Voetballen in een pariastaat: wat met de Russische competitie tijdens de oorlog?

© GETTY
Stan De Feyter Medewerker Sport/Voetbalmagazine

De Russische competitie is drie speeldagen ver. Wie naar de rangschikking kijkt, ziet weinig opvallends: Zenit staat aan de leiding, Spartak en CSKA Moskou volgen van dichtbij. Maar uiteraard is de impact van de oorlog ook hier voelbaar. Een blik op een competitie in isolatie.

Op dinsdag 24 februari werd aangekondigd dat de luchthavens dicht bij de Oekraïense grens zouden sluiten naar aanleiding van de recente invasie van Rusland in de twee schijnrepublieken Loehansk en Donbas. Twee wedstrijden werden uitgesteld, vervelend, maar het zou later pas het begin blijken van de stroom aan ongemakken en crisissen die het conflict over de voetbalclubs afroept. Van boycots door de UEFA tot problemen voor de vele oligarchen die eigenaar zijn van een ploeg.

In de dagen volgend op de invasie trokken bijna alle Oekraïense spelers zich terug uit hun clubs, slechts enkele spelers met dubbele nationaliteit bleven spelen. Op 28 februari schorsten de UEFA en de FIFA alle Russische clubs voor onbepaalde tijd van Europese competities, kort daarna kregen buitenlandse spelers een regeling die hen toeliet om eenzijdig hun contract op te zeggen en zo een andere club te kiezen. Een regeling waarvan maar liefst 34 spelers op een maand gebruik van maakten, sommige spelers zegden dan weer tijdelijk hun contract op of werden onmiddellijk uitgeleend. Vooral de clubs uit Moskou, aangevuld met Krasnodar en Roebin Kazan verloren veel spelers, Zenit hield zijn kern het best intact en werd uiteindelijk nog kampioen.

Extrasportieve problemen

De sportieve gevolgen voor Russische clubs zijn niet mals, maar ook naast het veld komt de oorlog hard binnen. 3 van de 16 clubs staan onder eigendom van mensen of banken die rechtsreeks getroffen zijn door de sanctiepakketten van het westen. Met name PFK Sotsji, CSKA Moskou en Dynamo Moskou. Hun eigenaars hebben bijvoorbeeld aandelen die bevroren zijn of zagen hun banken verwijderd worden uit het internationale betalingssysteem SWIFT.

Maar veel andere eigenaars die niet rechtsreeks getroffen worden door de sancties voelen de impact van de oorlog. Vaak zijn dit figuren met aandelen in grote Russische bedrijven die hun fortuinen zagen verminderen door de turbulente staat van de Russische economie. Een voorbeeld hiervan is Leonid Fedoen, eigenaar van Spartak Moskou en ook meerderheidsaandeelhouder van Lukoil, het grootste private bedrijf van Rusland dat door de acties van de Russische overheid een onzekerder bestaan leidt.

En dan is er nog het controversiële geval van Zenit, de club die innig verworven is met de Russische gasindustrie. Zenit is al sinds 2005 in handen van staatsbedrijf Gazprom en werkt zijn thuiswedstrijden af in de hypermoderne Gazprom Arena. De club en het bedrijf zijn één: de topmannen van Zenit zijn de topmannen van Gazprom. De miljardenwinsten die Gazprom maakt sponsoren het Russische leger en door de grote Europese afhankelijkheid van gas uit Rusland is Gazprom één van Poetins belangrijkste wapens tegen Europa.

Zo geraakt Zenit rechtsreeks betrokken bij het conflict. Dat de club daardoor uitgespuwd werd door Europa en gesanctioneerd werd door de UEFA – dat overigens tot voor kort zelf probleemloos geld aannam van Gazprom – lijkt ze op sportief vlak niet te deren. Vorig jaar werd het kampioen, en ook dit jaar miste het zijn start niet.

Ook al wordt Zenit zwaar getroffen door de oorlog, het lijkt er sportief niet zwaar onder te lijden.
Ook al wordt Zenit zwaar getroffen door de oorlog, het lijkt er sportief niet zwaar onder te lijden.© GETTY

Transfers

In die omstandigheden van sportieve malaise, spelers die hun club willen verlaten en economische onzekerheid moeten de Russische ploegen zich handhaven op de transfermarkt. En daar zie je een grote trendbreuk. Alle Russische clubs samen gaven voorlopig slechts 60 miljoen euro uit aan transfers, slechts de helft van wat ze het jaar daarvoor uitgaven en een vierde van de 250 miljoen die twee jaar geleden over de toogbanken vloog. Het aantal buitenlandse spelers in de competitie is geslonken van 162 vorig seizoen naar 93 dit seizoen. Brazilianen en Wit-Russen zijn tegenwoordig de grootste groep buitenlanders, samen zorgen zij voor 20 van de 93 spelers.

De transfermarkt is dus op zijn zachtst gezegd stevig gekrompen. Dat uit zich ook in het type transfers dat wordt uitgevoerd. Waar twee jaar geleden spelers als Malcom, Guus Til of Nikola Vlasic nog voor tientallen miljoenen werden gehaald is de duurste inkomende transfer vooralsnog Christopher Martins Pereira die Young Boys verliet voor Spartak voor een bedrag van 6 miljoen euro. Clubs trekken daarbij voornamelijk nog Russen of Zuid-Amerikanen aan en drijven ook voor het grootste deel handel met andere Russische clubs. Zo lijkt de politiek ook de Russische transfermarkt in de greep te hebben.

Stilte

Het conflict in Oekraïne is dus disruptief voor het Russische voetbal. Desondanks horen we weinig kritiek vanuit de spelerskernen. Fjodor Smolov is de meest prominente Russische speler die zich tegen de oorlog heeft gekeerd. De spits/middenvelder is al jaren een vaste waarde in de Russische Premjer League bij Dinamo Moskou en bij de nationale ploeg. Enkele dagen na het begin van de oorlog postte hij ‘No to war!!’ op zijn Instagram. Maar de spits bleef wel in Rusland en gaf sindsdien ook geen politieke statements meer, al staat de foto er nog steeds. Een andere opvallende figuur die zich heeft uitgesproken tegen de oorlog is voormalig Russisch kapitein Igor Denisov die de invasie een ’totale catastrofe’ noemde.

Smolov is een van de enige Russische voetballers die zich openlijk uitsprak tegen de oorlog.
Smolov is een van de enige Russische voetballers die zich openlijk uitsprak tegen de oorlog.© GETTY

Er zijn echter ook pro-russische stemmen in het voetbal, zoals die van huidig Russisch kapitein Artem Dzjoeba, die op sociale media stevig uithaalde naar Oekraïners Andrij Jarmolenko (West Ham) en Vitalij Mykolenko (Everton) omdat ze Russische voetballers bekritiseerden voor hun stilte rond de oorlog.

Die stilte is erg opmerkzaam en blijft voortduren. En dus hervatte de Russische competitie alsof er niets aan de hand was. Zenit is andermaal topfavoriet en kan een vijfde titel op rij claimen. De club heeft zich redelijk goed kunnen redden en maakte niet dezelfde exodus mee als sommige van hun concurrenten. Joeri Alberto is de meest prominente vertrekker, maar andere buitenlandse sterren zoals Malcom en Dejan Lovren bleven wel. Spartak en CSKA lijken de belangrijkste concurrenten. Hoe dan ook, de winnaar speelt geen Champions League en de ereplaatsen hebben geen belang, de Russische competitie blijft in quarantaine voor onbepaalde duur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content