Frank Van Laeken

‘Sta ook eens stil bij de galactische schuldenbergen van Real en Juventus’

Frank Van Laeken Freelance journalist en auteur

Zaterdagavond spelen Real en Juventus de finale van de Champions League. De voetbalgrootmachten uit Madrid en Turijn zijn veelwinnaars, met respectievelijk 13 en 6 Europese bekers in de trofeeënkast, en ieder 33 landstitels om mee te pronken. Maar zullen we het toch ook eens over de 800 miljoen euro gezamenlijke schulden hebben? En de immorele transacties die daarvan aan de basis liggen.

Sta ook eens stil bij de galactische schuldenbergen van Real en Juventus

Terug naar 1999. Real Madrid heeft het jaar voordien de Champions League gewonnen, maar de club zit in hoge financiële nood. Het water staat hen tot aan de lippen, de schuldenberg is niet te overzien. Als bij wonder duikt de stad Madrid op als reddende instantie. Die koopt het verouderde trainingcomplex van de club over voor, omgerekend, een half miljard euro, naar schatting vier keer meer dan de reële waarde. Een bizarre deal die zelfs de mededingingscommissie van de Europese Unie wakker schudt, maar uiteindelijk niet tot sancties leidt, bij gebrek aan direct bewijs van grootschalige overheidssteun.

Een jaar later wordt Florentino Pérez voorzitter van Real. Zoals dat in Spanje doorgaans gaat, wordt hij verkozen op basis van ronkende beloften. De beste spelers ter wereld zullen naar het Estadio Santiago Bernabéu komen, kondigt Pérez aan. Hij houdt woord. De Gálacticos zijn geboren. De volgende vier zomers strijkt telkens een topper neer in Madrid: Luis Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo, David Beckham. Met dank aan de stad Madrid. Maar ook andere Spaanse steden steunen hun lokale sportclubs zeer royaal. Muchas gracias!

€ 603.000.000 in het rood

Na afloop van het boekjaar 2015-2016 torst Real Madrid 603 miljoen euro schulden, waarvan 342 miljoen op korte termijn, voornamelijk bankleningen en uitstaande schulden bij andere clubs voor inkomende transfers. Volgens de in Spanje algemeen aanvaarde boekhoudprincipes zou het echter ‘slechts’ om een brutoschuld van 235 miljoen euro gaan, zo lezen we in het financieel jaarrapport van Real, dat op de website van de club kan geconsulteerd worden.

Na afloop van het boekjaar 2015-2016 torst Real Madrid 603 miljoen euro schulden, waarvan 342 miljoen op korte termijn

Tegenover die gigantische schuldenlast staat dat Real Madrid sinds de komst van de allereerste Gálacticos haar omzet meer dan vervijfvoudigd heeft: eind vorig seizoen bedroeg die 620 miljoen euro, tegenover 578 miljoen het jaar voordien. Met een geschatte waarde van 3,3 miljard euro pronkt Real op de tweede plaats op de Forbeslijst van meest waardevolle sportclubs, na de Dallas Cowboys (American Football), maar vóór aartsrivaal FC Barcelona. In de top 20 staan verder nog twee andere voetbalclubs: Manchester United (5de) en Bayern München (12de). Het zegt iets over de wereldwijde waarde van voetbal, als je die afzet tegenover ‘Amerikaanse’ sporten als American football, NBA en baseball.

Caja Madrid

Real Madrid doet het dus financieel zeer goed, als je het op de korte termijn bekijkt, maar veel minder florissant oogt de middellange termijn, vandaar de schuldenberg. Bovendien heeft Real deze status alleen maar kunnen bereiken dankzij die gulle ingreep van de stad Madrid eind vorige eeuw. De meest succesvolle club van Europa heeft de status van een grootbank: ’too big to fail’. Indien nodig zal de overheid wel ingrijpen. Failliet gaan is geen optie.

Ronduit hallucinant wordt het pas als je ziet dat Real, ondanks die torenhoge schuldenberg, waanzinnige transfers is blijven doen. In de zomer van 2009 sloeg de club een dubbelslag. Florentino Pérez – hij weer – was net opnieuw verkozen tot voorzitter en weer beloofde hij toptransfers. Met name: Cristiano Ronaldo van Manchester United en Kaká van Milan. Samen goed voor 159 miljoen euro. Ronaldo werd met 94 miljoen euro zelfs de duurste voetballer uit de geschiedenis. En er werden die zomer nog wat spelers gehaald: Xabi Alonso (35,4 miljoen), Karim Benzema (35 miljoen) en Raúl Albiol (15 miljoen). Beter proberen te worden dan Barcelona mocht wat geld kosten.

Op een moment dat Spanje 6 miljoen werkzoekenden kent, de werkloosheidsgraad 26 procent bedraagt en de helft van de -25-jarigen zonder baan zit, krijgen zo’n transacties iets immoreels

Om de twee duurste transfers van die zomer te kunnen bekostigen leent Real zowat 140 miljoen euro bij de Caja Madrid, een spaarbank waarmee de club al vele jaren nauw verweven is en die tijdens de bankencrisis van 2008 zware klappen kreeg na de veel te dure overname van de City National Bank uit Florida. Real verkrijgt een gunsttarief van Caja: de Euriborrente (de ‘Euro Interbank Offered Rate’, het benchmarktarief op de Europese geldmarkt) van – op dat moment – 1,626% plus 1,5%. De toenmalige CEO van Caja Madrid wordt vier jaar later trouwens gearresteerd op beschuldiging van roekeloos management.

In 2010 fuseert de Caja Madrid samen met zes andere banken tot Bankia, dat daardoor de grootste bank van Spanje wordt. Caja Madrid heeft 52,06 procent van de aandelen van de fusiebank in handen. Nog eens twee jaar later wordt Bankia genationaliseerd en gaat het bedelen bij de Europese Unie, goed voor een bedrag van 18 miljard euro. Bankia geeft de lening voor Ronaldo zelfs op als onderpand om meer geld los te kunnen weken.

100 miljoen vs 26% werkloosheid

Cristiano Ronaldo en Gareth Bale
Cristiano Ronaldo en Gareth Bale© Belga Image

Real heeft de lening van 140 miljoen euro netjes afbetaald binnen de afgesproken termijn van vijf jaar, daar niet van. Maar je krijgt wel het gevoel dat een bank-in-nood zware risico’s heeft genomen door samen te werken met een bedrijf-in-nood. En dat je, als Europees burger, mee het risico hebt gedragen om spelers te transfereren. Maar daar houdt het niet bij op.

In de zomer van 2013 koopt Real Madrid Gareth Bale weg bij Tottenham Hotspur. De Welshman kost officieel net iets minder dan 94 miljoen euro – om het ego van Cristiano Ronaldo niet te kwetsen, zo blijft hij de duurste speler op aarde -, in werkelijkheid gaat het om een transfersom van ongeveer 100 miljoen.

Op een moment dat Spanje zes miljoen werkzoekenden kent, dat de werkloosheidsgraad ruim 26 procent bedraagt en dat de helft van de -25-jarigen zonder baan zit, krijgt zo’n transactie iets immoreels. Van de tien duurste voetbaltransfers aller tijden werden er trouwens negen gerealiseerd ná de bankencrisis van 2008. Vier van de tien staan op naam van Real Madrid.

Higuaín

Van de tien duurste voetbaltransfers aller tijden werden er negen gerealiseerd ná de bankencrisis van 2008. Vier van de tien staan op naam van Real Madrid

En Juventus, zult u zich afvragen, nu u toch zo ver hebt doorgelezen in dit weinig voetbalvriendelijke stuk? De club uit Turijn behaalde in het boekjaar 2015-2016 een omzet van 387,9 miljoen euro. Daartegenover staat een schuldenlast van 199,4 miljoen euro. Vorige zomer haalde Juventus de Argentijnse spits Gonzalo Higuaín binnen voor negentig miljoen. Hij landt daarmee na Paul Pogba (105 miljoen), Gareth Bale en Cristiano Ronaldo op de vierde stek in de ranglijst aller tijden. Het verschil: de andere drie werden op hun 24ste getransfereerd, met hun mooiste jaren nog voor de boeg. Higuaín was bijna 29, hij kan hooguit nog drie seizoenen op topniveau mee. Zo wordt hij een wel heel dure vogel, als je prijs, kwaliteit en rendement tegen elkaar afzet.

802,4 miljoen euro. Dat is de gezamenlijke schuldenberg van Real en Juventus. Misschien moet u daar toch even kort bij stilstaan net voor ze zaterdag om kwart voor negen aftrappen in het Millennium Stadium van Cardiff.

Gonzalo Higuain
Gonzalo Higuain© Belga Image

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content