Fernando Gaviria: ‘In de koers ben ik van niets of niemand bang’

© AFP

Quick-Step Floors rekent in de Tour op Fernando Gaviria als nieuwe koning van de sprint. In een uitgebreid interview heeft de tijger van The Wolfpack het over zijn liefde voor risico’s en over zijn grootste wielerdromen.

THE TIGER IS BACK. Zo twitterde hij na zijn overwinning in de eerste rit van de Ronde van Californië. In kapitalen. ‘Ik had beloofd dat te posten bij mijn eerste zege na alle ellende dit voorjaar’, vertelt hij. Waarom ’tijger’ zal hij later tijdens het interview uitleggen, maar dat Fernando Gaviria terug is, lijdt geen twijfel. Drie keer pakte hij in Californië de bloemen. In elke groepsspurt was hij en niemand anders de snelste, en dat tegen de voornaamste concurrenten met wie hij straks in de Ronde van Frankrijk opnieuw de degens kruist. ‘Zij zullen daar sterker voor de dag komen, maar voor mij geldt hetzelfde. Ik heb evenmin stilgezeten en ik zal hard aan mijn conditie blijven werken tot aan de start in de Vendée, te beginnen hier in Zwitserland.’

Als je dankzij een geweldige ploeg uit het geweld van een spurt kunt blijven, dan ben je daar altijd bij gebaat.

Fernando Gaviria

Zwitserland, dat is de plaats van afspraak, het kraaknette Zwitserland. Haast geen enkel papiertje, geen enkel blikje, geen enkel plastic zakje vind je langs de kant van de weg op de panoramische route tussen Zürich en Weinfelden. Fruitbomen, dat wel, veel fruitbomen – de fruitteelt is dan ook een belangrijke economische sector in het kanton Thurgau. Daarnaast vooral rust. Datzelfde woord is in het pittoreske Weinfelden van toepassing op het tafereel dat zich afspeelt op de parking van hotel Thurgauerhof. Ongestoord stellen de mecaniciens van Quick-Step onder het goedkeurend oog van ploegleider Tom Steels de bolides op punt voor de ploegentijdrit waarmee de Ronde van Zwitserland morgen van start gaat. Zelfs een zeldzame passant heeft er nauwelijks oog voor. Wat een verschil met de hectiek van de Tour.

Etappes, geel en groen

Ontspannen oogt ook Fernando Gaviria, de 23 jaar jonge Colombiaan die komende maand bij Quick-Step Floors de rol moet overnemen die Marcel Kittel vorig jaar, door vijf ritzeges weg te kapen, met verve vervulde. Extra druk bezorgt die zware erfenis Gaviria blijkbaar niet. ‘De Tour is mijn belangrijkste doel van het seizoen, maar ik pin mij niet vast op het aantal overwinningen. Ik zal het dag per dag bekijken.’

Wel, de eerste dag dan, want daar lig al meteen een eerste kans. Ritoverwinning én geel, daar droomt toch elke sprinter van?

Fernando Gaviria: ‘Ik start áltijd om te winnen. Daar verandert het belang van een wedstrijd weinig of niets aan, maar ik ontken natuurlijk niet dat het fantastisch zou zijn om na de leiderstrui in de Giro vorig jaar nu ook de leiderstrui in de Tour te mogen aantrekken. Ik besef wel dat alle sprinters met die etappe in hun hoofd zitten. Dat maakt dan weer dat we waarschijnlijk naar een massaspurt gaan, want alle ploegen met snelle mannen zullen die rit trachten te controleren. Ook wij, ja. De wind kan wel een belangrijke rol spelen, het komt erop aan om je niet te laten verrassen. Op dat vlak zijn we met onze ploeg uitstekend gewapend.’

De sprinters krijgen meerdere mogelijkheden, maar als je één etappe mag uitkiezen naast die eerste, is het dan niet de laatste? De aankomst op de Champs-Elysées geldt een beetje als ‘het wereldkampioenschap voor de sprinters’.

Gaviria: ‘Zoals ik al zei, bekijk ik het rit per rit, maar deel uitmaken van een koninklijke sprint op de Champs-Elysées is zeker een extra motivatie om Parijs te halen. De Ronde van Italië kon ik uitrijden, ik hoop achteraf hetzelfde te kunnen zeggen van de Tour.’

Hoe belangrijk was die Ronde van Italië 2017 voor je ontwikkeling als renner?

Gaviria: ‘Enorm belangrijk. Vier etappes winnen in grote ronde gaf me heel veel vertrouwen. Ik weet nu dat ik het al aankan om in het profpeloton een rittenwedstrijd van drie wedstrijden uit te rijden. Op persoonlijk vlak vond ik het ook een bijzondere ervaring, omdat er zoveel Colombiaanse supporters waren. Vooral de aanwezigheid van mijn ouders en mijn zus maakte die Giro heel speciaal. Ze planden na een week weer naar Colombia af te reizen, maar uiteindelijk wilden ze nog Rome en het Vaticaan bezoeken en daarom beslisten ze tot het einde te blijven.’

Zo zagen ze je niet alleen vier ritoverwinningen pakken, maar ook nog pronken op het eindpodium in Milaan met de maglia ciclamino, de mooie puntentrui van de Giro. Ambieer je nu het groen in Parijs?

Gaviria: ‘Het is geen uitgesproken ambitie vooraf. Met Peter Sagan in het peloton zal het sowieso niet gemakkelijk worden. Na enkele dagen zal ik weten of ik nog in de running ben voor het groen. Is dat zo, dan zal ik op dat ogenblik bekijken of ik er een doel van maak.’

Tatoeages en symboliek

In de Ronde van Californië bewees je, alvast op dat moment, de snelste te zijn van allemaal…

Gaviria: ( pikt in) ‘De Franse sprinters ontbraken, maar verder waren mijn belangrijkste rivalen inderdaad aanwezig. Nu, je zegt het wel juist: op dát moment kon ik hen telkens verslaan. De Ronde van Californië eindigde zes weken voor het begin van de Tour. In die periode kun je nog hard werken aan je vormpeil.’

THE TIGER IS BACK, twitterde je na de eerste zege in Californië. El tigre, een nieuwe bijnaam is misschien geboren. Je had er met el misil, de raket, nochtans al één, maar daar hield je niet zo van. Waarom niet?

Gaviria: ‘Colombia wordt al te vaak geassocieerd met oorlog en drugstrafiek. Wij als sporters willen ons land op een positieve manier in het daglicht brengen. De problemen bestaan nog, maar Colombia is geëvolueerd en is niet meer hetzelfde land als pakweg dertig jaar geleden. Ik besef wel dat ze me die bijnaam gaven por cariño, omdat ze mijn prestaties en kwaliteiten appreciëren. Daarom aanvaard ik hem nu. En el tigre, ja, dat komt van een tatoeage die ik als dierenliefhebber liet aanbrengen op mijn zij. Eerst wou ik een afbeelding van mijn hond, maar dan dacht ik: als dat beestje sterft, is het misschien wel wat vreemd. Toen toonden ze me in de tattooshop de kop van een tijger en ik was er meteen verliefd op. Het is een tijger met twee gezichtshelften. De ene helft staat voor het mooie, ideale leven, maar omdat het leven niet altijd perfect is en je onderweg soms moeilijkheden tegenkomt en tegenslagen moet overwinnen, heeft het dier ook een ander gezicht. Ik hou van die symboliek, maar de belangrijkste tattoo staat op mijn bovenarm. Daarop staan de geboortedata van mijn vader, moeder en zus. Maar goed, ik heb je daarnet onderbroken bij een vraag over de Ronde van Californië…’ ( lacht)

Welja, je was er de snelste, maar ook de sterkte van de sprinttrein van Quick-Step Floors viel op. Van Marcel Kittel weten we dat hij ruimte nodig heeft, en dus ook een trein die hem die ruimte geeft. Mark Cavendish en Peter Sagan kunnen gemakkelijker hun eigen weg vinden en duiken in het kleinste gaatje. Hoe zit dat voor jou?

Gaviria: ‘In de aanloop naar een massasprint wordt er langs alle kanten geduwd en getrokken. Als je uit dat geweld kunt blijven dankzij een geweldige ploeg, dan ben je daar altijd bij gebaat, vind ik. In de Tour zal ik op dezelfde mannen kunnen rekenen als in Californië en dat sterkt mijn vertrouwen.’

Genieten van risico’s

In een interview voor een Colombiaanse webkrant bij het begin van het seizoen, zei je: ‘Ik probeer mijn tegenstanders zoveel mogelijk te analyseren en te bestuderen.’ Wat bedoel je daarmee?

Gaviria: ‘Tijdens de wedstrijd houd ik mijn concurrenten voortdurend in het oog. Ik kijk naar hoe ze bewegen, naar wat ze doen of hoe ze zich gedragen wanneer ze het moeilijk hebben of, omgekeerd, wanneer ze erg soepel pedaleren. Op die manier probeer ik hen te taxeren en te achterhalen wie mijn grootste belagers zullen worden. Qua intrinsieke snelheid zit er immers weinig verschil tussen ons. De ene haalt misschien een topsnelheid van 70 kilometer per uur, de andere 69 of 71. Het zijn allemaal sterke en snelle mannen tegen wie ik het moet opnemen. Uiteindelijk moet je ook wat geluk hebben in een massasprint.’

Geluk is iets wat jij dit voorjaar weinig gekend hebt, want je kwam drie keer ten val. Je landgenoot en wielerjournalist Eddy Jácome kaartte aan dat het tweemaal geen kwestie was van het ontbreken van geluk. Zowel in de Ronde van San Juan als in Tirreno-Adriatico tikte je het achterwiel van een ploegmaat aan. ‘Ook in Milaan-Sanremo in 2016 was het al hetzelfde liedje’, voegde Jácome eraan toe. Een onbegrijpelijke – lees: domme – fout noemde hij het voor ‘iemand die al van kindsbeen af op de piste rijdt en heel behendig is met de fiets’. Wat vind jij?

Gaviria: ‘Ik heb het volste vertrouwen in mijn ploegmaats en misschien soms te veel ( lachje), maar hij heeft gelijk: ik ging zelf in de fout. Het verschil met de piste is dat de wedstrijden daar maximum een halfuurtje tot een uur duren. De concentratie zolang aanhouden is geen probleem. Een wegkoers duurt veel langer en dan krijg je momenten waarop de focus even verdwijnt. Op die momenten gebeuren de meeste valpartijen. Hopelijk heb ik mijn lesje geleerd en maak ik diezelfde fout nooit meer.’

De rit naar Roubaix heb ik vooraf met rood aangestipt.’ Fernando Gaviria

Hoe denk je na zo’n val over de risico’s die je als wielrenner, en dan zeker als sprinter, neemt?

Gaviria: ‘Risico’s horen bij dit vak. Ze maken mij niet bang, integendeel. Ik heb een hekel aan eentonige dagen. Het risico om te verliezen, het risico om te winnen: daar hou ik van. Ik geniet van risico’s. Zoals iedereen ken ik angsten, maar op de fiets ken ik die niet. In de koers ben ik van niets of niemand bang. In een sprint en in de voorbereiding ervan komt het erop aan – hoe gevaarlijk dat af en toe ook is – om niet heel even in de remmen te gaan maar vol door te gaan. Een fractie van een seconde beslist soms over winst of verlies.’

Zesdaagse

We kennen de Colombianen al langer als gevleugelde klimmers. In jouw kielzog zit er met je ploegmaat Álvaro Hodeg een tweede sprinter aan te komen. Hoe verklaar je dat?

Gaviria: ‘Ik zou nog niet schrijven dat het Colombiaanse wielrennen plots aan het veranderen is van een kweekvijver voor klimmers naar eentje voor sprinters. ( grijnst) Met Egan Bernal beschikt ons land over een heel groot talent dat vooral bergop indruk maakt en nog meer indruk zal maken in de toekomst. Laat onze zeggen dat de snelle mannen eerder een aanvulling vormen. Stilaan boeken we in Colombia progressie en evolueren we naar een completer wielrennen. Ploegleiders in Europa beginnen de koers bij ons ook aandachtiger te volgen en daardoor krijgen meer en meer Colombianen de kans om hier prof te worden.’

Als prof begon het voor jou op de piste, met onder meer twee wereldtitels in het omnium. Vanwaar die interesse voor het baanwielrennen?

Gaviria: ‘De liefde voor het wielrennen op zich kreeg ik van thuis mee. Mijn vader had, en heeft nog altijd, een wielerschool in La Ceja. Eerst deed ik aan rolschaatsen, omdat mijn zus die sport beoefende, maar al snel kozen we allebei voor de fiets. Om als junior deel te nemen aan nationale kampioenschappen was je verplicht om zowel op de weg als op de piste te rijden. Op de weg ging het geregeld bergop en dan moest ik passen. Op de vlakkere omlopen kon ik rekenen op mijn sprint. Door mijn snelheid bleek ik echter vooral succesvol op de baan, met als gevolg dat ik me daar meer en meer op begon toe te leggen.’

Oude liefde roest niet, zegt het spreekwoord. Heb jij nog ambities op de piste?

Gaviria: ‘Voorlopig niet. Hoewel, als ik toestemming krijg van de ploeg zou ik in oktober willen deelnemen aan de zesdaagse van Londen. Dat lijkt me de interessantste zesdaagse om het een keer te proberen, want die wordt gereden op een ‘normale’ baan. Als het meevalt, wil ik graag een keer in Gent rijden, waarom niet?’

Kasseiklassiekers

De meeste wielerliefhebbers zien jou in de eerste plaats als een uitzonderlijke sprinter die in de grote rondes op jacht kan gaan naar ritzeges, maar jij wilt in de toekomst ook in de klassiekers een vooraanstaande rol spelen. Waar gaat je voorkeur naar uit?

Gaviria: ‘De monumenten zijn het allerbelangrijkste, zonder twijfel. Maar een voorkeur? Ik hoop een mooie carrière uit te bouwen. Ik ga er alles aan doen om een groot wielrenner te worden en om veel wedstrijden te winnen, zowel klassiekers als ritten in de grote rondes. Mijn droomkoers is Parijs-Roubaix. Als kind al keek ik naar die wedstrijd op tv en raakte ik erdoor gefascineerd. Ik droomde ervan om te zijn zoals Tom Boonen of Fabian Cancellara en ooit zo’n kassei mee naar huis te nemen.’

Zal je explosiviteit, je pure snelheid, niet afnemen als je je toespitst op de kasseiklassiekers? Denk je met andere woorden niet dat je na verloop van tijd zult moeten kiezen tussen massaspurten en het zware klassieke werk in het voorjaar?

Gaviria: ‘In de voorjaarsklassiekers draait het vooral om parcourskennis. Waar moet je op je hoede zijn? Waar kun je even uitblazen? Niemand kan je voorbereiden om op kasseien te rijden, volgens mij kun je dat niet trainen. Ik rijd er met een goed gevoel over en het is alleszins mijn ambitie om ooit mee te spelen voor de overwinning in de belangrijkste kasseiklassiekers.’

In de negende rit van de komende Ronde van Frankrijk kun je al wat terreinkennis opdoen.

Gaviria: ‘Klopt. En dan moet ik mijn woorden van daarstraks misschien terugnemen, want er is toch één Touretappe die ik vooraf met rood heb aangestipt. Die rit eindigt namelijk in dezelfde stad waar ook de aankomst ligt van la carreraque más me gusta en todo el mundo, de koers die met het nauwst aan het hart ligt: Roubaix.’

Tripel Karmeliet

Om bij Quick-Step Floors te komen koersen, zat er voor Fernando Gaviria weinig anders op dan officieel in Europa te komen wonen. ‘Het wordt ons, Colombianen, niet gemakkelijk gemaakt als we in eigen land blijven en telkens heen en weer willen reizen’, weet hij. ‘Om migratieproblemen te voorkomen en het paperassenwerk te beperken kiezen we er dus bijna allemaal voor om ons hier te domiciliëren.’

Zoals wel meerdere renners koos hij om de gekende redenen voor Monaco. Nochtans had hij eerst België in gedachten, gaf hij aan in een interview met het Spaanse Ciclismo a Fondo. Misschien om nog wat meer te kunnen genieten van de Belgische bieren? ‘Die weet ik wel te waarderen, ja. Vroeger dronk ik liefst blonde Leffe, tegenwoordig is Tripel Karmeliet mijn favoriet. Nu, tijdens het seizoen mag ik daar natuurlijk niet in overdrijven, maar af en toe kan ik er niet aan weerstaan. Misschien dus maar best dat ik in Monaco woon’, lacht hij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content