Cancellara steekt Boonen voorbij

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Met zijn successen van de voorbije weken heeft Fabian Cancellara zijn palmares nóg rijker gestoffeerd dan dat van Tom Boonen. Althans qua kwaliteit, want op basis van kwantiteit steekt de Belgische kampioen nog altijd boven de Zwitser uit.

Na de drieklapper van Fabian Cancellara in de E3, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix werd de discussie weer opgerakeld: wie heeft het grootste palmares ? De Zwitser of Tom Boonen? Zoals vaak zijn de meningen verdeeld: Johan Museeuw gaat voor Spartacus, Roger De Vlaeminck kiest verrassend genoeg voor de Kempenaar.

‘Kleine’ ritzeges

Maar wat zeggen de pure cijfers? Daarvoor deden we een beroep op de ranking van de beste Belgische renners die Sport/Voetbalmagazine al enkele jaren opstelt. Dat klassement is louter gebaseerd op het individuele palmares. Zo’n puntensysteem (uitleg zie onderaan) is, net als een mening van x of y, ook arbitrair, maar het geeft wel een objectievere richting aan.

Tom Boonen verzamelde volgens die ranking tot nu toe 2755 punten, met als ankerpunten een wereldtitel op de weg en zeven klassieke monumenten. Gieten we het palmares van Fabian Cancellara – gevuld met onder meer één olympische, vier wereldtitels tijdrijden en zes grote klassiekers – door dezelfde trechter, dan geeft zijn teller 2527,5 punten aan.

Een voordeel voor de Kempenaar dus, dankzij vooral liefst 58 overwinningen in kleinere rittenwedstrijden als de Ronde van Qatar of de Ronde van België, want Cancellara strandt in die categorie op ‘slechts’ 13.

Logisch, aangezien Boonen als sprinter meer winstkansen heeft dan de tijdrijder uit Zwitserland. Dat is ook af te leiden uit hun totaal aantal UCI-overwinningen: 108 voor Boonen (waarvan 82 in groepssprinten met meer dan 10 renners), ten opzichte van 77 voor Cancellara (waarvan liefst 49 zeges tegen de klok).

Tellen we die ‘kleine’ ritzeges niet mee, dan helt de balans (lichtjes) over richting Spartacus, met 2430 punten, ten opzichte van 2320 voor Boonen, waarbij Cancellara zijn achterstand qua zeges in semiklassiekers (14 versus 6) goedmaakt met zijn wereldtitels tijdrijden, plus etappe- en eindoverwinningen in middelgrote rittenwedstrijden als Tirreno-Adriatico en de Ronde van Zwitserland. Daar is Boonen nooit in geslaagd, al waren die twee rondes toen op maat van Cancellara gesneden, zonder veel lastige bergritten en een lange tijdrit.

Kwantiteit versus kwaliteit

Conclusie: qua kwantiteit steekt Boonen nog boven Cancellara uit, qua kwaliteit en grote overwinningen heeft de Zwitser de Belg de voorbije weken ingehaald. De algemene balans is dus (voorlopig) in evenwicht.

Het puntensysteem: renners verdienden punten op basis van de belangrijkheid van de koers waarin ze hun zege of ereplaats behaalden. Een wereldtitel op de weg en tegen de klok levert 200 of 70 punten op, een zege in een van de vijf grote eendagsmonumenten 100 punten, een overwinning in semiklassiekers als Gent-Wevelgem of de Waalse Pijl 70 punten, een nationale titel 40 punten…

Winst in de Tour is goed voor250 punten, in de Vuelta of Giro 150 punten. Verder 80 punten voor een overwinning in middelgrote rondes als Parijs-Nice, 40 punten voor kleinere rittenwedstrijden als de Ronde van België. Tellen ook nog mee: ritzeges in grote/middelgrote/kleine rondes, plus podiumplaatsen in Tour, Giro of Vuelta, grote klassiekers, het WK of de Olympische Spelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content