsiders vanwege het thuisvoordeel (op voorwaarde dat het EK mét publiek wordt gespeeld), nog niet.

Mertens maakte in Leuven zijn 22e doelpunt als Rode Duivel, De Bruyne zit aan 19, Lukaku heeft er 55 in 88 interlands. Kane zit aan 32 in 50 interlands, maar daarachter is het nog blank.

Lees ook:

Waarom Mertens zijn goal met Martinez vierde: ‘Hij is heel belangrijk voor mij geweest’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content