
Van Barcelonese oprichters tot de records van CR7: 10 feiten uit 120 jaar Real Madrid

Op 6 maart 2022 bestaat de Koninklijke precies 120 jaar. Een aantal opmerkelijke feiten uit de rijke historie van de Spaanse recordkampioen.
1902
De Madrid Foot-ball Club wordt boven de doopvont gehouden door de broers Juan en Carlos Padrós, oorspronkelijk afkomstig uit … Barcelona.
1930
De legendarische doelman Ricardo Zamora, die naar verluidt graag cognac dronk en drie pakjes sigaretten per dag rookte, tekent voor Real Madrid. De Catalaan speelde eerder voor RCD Espanyol en FC Barcelona. Hij helpt Real in 1931/32 aan een eerste Spaanse titel. De huidige Trofeo Zamora, de prijs voor de beste keeper in La Liga, is naar hem genoemd.
1936
Op 21 juni staan Real Madrid en FC Barcelona voor de eerste keer in een finale van de Copa del Rey tegenover elkaar. De Koninklijke, met Ricardo Zamora in doel, wint met 2-1. Een maand later breekt de Spaanse burgeroorlog uit, die drie jaar zou duren.
1939
Het Estadio Chamartín, waar Real Madrid sinds 1924 zijn thuiswedstrijden speelde, doet na de Spaanse burgeroorlog dienst als geïmproviseerd concentratiekamp voor republikeinse gevangenen van generaal Francisco Franco. Het stadion bevindt zich daarna in een lamentabele toestand, maar heropent zijn deuren toch in oktober 1939. In 1946 wordt het volledig afgebroken en een jaar later verhuist Real Madrid naar het Estadio Bernabéu.

1955
De outfit van de Koninklijke wordt voor het eerst in de geschiedenis volledig wit. Tot 1955 werd er nog gevoetbald met donkere kousen. In de beginjaren was het broekje ook donkerblauw.
1960
Real Madrid verslaat Eintracht Frankfurt met 7-3 en wint voor de vijfde keer op rij Europacup I, de voorloper van de Champions League. De Argentijn Alfredo Di Stéfano, bijgenaamd De Blonde Pijl, scoorde in elk van de vijf gewonnen finales.

1978
Op 2 juni overlijdt Santiago Bernabéu. Hij werd net geen 83 jaar. De man naar wie het huidige stadion vernoemd is, was niet alleen 35 jaar voorzitter van de Koninklijke, hij speelde er zelf ook lang in de spits. Hij maakte van Real de meest succesvolle club van Spanje en van Europa.
1986
Van 1986 tot 1990 pakte Real Madrid vijf keer op rij de titel. Het was het tijdperk van La Quinta del Buitre (de lichting van de gier), genoemd naar de bijnaam van de meest charismatische van de bende: Emilio Butragueño. De spits had een directe lijn met voorzitter Ramón Mendoza.

2000
Florentino Pérez wint de voorzittersverkiezingen van Lorenzo Sanz en begint met zijn zogeheten politiek van ‘Zidanes y Pavones’, naar Zinédine Zidane en Francisco Pavón: een mix van supersterren en jeugdproducten. Luis Figo (2000), Zidane (2001), Ronaldo (2002) en David Beckham (2003) trekken het hagelwitte shirt aan. In aanloop naar een onderlinge confrontatie zegt toenmalig Valenciavoorzitter Jaime Ortí over hen: ‘Ze noemen hen galácticos of zoiets.’ De term ‘los galácticos’ is geboren.
2015
Cristiano Ronaldo wordt topschutter van La Liga met maar liefst 48 goals. Alleen Lionel Messi deed ooit beter met 50 rozen in het seizoen 2011/12. In 438 wedstrijden voor Real scoorde CR7 450 keer (gemiddeld 1,02 goals per match) en gaf hij 132 assists. Messi klokte af op 672 doelpunten (gemiddeld 0,86) en 303 assists in 778 wedstrijden bij Barça.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier