De pyrrusoverwinning van Contador

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Terugblik van onze wielerspecialist Jonas Creteur op de voorbije Ronde van Italië.

Alberto Contador won een van de meest onderhoudende grote rondes in vele jaren. Met zijn zevende (officiële) eindzege in Giro, Tour of Vuelta komt hij op gelijke hoogte van Indurain en Coppi, maar veel glans had die roze trui niet. De Spanjaard werd zelfs de tweede renner die zijn tweede Giro won zonder etappezege (na Franco Balmanion). Aanvankelijk toegeschreven aan Contadors twee valpartijen, zijn verdeel-en-heerstactiek en spaarmodus met het oog op de Tour, tot hij op de voorlaatste dag toch niet zó oppermachtig bleek. Half geparkeerd op de Colle delle Finestre – “te weinig gedronken”, aldus de Tinkoff-Saxorenner -, waarna hij op ervaring de schade beperkte tot 2’25” op Fabio Aru.

Een dag eerder had hij de Italiaan, al dan niet bewust, ook al 1’18” laten weglopen. En dan te bedenken dat El Pistolero in de tijdrit Aru op 2’47” fietste. Reken uit het verschil… Die chronoproef telt natuurlijk evengoed mee – Contadors derde plaats was misschien wel zijn beste prestatie -, maar het zet zijn heerschappij bergop in een ander daglicht. Alleen op de Mortirolo, toen de Spanjaard in vijf kilometer vijftig seconden overbrugde (na een lekke band), dreef de topklimmer van weleer écht naar boven.

Natuurlijk is deze eindzege op zich mooi, maar met oog op het échte doel – de dubbel Giro-Tour -, lijkt dit een (halve) pyrrusoverwinning. Door de mentale klap na zijn inzinking op de Finestre, de povere prestatie van zijn ploeg in de cols en vooral door de tonnen energie die hij in deze bijzonder zware Giro heeft verspild – “meer dan ik gewild had”, aldus de Spanjaard. Froome, Nibali en Quintana zullen het graag horen.

Dat deze Ronde van Italië een van de zwaarste grote rondes sinds lang was, bleek uit de commentaar van veel oudgedienden (Michael Rogers, Jurgen Van den Broeck…), maar ook uit de cijfers: de derde snelste Giro ooit (39,615 km/u) na 2009 en 2010, slechts 17 renners binnen het uur van Contador (het kleinste aantal sinds 1956) en élf renners die op meer dan zés uur eindigden, met Marco Coledan die zes uur en veertig minuten langer fietste dan El Pistolero, de grootste achterstand ooit voor een rode lantaarn sinds 1949. Hier en daar viel weer de term ‘cyclisme à deux vitesses’, vooral door de grote dominantie van Astana: bijna elke dag het peloton een (heel) hoog tempo opgelegd, twee renners op het podium (Aru en de onverwachte Mikel Landa), nóg vier in de top 25 en vijf ritzeges. Van bijna buiten de WorldTour (na de dopingzaken in 2014), naar bijna buitenaards… Het kan verkeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content