Tunesisch international Dylan Bronn: ‘De Belgen moeten op hun hoede zijn voor ons’

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Tunesië is echt geen kleine ploeg, vindt Dylan Bronn, de Frans-Tunesische verdediger van AA Gent en zaterdag opponent van de Belgen. ‘Wij zijn een van de beste ploegen in Afrika.’

Even terug naar mei en de laatste week van de play-offs in de Jupiler Pro League. In het oefencomplex van AA Gent kijkt Dylan Bronn (22) ongeduldig uit naar de laatste wedstrijd tegen Club Brugge. Zijn doel: de vierde plaats veiligstellen, zodat zijn team zekerheid heeft over Europees voetbal, en dan zo snel mogelijk naar zijn land. ‘Er zijn immers al wat jongens aan de voorbereiding begonnen.’

Of hij dan geen weekje rust kan gebruiken? Bronn glimlacht: ‘Iedereen kan altijd een week vakantie gebruiken, maar goed, ik ben 22, mijn parcours was atypisch, via veel omwegen, ik ga zeker niet klagen. Bovendien logeren we in de beste hotels met de nationale ploeg en is de sfeer er fantastisch. ’s Avonds bij mekaar op de thee, kaarten tot ik weet niet hoe laat, en vooral veel babbelen en samen lachen.’

Iets meer dan een jaar geleden werd hij voor het eerst opgeroepen. In maart 2017, door de toenmalige Poolse bondscoach Henryk Kasperczak. ‘De eerste match zat ik nog op de bank, tegen Kameroen, de tweede speelde ik, tegen Marokko. Het resultaat viel tegen, we verloren, maar ik speelde negentig minuten en ik was blij. Daarna is er een nieuwe trainer gekomen. Ik werd ook door hem geselecteerd, voor een kwalificatiewedstrijd in het kader van de Afrika Cup in juni, maar op de tweede of derde training blesseerde ik me aan de adductoren. Toen ben ik naar Frankrijk teruggekeerd voor verzorging.’

Wahbi Khazri was dit jaar een van de beste spelers in de Ligue 1.

Dylan Bronn

Nabil Maâloul, die nieuwe bondscoach, verloor hem vervolgens voor de kwalificaties voor dit WK uit het oog, maar viste hem terug op vanaf maart, eens de voorbereiding op het tornooi werd ingezet. Bronn werd zelfs basisspeler, weliswaar niet langer als centrale verdediger, maar als rechtsachter. Een positie die hij ook in zijn eerste maanden bij AA Gent bekleedde, toen Thomas Foket nog out was. Dat gebeurde onder Hein Vanhaezebrouck nog met vallen en opstaan, een keer in de ploeg en dan er weer out, pas onder Yves Vanderhaeghe kwam er meer regelmaat. In een verdediging met vier kon hij zich vooral concentreren op zijn sterke punten. ‘Ik heb niet de gewoonte om met de bal op te rukken, te dribbelen of voor gevaar te zorgen, maar in een verdediging met vier is dat offensieve minder een probleem. In Tunesië weten ze dat ik een centrale verdediger ben, maar dat ik op rechts mijn plan trek. Van snelle buitenspelers ben ik niet bang, elk weekend staat er wel eentje tegen mij die sneller is. Zaak is wat meer te anticiperen en vooral niet te veel ruimte weg te geven, anders ben je gezien. Ik ben benieuwd wat ik op dit niveau kan brengen. Voor een jonge voetballer is het leuk als je een beetje polyvalent bent, maar uiteindelijk wil je toch een vaste plaats op je beste positie. En die is duidelijk in de as, dat zag je na Nieuwjaar ook al in Gent. Daar ben ik gelukkiger en heb ik meer herkenningspunten.’

Twee nationaliteiten

Dat Nabil Maâloul in maart teruggreep naar Bronn, was geen toeval. De Tunesische bondscoach ging na de kwalificaties op zoek naar vers bloed voor een selectie die voor het eerst sinds 2006 weer eens aanwezig is op een WK. Hij liet zijn oog vallen op jongens met een dubbele nationaliteit. Veelal geboren in Europa, maar met een Tunesische band. In het geval van Bronn is zijn mama een volbloed Tunesische. Zijn papa is een Fransman. Bronn: ‘Voetballen voor het land van mijn ma… Uiteraard zei ik direct ja. Van de Franse nationale ploeg heb ik nooit gedroomd. Ik speelde altijd bij kleinere ploegen. Oké, ik zat wel in het opleidingscentrum van Cannes, maar slechts drie maanden, op mijn negentiende. Daarna stootte ik al door naar de A-kern. Dat was geen ‘normale’ opleiding. Ik voetbal al heel mijn leven, maar had ook veel problemen in mijn jeugd. Ik ben met scheuten gegroeid, elk jaar elf, twaalf centimeter erbij. Dat deed pijn.’

Bronn zei meteen ja tegen Tunesië, anderen twijfelden wat langer. EllyesSkhiri (op zijn 22e al aanvoerder van Montpellier, waar hij is opgeleid) bijvoorbeeld. Tunesië heeft jaren aan zijn mouw getrokken. Skhiri kreeg selecties voorgesteld bij de U19 en de olympische ploeg en al twee jaar kon hij voor de A-ploeg spelen. Maar pas dit voorjaar voelde hij dat hij er klaar voor was.

Voor Yohan Benalouane, geboren in Bagnols-sur-Cèze en opgeleid bij Saint-Etienne, duurde dat zelfs veel langer voor hij klaar was om de uitnodiging van zijn land te accepteren. Hij was Frans belofteninternational en weigerde in het begin van zijn carrière een paar selecties omdat hij droomde van de Franse nationale ploeg. Pas dit voorjaar, op zijn 31e , stelde hij zich beschikbaar. Her en der kreeg hij daarvoor het verwijt een opportunist te zijn. De man die ooit bijna bij Juventus zat, heeft er geen goed seizoen opzitten met Leicester City. Al die nieuwe jongens veranderen het gelaat van de selectie. De helft van de spelers reisde met minder dan 10 caps af naar Rusland. Tunesië schrijft duidelijk de eerste pagina’s in een nieuw verhaal.

Dylan Bronn in duel met Isco tijdens een oefenwedstrijd tegen Spanje: 'We zijn geen ploeg die de bus voor doel parkeert. Technisch zijn we zeer sterk.'
Dylan Bronn in duel met Isco tijdens een oefenwedstrijd tegen Spanje: ‘We zijn geen ploeg die de bus voor doel parkeert. Technisch zijn we zeer sterk.’© BELGAIMAGE

Een van de vedetten van de ploeg, Wahbi Khazri, heeft ook een Engels verleden dat slecht afliep. In zijn laatste wedstrijd voor Sunderland werd hij door de thuisfans van het veld gejoeld. Niet omdat hij slecht was, maar omdat hij niet langer voor hen wilde spelen. Khazri wilde terug naar Frankrijk. Rennes leende hem, en daar kende hij zo’n sterk seizoen, dat de ploeg in de Franse subtop eindigde en hij nu als valse negen een van de sterkhouders van zijn land is geworden.

Khazri werd in 1991 geboren op Corsica. Traditioneel hebben Corsica en Tunesië een nauwe band met elkaar. Toen het op het eiland in de jaren twintig moeilijk ging, weken zo’n 10.000 Corsicanen uit naar Tunesië, om daar een afzetmarkt te vinden voor hun producten. In de jaren zestig ontstond een omgekeerde golf, met import van arbeiders uit Noord-Afrika. Marokkanen gingen massaal aan de slag in het noorden van het eiland in de landbouw, terwijl Tunesiërs zich in de buurt van Ajaccio nestelden. Zo ook de vader en moeder van Khazri. Wahbi bleek een goeie voetballer, die op zijn 18de al in de A-ploeg van Bastia stond, en bij de jeugd zowel nationale selecties voor Tunesië als Frankrijk aanvaardde. In 2012 koos hij definitief voor het vaderland van zijn ouders. ‘Een keuze vanuit het hart’, zei hij toen.

Tunesië is niet het enige land waar het debat rond de twee nationaliteiten en de keuzemogelijkheden woedt. Wij, Belgen, hebben het ook gehad. Marokko treedt op het WK aan met een paar ‘Nederlanders’ en probeerde tot op het laatste moment Munir El Haddadi (geboren in de buurt van Madrid, maar opgeleid door Barça) voor dit WK speelgerechtigd te krijgen. De door Barcelona vorig seizoen aan Alavés uitgeleende ‘nieuwe Messi‘ speelde één interland voor Spanje, in september 2014, en betreurt dat nu. De FIFA verwierp evenwel in maart zijn aanvraag om van nationaliteit te veranderen, en het TAS bevestigde half mei die beslissing.

Negatief imago

Bij Tunesië leeft die hele discussie niet, aldus Dylan Bronn. De realiteit is wel dat de voertaal binnen de selectie Frans is, en niet Arabisch. Bronn: ‘Ik spreek ook geen woord Arabisch, mijn mama heeft vroeger altijd Frans met mij gepraat. Alleen de beledigingen ken ik. ( lacht) Vervelend is dat niet, want iedereen spreekt Frans, zelfs zij die uit Tunesië komen.’

Het gevolg is ook dat het Franse DNA in hun voetbal sloop. Bronn: ‘Van alle Maghrebijnse ploegen zijn wij de meest Europese, denk ik. We zijn geen ploeg die de bus voor doel parkeert. Technisch zijn we zeer sterk, we geven korte passes, we spelen voetbal, quoi. Ik denk dat de Belgen beter op hun hoede zijn voor ons. Tunesië is écht geen kleine ploeg, we stonden niet voor niets 14e in het klassement van FIFA ( inmiddels zakte Tunesië 7 plaatsen en staan ze op plaats 21, nvdr). Naim Sliti stak vorig seizoen bij Dijon in de Franse Ligue 1 elke week de boel in brand en Khazri weet de goal heel goed staan. Hij was dit jaar een van de beste spelers in de Franse eerste klasse. Achterin proberen we in balverlies heel agressief te zijn. Het is niet omdat ik dit zeg, maar technisch en fysiek zijn we indrukwekkend. Dat was het eerste dat me opviel bij mijn eerste selectie: dat ze lopen zonder te stoppen. Dat zit in de Tunesische genen, we raken nooit moe, en de intensiteit tijdens de trainingen is indrukwekkend. Fysiek gaat het tegen 100 per uur en we zijn zeer geconcentreerd. Daar waakt onze coach over.’

Hun ambitie is de eerste ronde overleven. Bronn: ‘Ik heb er vertrouwen in. De druk zal niet op ons liggen, maar op Engeland en België. Op een WK of in het voetbal zijn er altijd verrassingen: Algerije in 2014, Leicester in de Premier League, … Wij komen naar Rusland zonder druk. Alleen plezier vinden en iets laten zien. Zodat iedereen respect heeft voor het Tunesische voetbal.’

En dat respect mag best terugkeren, want wat er nu doorsijpelt over de competitie in het land is vaak negatief. Veel geweld en het gevoel dat wie het pleegt er makkelijk mee weg komt. Zij die in het voetbal het voorbeeld moeten geven, doen dat niet. Zo werd een clubvoorzitter, Moncef Khemakhem, levenslang geschorst voor het knijpen in het achterwerk van een lijnrechter tijdens een wedstrijd van zijn ploeg Club Sportif Sfaxien tegen Etoile du Sahel. Hij deed dat toen de wedstrijd even werd stilgelegd. De scheidsrechter stelde een rapport op maar ’s avonds vertelde de voorzitter in een druk bekeken televisieprogramma doodleuk dat de lijnrechter ‘dat zelf wilde. Ik was gul. Hij was wat onder de indruk van de omstandigheden en verloor zijn concentratie. Daarop heb ik hem twee keer genepen. En het heeft gewerkt, na de rust heeft hij ons een penalty mee bezorgd. Men is ons hier ons recht aan het afnemen dat we ons met hand en tand mogen verdedigen. Zo is de staat van ons voetbal tegenwoordig…’

Hij werd geschorst voor het leven. Voor een aanval op een lijnrechter kreeg in 2015 de sportief directeur van Sahel slechts zes speeldagen schorsing. En toen Stade Tunisien in mei 2016 degradeerde na een 1-1 tegen AS Marsa vielen leden van de staf én spelers van Stade de bezoekende doelman Youssef Trabelsi aan. Toen hij naar de spelerstunnel spurtte omdat hij een en ander voelde aankomen, werd hij getackeld door de materiaalman van de tegenstander en voor de politie tussenbeide kon komen, waren al zeven spelers op zijn hoofd en in zijn buik aan het schoppen.

Kortom, Dylan Bronn heeft gelijk: het Tunesische voetbal kan een mooi WK gebruiken.

‘Kompany was mijn idool’

Welk gevoel heeft Dylan Bronn bij de selectie van de Rode Duivels? ‘Het zijn allemaal spelers die ik bewonder: Romelu Lukaku, Eden Hazard, Kevin De Bruyne, … Toen ik jonger was, was Vincent Kompany nog mijn idool. En in Frankrijk heb ik een zwak voor Raphaël Varane. Atletisch een monster, die gaat er tegen 100 per uur in. Ooit was ik bij een wedstrijd van de Franse U21 tegen de Italiaanse U21. Ik kende Varane toen nog niet, maar wat een indruk maakte die toen op mij! Op de duur betrapte ik er me op dat ik alleen nog naar hem keek. Real Madrid heeft dat snel gezien en hem vastgelegd. Thiago Silva en Varane zijn de centrale verdedigers die de meeste indruk op me maken.’

‘Een transfer? Ik ben hier nog maar pas’

Zijn maatje Samuel Gigot achterin is al weg bij Gent, nota bene richting Spartak Moskou. Denkt Dylan Bronn ook aan een transfer? ‘Ben ik echt niet mee bezig. Niet vergeten: ik ben er nog geen jaar. Wat ik voor ogen had met mijn transfer naar AA Gent was vooruitgang boeken, van de Franse tweede klasse naar de Belgische eerste. Ik zoek hier ervaring en leer op hoog niveau. De aanpassing aan België ging vlot, het is een leuk land en het voetbal is hier van hoog niveau. Snel en vooral zeer fysiek. Dat is echt mijn ding, de duels, een beetje op zijn Frans, alleen worden fouten daar minder gefloten. Daarom pakte ik hier al veel kaarten. Ik ben een agressieve verdediger, en die manier van voetballen ga ik niet veranderen. Je stijl als speler wordt bepaald door waar je opgroeit en wordt opgeleid en in mijn oude clubs stond veel in het teken van voetbal maar ook in het teken van fysiek. Nooit aflaten en tot het einde doorgaan. Dat zie je aan mij.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content