Thomas Meunier: ‘Ik hield ook van werken in de fabriek’

© BELGAIMAGE
Thomas Bricmont

Het parcours van Thomas Meunier verliep eerder apart. We spraken in Parijs met hem over PSG, maar ook over veteranenmatchen, voetbal van de oude stempel, de makkers van de fabriek, een ontslag bij Standard, een uitleenbeurt aan Westerlo en het leven als Rode Duivel.

‘Eigenlijk heb ik een vrij normaal parcours doorlopen’, zal hij ons na een tijdje toevertrouwen. Nochtans nam het leven van Thomas Meunier op 3 juli 2016 een enorme bocht. PSG maakte bekend dat onze international voor vier jaar getekend had. Op enkele jaren tijd ging de jongen uit Saint-Ode van de anonimiteit bij Virton naar een van de meest gemediatiseerde Europese clubs.

Maar wanneer je hem hoort en ziet, lijkt er niks veranderd te zijn. Hij blijft een sterke band behouden met de Ardennen terwijl hij midden in het Parijse stadsgewoel woont. Een kloof waar hij dagelijks mee worstelt. Zijn eenvoud is gebleven. Hoewel er maar weinig mensen geloofden dat hij in die vedettenploeg zou schitteren, drukte Meunier al snel zijn stempel op en naast het veld. Hij is zelfs de meest gevraagde speler, laat de perschef van PSG weten. Het verhaal van Thomas Meunier heeft alles van een droom die werkelijkheid werd. Daar kan zelfs de nachtmerrie van een Catalaanse nacht niets aan veranderen.

Hoe kijk je op dit moment nu terug op die 6-1?

THOMAS MEUNIER: ‘De heenwedstrijd hadden we bijzonder zorgeloos gespeeld. Er stonden alleen maar jonge gasten op het veld, er werd weinig berekend, alles leek natuurlijk te verlopen, er zat een soort van onbewustheid in ons spel. In de terugwedstrijd waren we ons veel bewuster van wat er gaande was en dat heeft ons verlamd. Maar hoewel het een echte klotematch was, hadden we ons toch kunnen kwalificeren. Er waren één-tegen-éénsituaties waarmee we de match hadden kunnen dooddoen. Ondanks het feit dat we matig voetbalden, kregen we toch kansen. En ook al was Barcelona sterker, er waren toch ook enkele discutabele fases.’

Jij was na de match een van de eersten met kritiek op jullie collectieve prestatie.

MEUNIER: ‘Het was van bij het begin heel duidelijk dat het nog lastig zou worden. Sommige signalen kun je niet negeren. Wanneer Marco Verratti zijn eerste twee ballen verliest, terwijl hij geen bal meer verloren had sinds 2004, dan weet je dat het niet goed zal gaan. (lacht) Idem voor Adrien Rabiot, die altijd zo op zijn gemak is met de bal aan de voet. Je ziet dat de bal plots drie meter van zijn voet wegspringt bij een controle en je denkt: dedju…’

Is dat niveau nog te hoog gegrepen voor PSG?

MEUNIER: ‘Neen, ik denk gewoon dat we te veel geconditioneerd waren om schrik te hebben van Barcelona. Want na de 4-0 thuis zei iedereen dat we toch nog een risico liepen om uitgeschakeld te worden. Als men voortdurend hetzelfde herhaalt, dan heeft dat op den duur zijn effect, dan gaat dat in je hoofd zitten. Maar we zijn vooral niet aan die match begonnen zoals het had gemoeten.’

Was het de ploeg die terugzakte of was het de coach die jullie opdroeg om lager te spelen?

MEUNIER: ‘De coach had ons gezegd dat we ons eigen spel moesten spelen. Maar vanaf de eerste tien seconden heb je door wat er gaat gebeuren: het ene blok liep vooruit, het andere trok zich terug. En daarna hebben we niet meer bewogen, we bleven op onze eigen helft en zelfs in onze eigen zestien hangen gedurende de hele eerste helft.’

Missen jullie op zulke momenten geen sterke persoonlijkheid die jullie weer bij de les houdt?

MEUNIER: ‘Ja, misschien wel. Thiago Motta had in zo’n match nuttig kunnen zijn. Die heeft twee keer de CL gewonnen en heeft ervaring met dat soort matchen.’

SMEERLAPJE

Tijdens het EK vertelde je ons kort voor de wedstrijd tegen Wales dat de Rode Duivels een Roy Keane misten op het middenveld om het vuile werk op te knappen. Voel je dat ook bij PSG?

MEUNIER: ‘Ja, je hebt iemand nodig die iets uitstraalt op het vlak van communicatie. Bij de Rode Duivels voert iedereen zijn taken uit, maar niemand breekt eens uit dat keurslijf, behalve Vincent Kompany, die dat van nature heeft en die bijna altijd de kapitein was sinds hij international werd.’

‘Wanneer Verratti op Barcelona zijn eerste twee ballen verliest, weet je dat het niet goed zal gaan.’

Vind je niet dat die er in het moderne voetbal steeds minder zijn, zulke spelers met een sterke persoonlijkheid?

MEUNIER: ‘Je ziet meer mooie, getalenteerde voetballers, maar het Engelse type, een beetje smeerlap, dat vind je minder tegenwoordig. Iedereen schiet goed op met iedereen, je verliest, je winst, je gaat samen uit. Boefjes als Roy Keane of Eric Cantona zijn een beetje verdwenen.’

Heb je heimwee naar die periode?

MEUNIER: ‘Heimwee niet, maar ik weet nog toen ik veertien, vijftien jaar was en ik op vrijdag met de veteranenploeg van mijn vader ging meespelen: dat was geweldig. Die mannen legden hun hoofd ervoor, in een veteranenmatch! Elk moment kon het ontploffen, maar nadien gingen ze allemaal samen tevreden een pint drinken.’

Door naar een van de grootste Europese clubs te gaan, bevind je je nu in een totaal andere wereld. Besef je wat een waanzinnig parcours je afgelegd hebt?

MEUNIER: ‘Ik besef dat vooral op het niveau van het imago, van de fans die ons volgen. We zijn wat dat betreft Manchester United nog niet, maar PSG is bezig met iets stevigs op te bouwen. Met als voorbeeld wat Chelsea gedaan heeft onder Roman Abramovitsj.’

Na Barcelona zei je dat die zware nederlaag aantoonde dat PSG nog geen grote club was.

MEUNIER: ‘Voor mij stond het bijvoorbeeld vast dat Juventus zich na de 3-0 in de heenmatch niet zou laten uitschakelen. Je moet dus een soort van bewustzijn creëren dat verankerd wordt in de waarden van deze club. Maar het is nog geen vier jaar dat PSG zich telkens plaatst voor de Champions League. En toch heeft men de indruk dat het publiek zich niks aantrekt van de competitie, dat alleen de Champions League telt. Maar zo werkt het niet. Voor een club die nog wat tijd nodig heeft om een vaste waarde te worden, liggen de verwachtingen wat te hoog.’

De prestatie van PSG in de heenwedstrijd tegen Barça was nochtans fantastisch. Hoe verklaar je de begenadigde toestand van die avond?

MEUNIER: ‘Ik weet nog dat ik de eerste vijf minuten van die match de bal niet geraakt heb. Ik heb alleen maar gelopen, alles gebeurde centraal of op links en we verloren niet één keer de bal. Dan weet je dat iedereen er honderd procent bij is en dat het goed zal aflopen. Het was een symbiose, iedereen speelde op hetzelfde ritme, we zetten hoog druk.’

Had je gedacht dat je al zo snel tot zo’n prestatie in staat zou zijn?

MEUNIER: ‘Het feit dat ik goed omringd werd, maakte mijn taak eenvoudiger. Als ik een slechte pass geef, gaat degene waar de bal naartoe gaat die toch nog controleren, moeilijk, maar hij zal er nog wel iets mee doen. Zo gaat dat hier. Het gebeurt dat ik een ziekenhuisbal geef naar Motta die de bal op zijn scheenbeen krijgt, maar dan kan die hem toch nog bijhouden. Ik heb veel geluk gehad dat ik bij PSG kon tekenen. Maar ik ben ervan overtuigd dat een jonge Belgische speler – pakweg een Dion Cools – als je hem goed plaatst, ook zijn plan zou kunnen trekken bij PSG, want hij zou er omringd zijn door allemaal goeie voetballers. Het is het mentale – de manier waarop je met druk omgaat – dat de doorslag geeft.’

Die druk lijkt jou helemaal niet te deren?

MEUNIER: ‘Ik zie mezelf als iemand die met zijn gat in de boter gevallen is, ik besef maar al te goed hoeveel geluk ik heb. En ik ben altijd uitgegaan van het principe dat ik niks te verliezen heb. Als je tegen Barça speelt, is het normaal dat er druk is. Dat is een nieuwe ervaring in je carrière en je weet niet precies hoe dat zal verlopen, maar voor de rest moet je daar niet te veel over nadenken want dat werkt toch eerder averechts.’

WEGGESTUURD BIJ STANDARD

MEUNIER: ‘Toen Brugge me liet tekenen, wilden ze me eigenlijk niet houden. Club wilde me meteen uitlenen aan Westerlo of STVV. Ze hadden me ‘voor vijf frank’ gekocht in derde klasse en hoopten me te kunnen doorverkopen met winst. Uiteindelijk heeft het me geholpen dat ik altijd graag hard gewerkt heb, terwijl ik minder kwaliteiten bezat dan sommige anderen. Ik ben ook op trainers gevallen – Adrie Koster, Christoph Daum, Georges Leekens – die hun spelers beoordeelden op basis van wat ze zagen en niet op basis van hun reputatie. Onder Garrido was dat anders. Die had het voor kleine technische voetballers zoals Víctor Vázquez. Aangezien ik vaak last had van pubalgie, was mijn rendement niet optimaal. Voor Jürgen Klopp zijn sabbatical nam, stond ik trouwens dicht bij een transfer naar Dortmund. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan en misschien is dat in mijn voordeel geweest.’

‘Toen ik veertien, vijftien jaar was, speelde ik met de veteranenploeg van mijn vader mee: dat was geweldig.’

Voor iemand die van Virton in derde klasse kwam, had je misschien je transfer naar Club Brugge al kunnen beschouwen als het hoogtepunt in je carrière.

MEUNIER: ‘Ja, ik had kunnen zeggen: hoger is toch niet mogelijk. Dan was ik tevreden geweest met mijn huisje in De Panne en had ik op mijn lauweren kunnen rusten. Maar uiteindelijk heb ik een beetje hetzelfde parcours afgelegd als Timmy Simons.’

Als je ziet waar je nu staat, duizel je dan niet?

MEUNIER: ‘Dat geeft soms wel een schok, ja.’

Zeker voor iemand die op zijn veertiende weggestuurd werd bij de jeugd van Standard…

MEUNIER: ‘Ik werd weggestuurd omdat ik een groeiprobleem had en omdat ik veel optrok met de zwartjes… (lacht) Die tijd op het internaat van Sainte-Véronique waren de beste jaren, we hadden een geweldige kliek met Cavanda, Benteke, Mpoku en anderen.’

Wat denk je op het moment dat je dan weggestuurd wordt?

MEUNIER: ‘Ik wou stoppen met voetballen. Ik had mijn buik ook vol van het ritme bij Standard, want ik had geen sociaal leven meer. ’s Ochtends trainde ik, dan ging ik tot zes uur naar school en nadien was het opnieuw training tot negen uur. Je kwam thuis, maakte je huiswerk en dat was het. Bijna alle dagen. Toen ze me wegstuurden, stond mijn moeder me op te wachten. ‘Wat nu?’ ‘Gewoon, ik ben weggestuurd…’ We zijn naar huis gereden en in mijn hoofd was het voetbal afgelopen, maar mijn moeder wilde niet dat ik ermee stopte. Op een dag zag ze in de krant een aankondiging van een talentendag in Virton en zo begon het opnieuw. Maar dat was een heel andere manier van leven: ik kon met mijn vrienden naar school gaan, naar de bioscoop, uitgaan in het weekend. Ik kreeg weer plezier in het voetbal. Dat was ik een beetje kwijtgespeeld op de academie van Standard die meer op een fabriek gelijkt… Ik denk trouwens dat veel kinderen het daarom laten afweten.’

Denk je dat dat vreemde parcours van jou een buitenbeentje maakt in het voetbal?

MEUNIER: ‘Neen, ik legde net het parcours af van een gewone jongen.’

Maar wel iemand die in een ongewone context beland is: jullie reizen naar de uithoeken van de wereld, jullie hebben fans die je overal volgen. Dat is niet hetzelfde als dagelijks naar de fabriek gaan werken.

MEUNIER: ‘Ik besef uiteraard hoeveel geluk ik heb. Maar eerlijk waar: ik hield ook van mijn leven hiervoor. Ik vond de fabriek best plezant, want we hadden een goeie vriendengroep en uiteindelijk is het niet zo belangrijk wat je doet, maar dat je plezier hebt in wat je doet. In de fabriek waren het allemaal voetballers uit vierde provinciale, na het werk gingen we een pint drinken.’

Had je toen meer vrienden dan nu?

MEUNIER: ‘Zeker weten. Dat waren mensen die je op elk moment kon zien.’

Kun je in het voetbal vrienden hebben?

MEUNIER: ‘Dat kan, maar dat is mijn ding niet. Ik heb hier bijvoorbeeld betere banden met de mensen van de staf of de communicatie dan met de meeste spelers.’

Frankrijk leerde jou eerst kennen door je persoonlijkheid en dan pas als voetballer.

MEUNIER: ‘Bovendien kreeg ik verwijten: ‘Wie denkt hij wel dat hij is? Hij komt uit het niets, praat veel, maar speelt niet.’ Zo van die dingen. Maar ik zeg altijd mijn gedacht, neem het zoals je wilt. De journalisten klagen er altijd over dat de spelers nooit het achterste van hun tong laten zien, maar als je dan eens zegt wat je denkt, dan maken ze er een hele polemiek van. Maar uiteindelijk hebben ze me op en naast het veld leren kennen en momenteel staan ze positief tegenover mij.’

In het begin van het seizoen lag je voor de positie van rechtsback in balans met Serge Aurier. Die staat voor alles waar de pers niet van houdt. Hoe kijk jij naar de hetze rond die speler?

MEUNIER: ‘Ik vind het bespottelijk wat er over hem wordt verteld. Te veel journalisten schrijven human interest en vertellen om het even wat om gazetten te verkopen. Ik scheer niet iedereen over dezelfde kam, maar als je naar de analisten op tv kijkt: degenen die constructieve dingen zeggen, worden bestempeld als ‘saai’. Wie keet schopt, mag op alle zenders verschijnen. Sommigen geloven volgens mij zelf niet wat ze zeggen. Er zijn er wel die iets van voetbal kennen, maar vaak gaan ze te ver. We zouden meer echte analyses moeten hebben, geen analisten die er alleen zijn om ambras te maken.’

HECHTE GROEP SMEDEN

Om nog eens terug te komen op het EK: wat is daar misgelopen?

MEUNIER: ‘Ik heb daar maar één verklaring voor: we vormden nog geen hechte groep, waar iedereen voor een ander knokt, zoals dat in een clubteam het geval kan zijn.’

Dat is iets heel anders dan het beeld dat we doorgaans van de Rode Duivels hebben…

MEUNIER: ‘Gezien de kwaliteiten die we hebben, komen we daar vaak mee weg, zoals tegen Griekenland, toen we echt niet geweldig waren. We moeten een professionele en patriottische ingesteldheid kweken, zeker tijdens de grote toernooien – dat zal het verschil kunnen maken. Dat is een punt waar Roberto Martínez aan werkt, hij wil een hechte groep smeden.’

Zijn we onder Marc Wilmots op bepaalde limieten gebotst?

MEUNIER: ‘Hij had zijn stijl… Gedurende vele jaren klaagde niemand daarover, het is pas op het einde dat men het gebrek aan tactiek en zo begon te benadrukken. Maar ik vind dat er altijd dingen te verbeteren zijn aan een coach of aan een speler en het zou te gemakkelijk zijn om de fout uitsluitend bij Wilmots te leggen.’

Had je graag Michel Preud’homme gehad als bondscoach?

MEUNIER: ‘Ja, absoluut. Ik was er trouwens van overtuigd dat hij het ging worden. Ik herinner me nog een moment halverwege vorig seizoen, toen we een glas dronken en zeiden dat we aan het eind van het seizoen allebei Club zou verlaten. De timing was perfect voor hem, kampioen geworden, op een mooie noot kunnen eindigen. Alle kaarten lagen goed voor hem om bondscoach te worden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content