Contador vs. Froome: wie is de betere tijdrijder?

© BelgaImage
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De herboren Alberto Contador werpt zich op als dé uitdager van Chris Froome voor de Tour die zaterdag start in Leeds. IJdele of realistische hoop? Een vergelijkende studie.

Froomey vs. El Pistolero. Het wordt het eerste échte duel tussen de twee, want in de Tour 2012 zat Alberto Contador een dopingschorsing uit en vorig jaar leek zijn machinegeweer eerder waterpistooltje – hij eindigde als vierde in Parijs op zes minuten van Chris Froome. De voorbije maanden liet de Spanjaard de kogels echter weer rond de oren van zijn tegenstanders vliegen. Maar heeft hij munitie genoeg om Froomes pantser te doorboren? Sport/Voetbalmagazine maakte een vergelijkende studie op zes vlakken. Vandaag deel 3: het tijdrijden.

CONTADOR

Hét dieptepunt van 2013 was voor Contador de tijdrit in de Dauphiné waar hij op 32 km bijna drie minuten verloor op Froome. In de Tour kreeg de Spanjaard in de 33 km lange, vlakke chronoproef naar de Mont Saint-Michel, als 15e, opnieuw ruim twee minuten aan de broek, al toonde hij in de halve klimtijdrit naar Chorges wel beterschap door slechts 9 seconden prijs te geven op de Brit. Heel wisselvallige prestaties in een discipline waarin Contador in het verleden nochtans geregeld uitblonk. In de slottijdrit van de Tour 2009 versloeg hij zelfs Fabian Cancellara.

Om dat niveau weer op te pikken trok El Pistolero in november naar de windtunnel en de piste van Specialized, in Californië, waar ingenieurs zijn tijdritpositie licht aanpasten. Ze plaatsten onder meer de armpads, waar de ellebogen op rusten, hoger, om het frontaal oppervlak te verkleinen, een betere turbulentie op te wekken en zo een meer aerodynamische positie te creëren.

Toch is Contadors tijdrithouding niet optimaal, zegt Robin Decottignies, specialist biomechanica van Energy Lab. “Zijn heuphoek, tussen de dijen en het bovenlichaam, is vrij gesloten. En hoe meer gesloten, hoe minder power je vanuit je bilspieren en onderrug kunt zetten. Daardoor schuift Contador ook voortdurend naar voren op zijn zadel om die hoek meer open te maken. Die compensatiebewegingen, ondanks het ‘afremmende’ rubber op zijn zadel van Prologo, leiden tot instabiliteit en dus krachtverlies.”

Specialized probeerde dat op te lossen met hun nieuwste zadel zónder neus – omdat dat kortere zadel meer naar voren gemonteerd kan worden – maar na een maand testen stapte Contador daar van af. “Wellicht,” zegt Decottignies, “omdat hij door de bredere voorzijde te veel last van wrijving had.”

De nieuwe positie en meer tijdrittrainingen per week – vooral bij het losrijden – wierpen niettemin vruchten af. In de Ronde van Algarve eindigde de Spanjaard als vierde na specialisten Tony Martin, Adriano Malori en Michael Kwiatkowski. En in de Ronde van het Baskenland moest hij zelfs alleen Martin voor zich dulden. Volgens Bjarne Riis Contadors belangrijkste prestatie dit jaar. Wat zijn poulain ook bevestigde met een tweede plaats in de openingstijdrit van de Dauphiné na… Froome.

FROOME

Hét voordeel van Froome: van alle klassementsrenners is hij met voorsprong de beste tijdrijder. Een discipline waarin hij al in zijn eerste Tour (2008) een glimp van zijn talent liet zien toen hij 14e werd in de slottijdrit. In de Vuelta 2011, de ronde van zijn doorbraak, eindigde de Afrikaanse Engelsman in de chronoproef naar Salamanca zelfs als tweede, na Martin, maar voor Wiggins en Cancellara.

Een prestatie die hij sindsdien bevestigde: twee keer tweede na Wiggins in de Tour 2012, tweede na Martin in de vlakke tijdrit naar de Mont-Saint-Michel in de Tour 2013 en winst in de halve klimtijdrit naar Chorges. Dit seizoen klopte hij in de Ronde van Romandië de Duitse wereldkampioen met 84 honderdsten, op een parcours dat – op een steile helling na – op het lijf van Martin geschreven was. En toch won Froome. Veelbetekenend. Zoals ook zijn zege in de voorbije Dauphiné indruk maakte.

Vreemd genoeg dook hij, naar eigen zeggen, pas in mei 2013 voor het eerst de windtunnel (die van Southampton) in. Om enkele details bij te schaven, want de tijdritpositie van de Brit is volgens Robin Decottignies bijna perfect. “Onder meer zijn frontaal oppervlak, want hij houdt zijn ellebogen en schouders heel smal. Contador doet dat ook, maar Froomes heuphoek is meer open. Daardoor zit hij stabieler en kan hij meer kracht zetten, geholpen door het korte zadel van fabrikant fi:zi’k dat meer naar voren geschoven kan worden.

“Froomes ellebooghoek – zo’n 90 graden tussen boven- en onderarm – is dan weer meer gesloten dan die van Contador, waardoor zijn schouderbladen en nek minder belast worden en hij minder met zijn hoofd en bovenlichaam uit zijn aerodynamische positie moet komen – vooral een voordeel in langere tijdritten. Bergop staat Contador ook sneller op de trappers, terwijl Froome lang blijft zitten en zijn aerodynamische positie aanhoudt.”

Nog opvallend: de kopman van Sky rijdt, als een van de weinigen in het peloton, met ovalen kettingbladen. Decottignies: “De filosofie is dat die ellipsvorm het punt waarop je het minst kracht kunt zetten – wanneer de ene voet bovenaan staat en de andere onderin – wordt verkort door een kleiner verzet te creëren. Terwijl het punt waarop de krachtuitoefening het grootst is – wanneer de ene voet naar beneden duwt -, wordt verlengd door een groter verzet. Dat levert volgens fabrikant o.symetric een vermogenswinst tot tien procent op, maar theorie is niet altijd praktijk.”

Lees ook deel 1: de grote vergelijking.

Lees ook deel 2: Contador vs. Froome: hun klimcapaciteiten (en het trainen daarvan)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content