Flashback naar 17 juli 1993: ‘Flying Scotsman’ Graeme Obree verbreekt het werelduurrecord

Als hij rond Kerstmis in 1992 hoort dat Chris Boardman een aanval plant op het werelduurrecord, denkt Graeme Obree: ‘Tiens, tegen die man heb ik in de jeugd nog vaak gekoerst. En gewonnen. Ik kan dat ook.’ Hij valt twee keer het werelduurrecord van Francesco Moser aan, de eerste keer zonder, de tweede keer mét succes.

De feiten

Het is 17 juli 1993 en ’s ochtends lezen wielerliefhebbers in de Britse kranten dat Graeme Obree er niet is in geslaagd om het werelduurrecord van Francesco Moser te breken. De Schot doet dat in het Noorse Hamar, omdat de wielerbaan van zijn voorkeur, die van Bordeaux, niet vrij is.

Team Boardman heeft ze afgehuurd. Op die 17e juli, een zaterdag, is Boardman al in de Zuid-Franse stad aan het trainen. Hij slaakt een zucht van opluchting. Zijn recordpoging staat gepland voor vrijdag 25 juli en Boardman is pissed dat de UCI Obree de toelating heeft gegeven om het record aan te vallen. De internationale wielerfederatie weet al maanden van zijn poging en had dit moeten verbieden, vindt Boardman.

Obree rijdt op 16 juli 50,689 km in één uur. Moser reed in 1984 in Mexico, op 2500 meter hoogte, 51,151 meter. Obree reageert teleurgesteld: ‘Het record kan worden gebroken.’ Boardman reageert voor de schijn en de buitenwereld ook teleurgesteld: ‘Ik vind het jammer voor hem. Het record kan worden gebroken.’

’s Anderendaags, op 17 juli, waagt Obree een nieuwe poging. Niet voor niets heeft hij maanden hard getraind. Dit keer gebruikt hij een andere fiets. Mét succes: hij legt in één uur 51,596 km af.

In Bordeaux vloekt Boardman een keer hard.

Making-of

Tot die 24 uur in Hamar kent nagenoeg niemand de naam van de obscure tijdrijder. Nu, met het internet en de wereldwijde verspreiding van tijden en uitslagen, is dat haast onmogelijk, maar toen wisten alleen de kenners van het Britse wielrennen wie Graeme Obree was. Als amateur vecht hij jaren duels uit tegen Chris Boardman. Beiden wisselen zeges in tijdritten af en zetten hun concurrenten op minuten. Maar alleen de Britse vakbladen citeren hun naam.

Dat wordt anders als Boardman in 1992 olympisch kampioen individuele achtervolging wordt. En vervolgens, een jaar later, aankondigt dat hij het werelduurrecord van Francesco Moser gaat aanvallen. Obree, geboren in Engeland, maar opgegroeid in Schotland, hoort dat en denkt bij zichzelf: ‘Als Chris dat kan, kan ik dat ook, want we waren indertijd even goed.’

De zelfverklaarde Schot zit mentaal wat te droogzwemmen. Hij heeft nog niet erkende stoornissen, een familie die hij moet onderhouden, is gay, al zal hij pas veel later uit de kast komen, en de fietsenzaak die hij opstartte, is mislukt.

Het lijkt een dwaas idee: op zes maanden van niks naar de snelste renner ter wereld. Vooral: hij heeft geen team achter zich. In zijn keuken ontwikkelt hij een fiets die hij op de achterkant van een enveloppe ontwerpt. ‘Een krabbel’, noemt hij de eerste schets. In het atelier van een vriend mag hij die samenstellen en lassen.

Trainen doet hij met een enorm verzet waarmee hij amper de Schotse hellingen kan overwinnen. Een documentairemaker volgt hem, je ziet hoe Obree net niet omvalt op één van de steile stukken.

Zijn ontwerp stelt hem voor problemen: hij heeft een superdun vliegwiel nodig om zijn ketting te laten draaien met zo weinig mogelijk weerstand en kan dat niet vinden op de markt. Het zit wel in een oude… wasmachine. Die haalt 1200 omwentelingen per minuut. ‘Zo snel kan ik helaas niet’, lacht hij in de documentaire.

Een tweede probleem is de kracht die hij ontwikkelt. Die is zo groot dat hij de verticale buis moet verbreden. De hoofdstang die je normaal van zadel naar stuur ziet lopen, kan hij weglaten. Voeg daar een smal mountainbikestuurtje aan toe en een zeer revolutionaire zithouding. Volgens de Britse pers hangt hij als een omaatje boven zijn stuur. De fiets krijgt zelfs een liefkozende bijnaam: ‘Old Faithful.’

Maar: Obree gaat er wel razendsnel mee vooruit. De fiets blijkt een geniaal revolutionair ontwerp. Als Obree en technici een replica van de Old Faithful in maart 2018 in de windtunnel van het formule 1-team van Mercedes testen, ontdekken ze dat Obree door zijn houding en de aerodynamica van de wasmachinefiets ‘slechts’ 350 watt moet trappen om het uurrecord te breken.

Zelfs in 2018, en alle technische revoluties later, vergt de meest geavanceerde baanfiets nog 380 watt om die tegen een gelijkaardige snelheid (boven de 50 kilometer per uur) aan de gang te houden.

En daarna

Het werelduurrecord van Obree houdt niet lang stand. Een week later zet Boardman in Bordeaux de tijd nog een beetje scherper, hij haalt 52,270 meter. Een paar weken later is er het WK op de baan, opnieuw in Hamar. Boardman is rechtstreeks geplaatst, Obree moet van de Britse bond de nationale kampioenschappen winnen.

Bij de start van de finale schiet hij uit zijn pedaal, maar hij haalt het moeiteloos. In de halve finale op het WK kan hij in een rechtstreeks duel met Boardman uitmaken wie de snelste van het moment is. De amateur zonder team, zijn schoonbroer is nu zijn manager, vs de amateur met een heel wetenschappelijke begeleiding. Obree wint, en verpulvert zowel in de halve finale als de finale het wereldrecord. In die finale mag hij de aerodynamische helm van Boardman lenen, een genereus gebaar.

Dat een ‘gekke’ Schot – na zijn titel op de baan schrijft hij een boek over zijn trainingsopbouw om andere individualisten te helpen – het werelduurrecord en het wereldrecord op de achtervolging kaapt met een malle fiets en een abnormale houding doet de UCI ingrijpen. Dat gebeurt laat in 1994, voor het uurrecord een gek jaar: Obree pakt het in Bordeaux terug van Boardman, om het vervolgens te verliezen aan Indurain, die op zijn beurt Tony Rominger tot twee keer toe sneller ziet gaan.

Een jaar later, een depressie voorbij omdat zijn broer Gordon is verongelukt en nadat hij een mislukte zelfmoordpoging onderneemt, keert Obree nog eens terug. Op hoogte, in Colombia, en met een ander stuur, pakt hij de titel op de vuer kilometer. Omdat de omazithouding niet meer mag, dit keer in de zelfbedachte Supermanhouding: twee armen gestrekt naar voren.

Boardman kopieert hem en rijdt het werelduurrecord in 1996 in die zit: 56.700 meter. Later zal de UCI dat niet meer erkennen als uurrecord. De aerodynamische voordelen van de Supermanhouding blijken veel minder groot dan gedacht, het is alleen voor het lichaam veel comfortabeler.

Obree is het een doorn in het oog: het draait altijd om zijn fiets. Zelden om de atletische prestatie. Hij voelt zich vaak een aap met een trucje. Dat hij ooit fier uitlegde dat hij een en ander uit wasmachines haalde, betreurt hij ook. Het haalt de aandacht weg.

Met zijn profcarrière wordt het niets. Boardman breekt wel door bij de beroepsrenners, Obree niet. Hij wil niet meedoen aan het opbod in de medicatie. Lees: zich storten in doping.

Mentaal zit hij in de knoop met zichzelf. Als hij nog een keer wordt gered van een zelfmoordpoging, is de diagnose: manische depressiviteit en een persoonlijkheidsstoornis. Jaren heeft hij zich verstopt achter fiets en alcohol. Obsessief. In de Scottish Sun zegt hij daarover in 2011: ‘Ik ben opgevoed door een oorlogsgeneratie. Toen zij opgroeiden werden homoseksuelen nog in de gevangenis gestopt. Je wilde dat zelf echt niet zijn.’ Later leert hij zijn geaardheid wel aanvaarden. Hij vraagt de scheiding aan, en de relaties met zijn ouders wordt weer beter.

Het uurrecord is lang het speeltje van Britten gebleven. Alex Dowsett en Bradley Wiggings waren de laatste twee recordhouders, tot Victor Campenaerts vorig jaar in het Mexicaanse Aguascalientes het record boven de 55 km per uur tilde.

Bekijk ook onderstaande video over de Schot.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content