Walter Pauli

Chris Froome: van de berg naar de hemel, en hopelijk niet terug omlaag

De demonstratie van Team Sky op La Planche des Belles Filles, een onuitgegeven maar uiterst steile richel in de zuidelijke Vogezen, heeft iedereen verrast, velen verrukt, en sommigen verontrust.

Verrast, omdat Sky een collectieve demonstratie weggaf waartegen geen enkel ander team een antwoord had. Het beste waren een paar kopmannen – en dan hebben we het over de super-favoriet van deze Tour, Cadel Evans, en amper drie anderen, die in het zog van de Sky-trein konden blijven. Wie gek is op voor de hand liggende woordspelingen als ‘The Sky is the limit’, was gisteren aan het feest.

Vier renners van Team Sky reden alle andere favorieten op achterstand. Eigenlijk waren het er drie – Chris Froome, Michael Rogers en Richie Porte – want kopman Bradley Wiggins was nog niet aan zelf werken toe. Vooraf was gezegd: hier geeft de top van het klassement maximaal een minuut toe. Dat was maar half zo. Gaven geen of amper een paar meter toe: Cadel Evans (BMC) en Vicenzo Nibali (Liquigas). Bleef binnen de halve minuut, of toch ongeveer: Rein Taaramäe (Cofidis). Bleven binnen de minuut: Haimar Zubeldia (Radio Shack), Pierre Rolland (Europcar), Janez Brajkovic (Astana), Denis Menchov (Katusha), Maxime Montfort (Radio Shack), en met enige goede wil ook Nicolas Roche (AG2R) en Fränk Schleck (Radio Shack). En nog een halve minuut verderop liepen ook de Franse belofte Thibaut Pinot (La Française des Jeux) en Samuel Sanchez (Euskaltel), de bollentrui van 2011, binnen. In die mate klopt de voorspelling: de top-tien, die stilaan vorm krijgt, geeft op ‘La Planche des Belles Filles’, niet zo lang maar gruwelijk steil, minder tijd toe dan de verschillen die straks in de eerste lange tijdrit te verwachten zijn.

Maar nadien tikten de minuten dik aan, en ook daar zat nog veel ‘schoon volk’ bij. Te beginnen met vaderlands hoop in bange dagen: Jürgen Van den Broeck (Lotto) kreeg op het foute moment pech, naar eigen zeggen forceerde hij bij het terugkomen op La Planche des Belle Filles, waarna hij blokkeerde. De volgende ritten zullen aantonen of die uitleg strookt met de waarheid, Jelle Vanendert zat bij Van den Broeck eveneens aan zijn limiet. Zij liepen binnen op 1’52”. Dat lijkt dramatischer dan het is: Van den Broeck moet er maar uitgaan dat elke toprenner wel ergens in de Tour flink tijd verliest – anders waren er ook geen verschillen in het klassement. Alleen is zijn ‘malus’ een beetje voortijdig opgebruikt. Dat was zeker het geval voor Robert Gesink en Bauke Mollema (Rabobank), de Nederlandse toppers konden zich na hun minuten tijdverlies na de val in de vrijdagrit naar Metz geen extra verliesminuten meer veroorloven. Dat gebeurde toch: 2’19” erbij voor Mollema, 2’53” voor Gesink.

En van de andere bekende namen die achterbleven is het verdict eigenlijk logisch. Ofwel zijn het nooit echte klimmers geweest. Thomas Voeckler (2’05”) hoort in deze categorie thuis, Alejandro Valverde (2’19”) ook, of Aleksandr Vinokourov (2’17”). De twee laatste zijn ook al behoorlijk oud, en ouderdom lijkt ook het fatale lot voor Andreas Klöden (2’19”), Ivan Basso (2’53”) Levi Leipheimer (3’11”). Klöden en Basso stonden in 2004 al samen met Lance Armstrong op het podium in Parijs, Leipheimer is al prof sinds 1998 en kende zijn echte doorbraak in de Vuelta van 2001: de herfst van hun carrière gaat stilaan over in de vroege winter ervan, ook al manifesteert zich dat altijd het meest nadrukkelijk in juli. In de ritten van de waarheid van de Tour de France.

Tot zo ver was dit een mooie prelude, waar de kaarten een eerste keer stevig werden geschud. Een tour die uitdraait op het voorspelde duel tussen Cadel Evans en Bradley Wiggins, die op La Planche des Belles Filles een dappere Cancellara uit het geel reed. Nibali en misschien Taramäe lijken de dichtste toeschouwers van dat duel. En als men (misschien een beetje voortijdig) ervan uitgaat dat Evans en Wiggins onder elkaar uitmaken wie één en twee worden in Parijs, is er nog maar één podiumplaats open. En dan zal Jürgen Van den Broeck inderdaad nog een dijk van een Tour moeten halen om die plaats te pakken. Maar hij legt de lat beter hoog. Mikken op topdrie of, wat realistischer, topvijf, in de wetenschap dat dit de enige manier is om zichzelf in de toptien te knokken.

En dan moet ritwinnaar Chris Froome hopelijk veel en hard werken voor zijn kopman Bradley Wiggins, zodat hij niet te hoog in het klassement blijft hangen. Want de man heeft ambitie: hij werd tweede in de Vuelta van vorig jaar, op erg korte afstand van winnaar Cobo, en won nu al een Vogezenrit in de Tour, nadat hij in de voorbereiding vierde werd in de Dauphiné Liberé. Dat zijn adelbrieven die een Van den Broeck nog altijd niet kan voorleggen. De eerste in Kenia geboren ritwinnaar bovendien, een jongen die de stiel leerde bij een Zuid-Afrikaans team: de mondialisering van het wielrennen blijft zich doorzetten. Dat is het goede nieuws.

Het verontrustende nieuws is, dat Sky zo manifest domineerde, zo collectief zo veel beter en sterker was. En dan speelt de zeer recente geschiedenis van het wielrennen tegen de sport. Sinds het post-Indurain-tijdperk – en dat begint al in 1996 (!) – is alleen Cadel Evans winnaar van een (voorlopig) onbesproken Tour. In 1996 en 1997 won Telekom met Bjarne Riis en Jan Ullrich het duel met de Festina’s van Virenque: we weten allemaal wat er toen gebeurd is. In 1998 breekt die etterbuil open in de zogenaamde Festina-Tour. De winnaar blijkt Marco Pantani. De betreurde Pantani, met zijn intussen welbekend verhaal van verslavingen. Dan volgt zeven jaar lang de Armstrong-era. De hoop die Armstrong bij zijn eerste Tourwinst meebracht (‘Armstrong walks the moon’) mondde uit in een onafgebroken serie getuigenissen en onderzoeksrapporten over doping.

De voorlopig laatste fase wordt momenteel uitgevochten aan de tafel van het Amerikaanse anti-dopingagentschap Usada, het is de reden waarom Johan Bruyneel uit Frankrijk wegbleef en ex-ploegmaats als Jonathan Vaughters, David Zabriskie, Christian Vande Velde, George Hincapie en Levi Leipheimer genoemd worden als spijtoptanten. Op Vaughters na (die geen actief renner meer is), laat hun reactie zich samenvatten als ‘ontkennen noch bevestigen’. Het is een schandaal waarvan velen de mogelijke fall-out nog niet helemaal vatten. Als duidelijk wordt dat er destijds systematisch dopinggebruik was bij US Postal en zijn opvolger Discovery Chanel, dan komt die boemerang ook de andere ex-ploegmaats van die tijd in de nek. Zoals daar zijn: Giro-winnaar Ryder Hesjedahl (ploegmaat in 2004-2005) of Jürgen Van den Broeck (erbij in 2004-2006), Stijn Devolder (2004-2007), en zelfs even Tom Boonen (2002). Vraag is natuurlijk of er dopinggebruik bewezen kan worden, en zo ja hoe systematisch het was, hoe veralgemeend in de ploeg. Een jonge renner die alleen klassiekers reed, zoals Boonen, had er trouwens niet hetzelfde voordeel aan als de kern van ijzervreters die samen met Armstrong de Tour moesten domineren. Maar wat men een Devolder, die in de Vuelta van 2006 opgenomen was bij de echte ronderenners van de ploeg, zelfs even als kopman uitgespeeld werd en een paar dagen de amarillo leiderstrui droeg?

Soit. Die hele geschiedenis ligt nu voor het Amerikaanse dopingtribunaal, de uitkomst is nog onzeker. Het enige wat zeker is, is dat de werkelijkheid meestal minder fraai was dan de wielerliefhebber had gehoopt. Want na Armstrong kwam de Tour van 2006, met Floyd Landis als ‘winnaar’. En dan die van 2007, waar Michael Rasmussen na de laatste bergrit in het geel afgevoerd werd, en Alberto Contador de nieuwe winnaar werd. Rond Contador hing altijd een zweem van doping, na zijn merkwaardige betrapping wegens het naar eigen zeggen verorberen van ‘hormonaal bewerkt vlees’ hangt er voor altijd een dopingaura rond Contadors zeges van 2007, 2009 en 2010.

Tussendoor, in 2008, draaide de Tour uit op het ‘kleine’ duel tussen Cadel Evans en Carlos Sastre, die won. Het was onderweg een vuile Tour, waar ploegmaats Riccardo Ricco en Leonardo Piepoli drie ritten wonnen tot ze met het hele Saunier-Duval-team wegens doping uit de Tour werden gezet (Ricco werd opgepakt). En later bleek dat ook bollentrui Bernhard Kohl en Stefan Schumacher, winnaar van beide tijdritten, wegens doping uit alle klassementen werden geschrapt.

Vorig jaar won Cadel Evans. Contador was nog maar een schim van zijn vroegere zelf, en de grote revelatie van de Tour was het Europcar-team, met de onverdroten strijdlust van Thomas Voeckler en witte trui Pierre Rolland. Dat Fransen waren wild enthousiast. Domper op de feestvreugde was evenwel dat onlangs de Franse sportkrant L’Equipe berichtte dat het Frans gerecht een onderzoek is gestart naar het gebruik van doping door Europcar tijdens hogervermelde Tour. Reactie van manager Bernaudeau: “Dit is een complot tegen ons.”

Daarmee is niet gezegd dat Team Sky een geheim dopingprogramma erop na houdt. Alleen is een beetje wielerliefhebber (en dan hebben we het niet over de supporter, die nooit lering trekt uit het verleden) op zijn hoede. En gaat hij niet meteen staan jubelen om de buitengewone suprematie van Team Sky, en hoe ze de tegenstand verpletterden. Sinds de demonstratie van de drieGewiss-renners (zeg maar: machines) in de Waalse Pijl, in 1994, doen we dat niet meer. Toch? Hij moet ook niet meteen gaan brullen: ‘Dit kan niet, dit moet doping zijn’. Wie een hart heeft voor de wielersport, blijft vandaag sceptischer dan hij dat tien jaar geleden zou zijn. En de regel is: hoe uitzonderlijker, hoe merkwaardiger, hoe abnormaler het succes, hoe behoedzamer men is om te jubelen van vreugde.

Gelukkig heeft Team Sky dat streepje voor: de zege op ‘La Planche des Belles Filles’ ligt in het verlengde van wat ze dit jaar al meermaals deden. Abnormaal is het niet, voor hun doen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld US Postal in de Armstrong-jaren, doen de Sky-renners meer dan alleen maar trainen in een Spaanse kolonie, waar ze allemaal verzamelden. Wiggins won dit jaar al in Parijs-Nice, de Ronde van Romandië en de Dauphiné Liberé. En steeds stond zijn ploeg paraat. Dat is al een geruststelling, een teken van ‘normaliteit’: een ploeg die zich tijdens het seizoen niet wegstopt, maar die van maart tot juli paraat staat, en ook in april en juni belangrijke zeges boekte. Of daar de belangrijkste trofee bijkomt, is nog afwachten. Net zoals de intrigerende vraag of Chris Froome de eerste luitenant blijft van Bradley Wiggings, of hij zijn kopman nog tijdens deze Tour overvleugelt.

Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content