De eventuele aanwezigheid van phtalaten in de urine van de wielrenner, is geen bewijs van een bloedtransfusie.
De eventuele aanwezigheid van phtalaten (chemische stoffen afkomstig van de plastic zakken voor transfusies) in de urine van wielrenner Alberto Contador, is geen bewijs van een bloedtransfusie. Dat zegt het Wereldantidopingagentschap (WADA).
“We kunnen niet met honderd procent zekerheid zeggen dat de deeltjes van een transfusie afkomstig zijn,” zei Dr. Olivier Rabin, wetenschappelijk directeur van het WADA, aan AFP. “Ze kunnen ook op andere manieren in het lichaam terechtgekomen zijn”.
Het agentschap wil ook niet bevestigen of er effectief phtalaten in de urine van Contador gevonden zijn.
Clenbuterol
Vorige week raakte bekend dat Contador op 21 juli, tijdens de tweede rustdag in de Tour de France, positief testte op clenbuterol. De Spanjaard beweert dat hij het slachtoffer werd van vervuild vlees. De zaak wordt nog onderzocht.
Maar volgens onder meer de New York Times zouden er bij een andere controle in de urine van Contador dus ook phthalaten gevonden zijn.
Contador wil klacht indienen tegen meerdere mediabedrijven en websites omdat die volgens hem lasterlijke informatie over hem hebben verspreid.
De renner gaat overigens volgende week dinsdag niet naar de voorstelling van de Tour 2011 in Parijs. Hij kiest ervoor alle aandacht op zijn dopingzaak te richten en gaat de publieke belangstelling voorlopig liever uit de weg.
