Van Afghanistan tot PSG: het verhaal van Nadia Nadim

© Icon Sport
Steve Van Herpe
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

In 2000 vluchtte Nadia Nadim als 12-jarige uit Afghanistan, waar haar vader geëxecuteerd werd door de Taliban. Nu is ze profvoetballer bij het vrouwenteam van PSG. Op The Players’ Tribune doet ze haar verhaal. ‘Black Lives Matter? Er is nog een andere humanitaire crisis in de wereld.’

Ruim tachtig miljoen mensen zijn op de vlucht, dat is één procent van de totale wereldbevolking. Een hallucinant cijfer. ‘Iedereen praat nu over Black Lives Matter en dat is heel belangrijk’, schrijft de 32-jarige Nadia Nadim in The Players’ Tribune, een mediaplatform waar professionele sporters hun ei kwijt kunnen.

‘Maar er is een andere humanitaire crisis in deze wereld. En ik wil er zeker van zijn dat die niet vergeten wordt. Een groot aantal vluchtelingen hebben geen huis, weten niet waar ze naartoe kunnen en hebben niets te eten. Velen van hen mogen Europa niet in. Sommigen krijgen wel toegang, maar worden dan bekeken met achterdocht en vooroordelen.’

‘Velen van ons zouden iets kunnen doen… maar in de plaats daarvan wachten we af en doen we niks. En daar word ik heel verdrietig van.’

Een soort James Bond

Nadia Nadim, die bij de vrouwenploeg van PSG in de spits speelt, weet waarover ze spreekt. Ze groeide op in Afghanistan. Omdat haar vader, Rabani Khan, een belangrijke generaal was in het Afghaanse leger die heel veel invloed had, kende ze een redelijk beschermde jeugd. Maar in de late jaren 1990 greep de Taliban de macht in het land en veranderde alles.

‘Op een dag in 2000 werd mijn vader weggevoerd met de wagen omdat hij een meeting had met een van de ministers. De Taliban had het niet zo begrepen op mensen met te veel invloed en er waren al heel wat mensen verdwenen. Mijn papa ging naar die meeting… maar kwam niet meer terug’, vertelt Nadim in The Players’ Tribune.

‘Dagenlang zaten we daar in de duisternis te luisteren naar het draaien van de motor en de wind.’

‘Heel lang had ik geen idee wat er aan de hand was. Ik was nog maar twaalf jaar. Ik wist alleen dat mijn moeder heel ontdaan was. Als je leven in gevaar is, ga je niet even rustig samenzitten met de kids – vijf dochters in het geval van mijn mama – om hen uit te leggen wat er gaande is. Maar ik wist dat er iets belangrijks gebeurd was. Vaak luisterden we de gesprekken van de volwassenen af, zoals ‘Oh, ik zag op straat dat de hand van een vrouw werd afgekapt omdat ze haar handen toonde.’ Het was hetzelfde nu met mijn vader. Mijn moeder zei: ‘Oh, dit is vreemd. Hij blijft te lang weg.’

‘Snel begon ik de paniek op de gezichten te zien: bij mijn ma, mijn tantes,…. Het leven van mijn vader was in gevaar. Die angst, die onzekerheid, bleef lang bij me. Ik vind dat dat het ergste gevoel is dat je kan ondervinden in je leven.’

‘Wat het nog erger maakte, was dat mijn vader een soort James Bond was die alles kon, weet je? In mijn hoofd kon ik het gewoon niet vatten. Hoe kon een kerel zoals hij verdwijnen? Zelfs jaren later, toen we gehoord hadden dat hij geëxecuteerd was, geloofde ik niet dat er hem iets overkomen was.’

‘Ik word nog altijd emotioneel wanneer ik erover praat. Ik huil niet vaak maar … ja… ik raak er nog altijd door van streek…’

Niet Londen, maar Randers

De executie van de vader van Nadia Nadim gebeurde in 2000. Haar moeder moest toen beslissen wat ze zou doen. In het belang van haar veiligheid en die van haar vijf dochters, besloot ze te vluchten.

‘En dus verkocht ze alles wat ze bezat: de twee huizen, het appartement, de auto’s, de juwelen, alles. En toen vertelde ze ons op een dag dat we de volgende nacht zouden vertrekken. Ze zei: ‘Ga niet naar buiten. Vertel het aan niemand. Als de mensen erachter komen, zijn we in gevaar.’ Ik nam twee sporttassen en stak al mijn kleren erin.’

‘Die nacht stapten we in een minibusje en reden urenlang door de duisternis. We raakten in Karachi, in Pakistan, waar we we onze intrek namen in een klein appartementje met twee slaapkamers.’

Nadia Nadim speelt nu voor de Deense nationale ploeg
Nadia Nadim speelt nu voor de Deense nationale ploeg© GETTY

‘Een maand later kregen we onze paspoorten. De volgende ochtend kwam een busje ons oppikken. We droegen Pakistaanse kleren – op papier waren we een Pakistaans gezin. Toen we vertrokken, zei mijn ma: ‘Jullie zeggen niks.’ We kwamen aan op de luchthaven en een kerel liep voor ons, zoals… in de films, zoals in Ocean’s Thirteen, waar je een team hebt dat samenwerkt en ze komen allemaal opdagen. Niemand zegt iets, maar iedereen weet wat er aan de hand is. De mensen op de luchthaven weten wat er aan het gebeuren is, maar niemand zegt iets omdat ze allemaal een pak geld gekregen hebben. Dus we raakten door de security, en we stapten op het vliegtuig.’

Het gezin landt in Milaan. Vandaar gaat het in de laadruimte van een vrachtwagen naar Londen. Of dat was toch de bedoeling, vertelt Nadia Nadim.

‘Dagenlang zaten we daar in de duisternis te luisteren naar het draaien van de motor en de wind. We hebben water in flesjes en een beetje toast, maar niemand drinkt of eet veel want er is geen toilet. Plots stopt de vrachtwagen. Een kerel opent de deuren en roept ‘Eruit! Eruit! Eruit’ We stappen uit. De man verdwijnt. Wij, de kinderen, hebben geen idee wat er gaande is. Alles wat mama gezegd had was dat we naar Londen zouden gaan, omdat we daar familie hebben. Maar het enige wat ik kon denken, was: ik had me Londen anders voorgesteld. En ik dacht ook: oh jongens, ik zou echt iets kunnen eten nu.’

‘Na een paar uur vraagt mijn moeder aan een oudere man die zijn hond uitlaat: ‘Hey, waar zijn we hier?’ Hij zegt: ‘In Randers.’ Blijkt dat we niet in Londen zijn, maar in een klein stadje in Denemarken.’

Geloof in verandering

Het gezin belandt in een vluchtelingenasiel, waar het maandenlang verblijft alvorens het de verlossende brief krijgt dat de asielaanvraag aanvaard werd. ‘En zo begon mijn nieuw hoofdstuk in Denemarken. Zo kreeg ik mijn leven’, zegt Nadia Nadim.

‘Dit is mijn verhaal. Andere vluchtelingen komen aan in Europa met hun eigen trauma’s en verliezen. Sommigen zullen teruggestuurd worden. Vele anderen zullen nooit aankomen.’

‘Ik hoop dat mijn verhaal een beetje inzicht geeft in hoe het is om een vluchteling te zijn en niks te hebben. En ik hoop dat iedereen ermee akkoord kan gaan dat nationaliteit niet zo belangrijk is als mensenrechten. De wereld is uiteindelijk voor iedereen.’

‘Na Covid-19 zullen meer mensen een echte crisis meegemaakt hebben en zullen ze misschien meer empathie hebben voor oorlogsvluchtelingen.’

Nadia Nadim

‘Misschien zal dit optimistisch klinken,’ besluit Nadim, ‘maar ik hoop dat de turbulente periode waar we nu door gaan – met de pandemie, de moord op George Floyd en de wereldwijde protesten – ons iets zal leren. Namelijk dat wanneer alles weggenomen wordt, het enige dat overblijft medelijden en vriendelijkheid is. Na Covid-19 zullen meer mensen een echte crisis meegemaakt hebben en zullen ze misschien meer empathie hebben voor oorlogsvluchtelingen. Misschien zal de media ook op een positievere manier over vluchtelingen berichten, zodat meer mensen denken: oké, laat ons die mensen helpen. Misschien geven ze iets goeds terug aan ons land.’

‘Eerlijk gezegd geloof ik dat een grote verandering mogelijk is. Mensen zijn tot veel meer in staat dan je ooit zou denken. Ik zeg niet dat ze hun eigen leven op het spel moeten zetten om anderen te helpen. Helemaal niet. Je moet er eerst voor zorgen dat je zelf oké bent. Maar als je de middelen en de energie hebt om te helpen en je ziet iemand op de grond liggen, dan hoop ik dat je je hand gaat uitsteken.’

‘Want wat ons menselijk maakt, is niet geld. Het is niet comfort. Nee, nee. Het is ons vermogen om het lijden van andere mensen te begrijpen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content