Fietsen tegen de profs. In de garage of de huiskamer. Zonder kans op regenbuien of valpartijen. Welkom bij Zwift.
Een fiets, een fietstrainer (rollenbank) en een laptop. Meer is er niet nodig om te zwiften: fietsen in een virtuele omgeving, tegen duizenden anderen die elkaar via de app stimuleren om nog iets sneller over de Alpencols te klimmen. Een realistische ervaring, inclusief hellingspercentages.
‘We willen een nieuwe sport creëren binnen een sport, gesteund door profrenners, amateurs en wielerfans van over de hele wereld’, zei Eric Min, CEO van Zwift, het online training- en wedstrijdplatform voor fietsers (en lopers), bij de lancering van de KISS Super League, de eerste esportcompetitie voor prof- en amateurwielrenners. Bij de voorstelling van de vijftien deelnemende teams toonde Bradley Wiggins, oprichter van Team Wiggins Le Col, zich een groot voorstander van Zwift.
‘De geschiedenis van het wielrennen ligt me na aan het hart, maar dat betekent nog niet dat er niets mag veranderen’, zei Wiggins. ‘Toen ik opgroeide, in de jaren tachtig, kwamen de BMX-fietsen uit het niets. Plots wilde iedereen zo’n fiets en in 2008 werd de BMX-race een olympische discipline. Als een computerspel kinderen uit de sofa kan krijgen en ze beginnen daardoor gezonder te leven, dan ben ik pro.’
Tegenstanders van het onlineplatform vinden het een kwalijke evolutie: waarom zou je liefhebbers van het wielrennen, een typische buitensport, indoor laten sporten? ‘Het is niet de bedoeling om te concurreren met de klassiekers of de grote rondes, maar het spelelement voegt iets extra toe aan de klassieke beleving’, pareerde Craig Edmondson, ex-marketingdirecteur van de Premier League die de esportactiviteiten van Zwift verder moet uitbouwen.
Dat lijkt niet moeilijk, want Zwift is ook in het professionele wielerpeloton een sensatie. Edvald Boasson Hagen (Dimension Data) meldde begin januari trots dat hij in zes uur net iets meer dan 212 kilometer – inclusief 2369 hoogtemeters – had gekoerst. De Noor had op dat moment al meer dan 12.000 kilometer op de virtuele teller staan.
Aan de Tour de Zwift, een ronde over negen etappes, reden in januari net geen 120.000 koersliefhebbers door de vijf virtuele werelden van Zwift – Watopia, Londen, New York, Richmond en Innsbruck -, waar ze samen meer dan 13 miljoen kilometer aflegden. ‘De ideale manier om de extra calorieën van de eindejaarperiode kwijt te spelen’, lachte de CEO, die onlangs 106 miljoen euro extra investeringen in het platform, voor het eerst in 2014 gelanceerd, aankondigde.
‘Van alle renners die vorig jaar aan de Ronde van Frankrijk deelnamen, is een derde een regelmatige gebruiker van Zwift. En: we zien dat de profrenners hun trainingsdata delen, zodat amateurs zich met de allerbesten kunnen vergelijken. Dat is een uitzonderlijke situatie die de esport naar een totaal nieuw niveau tilt’, aldus nog de CEO, die hoopt dat het aantal gebruikers wereldwijd – momenteel 600.000 – op het einde van het jaar de kaap van het miljoen rondt.
