De virtuele Ronde van Vlaanderen: vooral balsem voor de wielerziel

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Afgelopen zondag werd de eerste virtuele Ronde van Vlaanderen gereden. Een eenmalig, gehypet experiment? Of een kijkje in de toekomst van het wielrennen? Vier opvallende vaststellingen.

1. Succes in Vlaanderen

Absence makes the hart grow fonder.’ Zo luidt het Engelse spreekwoord over hoe een al dan niet gedwongen afstand of afwezigheid de liefde versterkt. Zoals ook de Vlaamse wielerliefhebbers in deze coronatijden hartstochtelijk naar een livekoers hadden gesmacht.

Wie immers zolang op zijn honger moet blijven zitten, kan elke voorgeschotelde maaltijd dan wel smaken, zeker als die wordt klaargemaakt volgens een nieuw recept. De Lock Down Edition van de Ronde van Vlaanderen werd zo vooral balsem voor de eenzame wielerziel, een kortstondige verstrooiing in moeilijke coronatijden.

Dat bleek ook uit de kijkcijfers: 613.486 Vlamingen volgden op tv de virtuele Ronde. En volgens de VRT keken er ook nog eens 140.000 koersfans naar de livestream op Sporza.be.

Mooie cijfers, maar met die nuance dat het potentieel aan thuisblijvende kijkers door de #BlijfInUwKot-maatregelen ook een pak groter is. En dat de échte Ronde van Vlaanderen vorig jaar bijna 1,1 miljoen tv-kijkers haalde, goed voor een marktaandeel van 80 procent, t.o.v. 56 procent voor de virtuele editie van vorige zondag.

Uiteraard hadden ze er bij Sporza en bij organisator Flanders Classics dan ook alles aan gedaan om de ‘Lockdown Ronde’ vooraf in the picture te zetten. En uiteraard hoorde je via die kanalen achteraf alleen maar positieve geluiden en commentaren.

Interessant is het daarom om ook naar de meningen óver de landsgrenzen te kijken. En die waren niet zo eensluidend enthousiast.

Treffend voorbeeld: de poll over de virtuele Ronde die Neal Rogers, een Amerikaanse journalist van de bekende wielerwebsite cyclingtips.com, op twitter lanceerde. Van de 1129 (hoofdzakelijk niet Belgische/Vlaamse) koersfans kruiste 10,2 procent ‘Love it‘ aan, 36,2 procent drukte op ‘I’ll take what I can get‘, 33 procent op ‘I just can’t get into it‘ en 20,5 procent op ‘Oh hell no‘. Iets meer dan de helft was dus níét enthousiast.

Ook een poll van de Franse wielerjournalist Bertrand Guyot gaf een gelijkaardig, verdeeld beeld aan: 53 procent vond de virtuele Ronde weinig of niet interessant, 47 procent vond het ‘cool’ en zou graag een volgende editie zien.

Uiteraard is zo’n Twitter-poll niet helemaal representatief voor alle generaties en geledingen van de bevolking, maar in het buitenland kon de Lockdown Tour of Flanders dus minder bekoren.

Niet onlogisch, want het gemis van Vlaanderens Mooiste was hier ook groter, en bovendien deden vooral coureurs van eigen bodem mee.

2. Echte koers

Ondanks de bereidwillige medewerking van dertien coureurs, die blij waren dat ze eens konden racen, liepen ze achteraf ook niet over van enthousiasme. De commentaren kon je samenvatten als ‘leuk voor één keer, maar niet voor elke dag.’

Niet toevallig tweette Thomas De Gendt dat het een mooie manier was om ‘de sponsors nog eens in beeld te brengen’. En niet toevallig zei De Gendt dat hij – als niet-wringer nota bene – liever 21 waaierritten zou rijden dan 21 virtuele etappes.

Nochtans had een deel van de dertien starters zich wel de ziel uit het lijf gereden. Na een kwartier renners zien zweten en puffen, riep Michel Wuyts al: ‘Het is echt wel koers en geen spelletje, José!’

Dat bleek ook na de race: Greg Van Avermaet zei dat zijn hartslag al een tijd niet meer zo hoog geweest was, Oliver Naesen vertelde dat hij op het einde volledig à bloc zat. De twee vrienden bekampen elkaar dan ook graag, zelfs in een virtuele race.

Dat zag je ook aan de zeer hoge wattagecijfers: Van Avermaet trapte over goed 43 minuten liefst 434 watt, of 5,86 watt per kg lichaamsgewicht (74). Naesen kwam aan 425 watt, met een gemiddelde hartslag van 164, net onder zijn anaerobische drempel van 174 hartslagen per minuut (wanneer hij ‘in het rood gaat’). Cijfers waar zelfs een geoefend wielertoerist alleen maar van kan dromen.

Nochtans was Greg Van Avermaet niet bij de favorieten gerekend, noch bij de bookmakers, noch bij een poll op Sporza. Dat hij uiteindelijk won, enkele dagen nadat zijn CCC-team zware besparingen had aangekondigd, zegt alles over de verbetenheid en de winnaarsmentaliteit van de Oost-Vlaamse pitbull.

Koersen op de rollen heeft immers minstens evenveel met de mentale ingesteldheid als met de fysieke weerbaarheid te maken. Zeker als je je tegenstanders alleen virtueel ziet rijden.

Zo won Van Avermaet eindelijk zijn geliefkoosde koers, die echter in weinig of niets te vergelijken was met de echte Ronde van Vlaanderen: veel korter (32 kilometer), geen wringen en positioneren voor de hellingen, geen zuigende en bonkige kasseien, geen windvlagen en waaiers, geen enthousiast publiek langs de kant, geen tactische spelletjes. Gewoon hard stoempen op de pedalen.

Dat de Ier Nicolas Roche derde werd, was dan ook veelzeggend. Een renner die in zijn carrière, als jonge prof, welgeteld één keer de échte Ronde van Vlaanderen gereden heeft: in 2006, toen hij opgaf. Zijn laatste voorjaarkoers in onze contreien dateert van 2008: de E3 Harelbeke…

De renners die best presteerden waren dan ook de meest gemotiveerde, en diegenen die na enkele weken zonder koers nog het best in vorm zijn, trainingsbeesten zoals Van Avermaet en Naesen dus. Niet toevallig kwam Wout van Aert er niet aan te pas. Dit korte, explosieve format zou hem nochtans perfect moeten liggen, maar hij heeft al een tijdje zijn trainingen bewust op een (relatief) laag pitje gezet. Zelfs in een virtuele koers wreekt zich dat.

3. Veel verbeterpunten, behalve de commentatoren

Nog meer dan in een ‘gewone’ wielerwedstrijd, waar de beelden vaak voor zich spreken, zijn bij virtuele koersen de commentatoren van cruciaal belang.

Michel Wuyts en José De Cauwer mogen samen dan wel 133 jaar zijn, in dit nieuwe format gingen ze volop mee. Vooral De Cauwer voelde zich, zoals altijd, in zijn sas: ‘Geen mondmasker is bestand tegen wat daar allemaal uitkomt.’ (uit de mond van de hijgende Oliver Naesen) of ‘Met Thomas De Gendt ben je nooit thuis, zelfs niet als hij thuis zit.’

Door hun enthousiasme zou je haast vergeten dat de virtuele wereld waarin de Ronde zich afspeelde allerminst op de Vlaamse Ardennen leek. ‘Een niemandsland waarin de Teletubbies zich vrij en onbesmet wanen’, zoals de Nederlandse columnist Wilfried de Jong het plastisch omschreef.

De Paterberg bleek zelfs een tweevaksweg zonder kasseien. En er moesten ook ‘echte’ beelden van de hellingen getoond worden om het Rondegevoel een beetje op te wekken. Onderweg merkte Michel Wuyts zelfs olijfbomen op. Waarop de humorist De Cauwer gevat aanvulde: ‘Ja, dit is meer Spaanderen dan Vlaanderen.’

Bkool, het Spaanse onlineplatform waarmee gekoerst werd, is dan ook niet het best ontwikkelde onlineplatform. Naast het Teletubbielandschap was de live tracking van raceposities en de graphics met de wattages die Remco Evenepoel en co duwden niet altijd even duidelijk.

Ook de camerahoeken konden beter: vaak te veraf van de renners, of te veel van opzij. Alleen bij Greg Van Avermaet, die mooi frontaal in beeld kwam, kon je het afzien goed op zijn gezicht lezen.

Begrijpelijk echter, aangezien de VRT en Flanders Classics deze omslachtige operatie in minder dan een week in elkaar moesten boksen, bovendien in praktisch moeilijk werkende coronatijden. Een huzarenstukje van een ‘genius group of nerds‘, zoals VRT-gezicht/wetenschapskenner Lieven Scheire terecht tweette.

Conclusie: er zijn nog veel verbeterpunten – zoals ook de ijking van de wattages en de gewichten van de renners waarmee je nu kan ‘valsspelen’ – maar met meer voorbereiding en beter ontwikkelde onlineplatformen zijn die wel weg te werken.

En dan zullen ook Wuyts en De Cauwer nog beter tot hun recht komen.

4. Een kijk in de toekomst

Zit hier toekomst in? Ja. Het is zelfs al het héden. Vandaag al kondigde Velon, een verzameling van profploegen, de Digital Swiss 5 race series aan, een virtuele Ronde van Zwitserland die van 22 tot 26 april gereden zal worden met deelname van liefst vijftien WorldTourploegen.

De Internationale Wielerunie UCI plande voor eind dit seizoen zelfs al het eerste Cycling Esports World Championships (op het onlineplatform Zwift) en er zouden (in coronaloze tijden) ook vijftien nationale kampioenschappen georganiseerd worden.

In een niet eens zo verre toekomst worden deze virtuele koersen ongetwijfeld een aparte tak van het wielrennen waaraan ook profs zullen deelnemen.

Noodzakelijk om de jonge PlayStationgeneratie onder de dertig te doen proeven van de koers, hen zin te laten krijgen in het échte wielrennen. Niet toevallig tweetten veel Vlaamse wielerliefhebbers over hun tienerzonen die zondag voor het eerst naar een koers waren blíjven kijken. Een goeie zaak voor een sport waarvan de haren van de diehardfans steeds grijzer worden.

Zulke virtuele races kunnen koersluwe wintermaanden, met alleen veldrijden, opluisteren. En kunnen misschien zelfs ingelast worden als een korte etappe/tijdrit in grote en kleine rondes. Iets waar de Giro al concreet mee bezig is geweest, om zo een proloog te organiseren.

Het échte koersen, en de belevenis ervan, zullen die virtuele wedstrijden nooit vervangen.

Maar als het coronavirus in de bezemwagen is gestapt, zullen ze – mits betere visuele voorstellingen – wél meer worden dan alleen maar balsem voor de wielerziel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content