Contador vs. Froome: de grote vergelijking

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De herboren Alberto Contador werpt zich op als dé uitdager van Chris Froome voor de Tour die zaterdag start in Leeds. IJdele of realistische hoop? Een vergelijkende studie.

‘Froomey’ vs. ‘El Pistolero’. Het wordt het eerste échte duel tussen de twee, want in de Tour 2012 zat Alberto Contador een dopingschorsing uit en vorig jaar leek zijn machinegeweer eerder waterpistooltje – hij eindigde als vierde in Parijs op zes minuten van Chris Froome. De voorbije maanden liet de Spanjaard de kogels echter weer rond de oren van zijn tegenstanders vliegen. Maar heeft hij munitie genoeg om Froomes pantser te doorboren? Sport/Voetbalmagazine maakte een vergelijkende studie op zes vlakken. Vandaag deel 1: de aanloop van beide topfavorieten naar de Tour.


CONTADOR

Dolgelukkig, maar uitgewrongen als een vod was Alberto Contador na zijn Vueltazege in 2012, toen hij na afloop van zijn schorsing meer op karakter dan op fysieke kracht Joaquim Rodríguez afhield. Na een te lange pauze en te korte trainingsperiode in de winter zonk hij vorig seizoen dan ook diep weg in het drijfzand der (hoge) verwachtingen. Zijn vierde plaats in de Tour leverde hem zelfs de banbliksems op van sponsor Oleg Tinkov. “Te rijk en niet hongerig genoeg. Hij moet harder werken”, tweette de oligarch. Een vermoeide Contador gaf forfait voor de Vuelta en reed alleen nog enkele najaarskoersen, zonder spraakmakende uitslagen. Toen al lag de focus immers op juli 2014.

Na een vakantie in Tenerife hervatte de Spanjaard begin november de trainingen in zijn Zwitserse thuisbasis in Lugano, waar ook ploegmaats Jesus Hernández, Sergio Paulinho, Michael Rogers, én teambaas Bjarne Riis wonen. Na een kort bezoek aan Brazilië – om er een nieuwe fietsenwinkel van sponsor Specialized te openen – en een trip naar de windtunnel van de Amerikaanse constructeur in Californië, volgde in november een teamstage in Gran Canaria, in december een trainingsperiode in Lugano, na Nieuwjaar een nieuwe bijeenkomst met de ploeg in Gran Canaria en aansluitend een verblijf van drie weken op Tenerife.

Het grote verschil met de voorbije jaren: de vele media- en sponsorverplichtingen werden nu tot een minimum beperkt. Op de reis naar Brazilië/Californië en een trip naar Londen na – voor de aankondiging van Tinkovs overname van het Saxoteam – liet de Spanjaard voor niets zijn trainingen onderbreken. Het leidde tot een stressloze winter en een herwonnen vorm die hij eind februari toonde in de Ronde van Algarve: ritwinst en tweede in het eindklassement. Een maand later gevolgd door twee klinkende etappezeges en de eindoverwinning in Tirreno-Adriatico.

Eind maart/begin april breidde de Tinkoff-Saxorenner daar nog een tweede plaats in de Ronde van Catalonië én eindwinst in de Ronde van het Baskenland aan vast. Daarna verkende hij de kassei-etappe van de Tour, een Vueltarit in het Baskenland, de Tourpassage in de Pyreneeën en de slottijdrit naar Périgeux.

Van 12 tot 29 mei sloeg Contador weer zijn tenten op in Tenerife en na een week rust in Lugano begon hij op 8 juni aan de Dauphiné. Daar strandde hij op de tweede plaats na Andrew Talansky, maar maakte hij bergop een bijzonder sterke indruk.

Na een nieuwe hoogtestage met ploegmaats Hernández en Paulinho op de Passo Pordoi (Italië) moet Contador met 33 wedstrijddagen in de benen in topvorm aan de Tourstart komen. En dat is volgens teammanager Bjarne Riis het geval: “Sinds Alberto voor mijn ploeg rijdt, heb ik hem nooit beter gezien.”

FROOME

Slechts elfmaal speldde Chris Froome vorig seizoen na zijn Tourwinst een rugnummer op in een officiële wedstrijd. Uitgeblust en met rugpijn, zoals op het WK in Firenze, al ‘won’ hij eind oktober wel het nieuwe Saitama Criterium in Japan – georganiseerd door ASO.

Daarna laste Froomey een break van ruim een maand in, de langste uit zijn carrière, om fysiek maar vooral mentaal te recupereren. Onder meer met een tweeweekse vakantie in zijn geboorteland Kenia waar hij voor het eerst zijn wielermentor David Kinja terugzag na zijn Tourzege en er de renners van de Safari Simbaz Cycling Club, zijn eerste wielerploeg, groette.

In december ging Froome met Team Sky op trainingskamp naar Mallorca. Twee keer zwaaide hij er met goed nieuws: hij had (zogezegd) vrede gesloten met Bradley Wiggins en vooral: hij was definitief verlost van schistosomiasis, de tropische ziekte die in 2009 bij hem werd vastgesteld.

Na Nieuwjaar trok de Skykopman voor een maand naar Zuid-Afrika met een verzorger, ploegmaat Kanstantsin Siutsou en trainer Tim Kerrison. Bewust, om te ontsnappen aan de drukte in Europa. Froome wilde immers niet in dezelfde val trappen als Wiggins die na zijn Tourwinst opgeslokt werd door interviews en huldigingen. In en rond de bergen van Johannesburg, op een hoogte van 1800 meter, vond de Afrikaanse Brit bovendien het ideale terrein om hard en relaxed te trainen.

Daarna kampeerde Froome twee weken op de Teidevulkaan in Tenerife, om op 18 februari het seizoen aan te snijden in de Ronde van Oman. Met resultaat: een recordtijd op Green Mountain én eindwinst. Terwijl hij nochtans vooraf verteld had dat hij niet meer alle koersen in aanloop naar de Tour, zijn enige échte doel, hoefde te winnen.

In Tirreno-Adriatico bleek dat sowieso niet mogelijk, want Froome gaf forfait wegens een lichte ontsteking in de onderrug, een ernstige blessure die hem ook op het WK in Firenze tot opgave noopte en waarvoor hij nochtans in de winter elke morgen driekwartier spierversterkende oefeningen gedaan had.

Na een trainingsperiode in zijn thuisbasis Monaco hervatte de Skyrenner in de Ronde van Catalonië, waar hij in de bergritten wel aanviel, maar op counters van Rodríguez én Contador liep – hij werd uiteindelijk ‘slechts’ zesde.

Daarna volgde een hoogtestage van twee weken in Tenerife als voorbereiding op Luik-Bastenaken-Luik en vooral de Ronde van Romandië. Voor La Doyenne meldde de Tourwinnaar af wegens een bronchitis, maar in Romandië was daar niets van te merken (mede door de corticosteroïde prednisolonedie die hij mocht nemen van de UCI): tweede in de koninginnenetappe (na Simon Spilak) én winst de tijdrit. Een opluchting voor Froome na een “onzekere periode”.

Na een korte rustperiode in Monaco, een nieuw oefenkamp op Tenerife, verkenning van de Touretappes in Engeland en de kasseirit, startte Froome begin juni in de Dauphiné. Na een prima begin met winst in de openingstijdrit, smakte hij echter tegen het asfalt waardoor de Brit, gehinderd door schaafwonden en stramme spieren, in het zware slotweekend helemaal wegzakte.

Na de Dauphiné legde Froome eerst de Pyreneeënritten onder de loep en daarna de Alpenetappes tijdens de traditionele laatste ministage met Team Sky in Châtel.

De Tour zal hij aanvatten met amper 28 competitiedagen in de benen en na een voorbereiding die veel moeilijker verliep dan vorig jaar – door de gezondheidsproblemen en de commotie rond zijn corticosteroïdegebruik. Een voorteken of slechts een kleine rimpeling op het water?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content