Greg Lemond wordt 60: het verhaal van een vluchteling, Tourwinnaar, kruisvaarder

© GETTY
Peter Mangelschots

Greg Lemond wordt vandaag/zaterdag 60 jaar. Een portret van de man die in 1983 als eerste niet-Europeaan de Tour won. Er zouden er nog twee volgen.

Dit portret verscheen in Sport/Voetbalmagazine van 22 juni 2011.

Greg LeMond, geboren op 26 juni 1961 in Reno (op de grens van Nevada en California) was in de jaren tachtig de golden boy van het Amerikaanse wielrennen. Blonde haren en een stralende Colgate- smile. Wereldkampioen op zijn 22e, Tourwinnaar op zijn 25e, neergeschoten en bijna dood maar nadien nog twee Tours gewonnen. ‘De looks van Robert Redford en de benen van Eddy Merckx’, zo omschreef de Ierse renner en latere journalist Paul Kimmage zijn Amerikaanse collega. Elk jongetje met een fiets wou Greg LeMond zijn. De wereld lag aan zijn voeten, tijdens de Tour at hij zorgeloos een hamburger als hij dat wilde. ‘In een volgend leven wil ik terugkomen als Greg LeMond’, zei Kimmage, nadat hij zelf in de Tour van 1986 als 131e was geëindigd. Wist hij veel …

Anno 2011 heeft Greg LeMond zijn leven op orde. Zijn kinderen Scott en Simone zijn de tienerjaren ontgroeid en oudste zoon Geoffrey (26) heeft zelfs de liefde voor de fiets ontdekt na jaren van depressies en drugsgebruik. Bij interviews legt Gregs vrouw Kathy geregeld liefdevol haar hand op zijn arm. Een gelukkig gezin, het was ooit anders.

Het levensverhaal van Greg LeMond zoals dat vóór 2007 werd verteld, ziet er totaal anders uit dan erna. Toen had de buitenwereld nog geen weet van die jarenlange pijn en angst in het hoofd van de kampioen. Maar in 2007 verandert de plot dramatisch, door één schokkende gebeurtenis: de zaak-Landis.

Het gif van de leugen

Floyd Landis wint in 2006 als derde Amerikaan in de geschiedenis de Ronde van Frankrijk, maar wordt betrapt op het gebruik van testosteron. LeMond, die al jaren geen blad voor de mond neemt als het over doping gaat, verklaart in een Franse krant: ‘Als Floyd echt positief wordt bevonden, dan hoop ik dat hij dapper genoeg is om ervoor uit te komen en dat hij niet doet zoals die andere Amerikaan: ontkennen, ontkennen, ontkennen.’ LeMond verwijst daarbij naar de herhaaldelijk betrapte Tyler Hamilton.

Enkele dagen later belt Landis hem op, naar eigen zeggen woest om LeMonds uitlatingen, maar volgens LeMond om raad te vragen. Wat er ook van zij: LeMond probeert zijn jonge landgenoot ervan te overtuigen om de waarheid te spreken. Landis verkeert in een tweestrijd: ‘Het zal mijn vrienden diep kwetsen, iedereen zal me haten. Waarom zou ik dat doen?’ Het is dat laatste zinnetje dat LeMond ertoe aanzet om zijn ziel bloot te leggen. Als geen ander weet hij dat een leugen sluipend gif is en je langzaam kapotmaakt. LeMond vertelt Landis over iets wat hij amper aan zijn eigen familie kwijt kon. Hij vertelt hem over Ron.

Floyd Landis
Floyd Landis© GETTY

Ron, een jongeman uit Lake Tahoe, is sinds 1969 kind aan huis bij de LeMonds. Hoewel hij heel wat ouder is dan Greg worden ze goede maatjes: Ron neemt de jongen mee de natuur in, skiën, kamperen. Wanneer Gregs ouders door een ernstige huwelijkscrisis gaan, is Ron daar om hem op te vangen. Hij helpt zijn jonge vriendje over de drempel van de volwassenheid. Tenminste, zo denkt hij daar zelf over. Wanneer Greg in de puberteit komt, begint Ron hem pornoblaadjes te tonen en erotische gesprekken met hem te voeren. Vervolgens misbruikt hij de jongen.

Greg LeMond tracht later de gebeurtenissen van die periode te verdringen. Zoveel jaren na de feiten kan hij zich niet herinneren hoelang het allemaal geduurd heeft. Drie maanden? Een jaar en drie maanden? In elk geval stopt het wanneer Gregs ouders zich verzoenen en ze mogelijk lucht beginnen te krijgen van Rons vreemde gedrag. In de lente van 1975 – Greg is dan net geen veertien – stopt het misbruik.

Het ultieme taboe

Terug naar 2007. De ontboezeming van LeMond brengt geen aarde aan de dijk, Landis ontkent. Maar via via lekt het uit dat Landis kort na zijn positieve plas met LeMond gebeld heeft. LeMond wordt opgeroepen om te getuigen in de rechtbank. Wanneer Landis daarmee geconfronteerd wordt, ontsteekt hij in woede en haalt hij uit: ‘Wat hij me aan de telefoon verteld heeft … ik zeg het liever niet. Maar als hij nog één keer zijn mond opendoet en het woord Floyd komt eruit, dan ga ik jullie dingen vertellen waarvan je zou willen dat je ze nooit geweten had!’

De avond voor de rechtszaak krijgt LeMond telefoon. Iemand met een wat vreemd accent. ‘Hey Greg, je oompje hier. Ken je me nog? Zal ik morgen in de rechtszaal eens vertellen hoe we verstoppertje speelden met je weenie?’ LeMond schreeuwt in de telefoon: ‘Wie is dit verdomme?’ Maar de lijn is weer dood. De ex-renner is in shock, gaat misschien wel door de moeilijkste uren uit zijn leven. Alles gaat uitkomen … ‘Hij zat heel de avond te beven,’ vertelt Kathy, ‘hij kon zelfs de documenten voor de politie niet invullen. Ik dacht nooit dat hij zou kunnen getuigen.’

Lemond tijdens de hoorzitting in de zaak-Landis
Lemond tijdens de hoorzitting in de zaak-Landis© GETTY

Hij getuigt toch. In de rechtbank toont hij zijn gsm. Het nummer vanwaar hij de avond ervoor gebeld was, blijkt toe te behoren aan Will Geoghegan, vriend en zaakwaarnemer van Landis. Landis’ advocaat ontslaat Geoghegan ter plekke. Hoewel Landis zelf beweert niets met het telefoontje te maken te hebben, wordt hij afgebrand. Hij verliest niet alleen zijn Tourzege, maar ook alle respect. Het ultieme taboe doorbreken, dat doe je niet. Zelfs Lance Armstrong, op dat moment allang gebrouilleerd met LeMond, zegt: ‘Man, zoiets wens je je ergste vijand niet toe.’

En toch: ergens maakt het LeMond ook sterker: zijn geheim, dat hij jarenlang als een ballon onder water trachtte te houden, is eindelijk naar de oppervlakte gesprongen. Voor de verwerking van het trauma blijkt dat geen slechte zaak. Het heeft immers zo vreselijk lang op hem gewogen.

Vier doelen

In het najaar van 1975 – enkele maanden na Ron – krijgt Greg LeMond op een wintersportkamp te horen dat wielrennen een uitstekende aanvulling vormt op skiën. Met zijn zakgeld koopt hij een eerste fiets. Vader Bob LeMond ziet die nieuwe sport van zijn zoon wel zitten, hij begeleidt Greg bij de trainingen en koopt hem competitief materiaal. Zodra Greg aan wedstrijden deelneemt, wint hij zowat alles.

‘Voor het eerst maakte dad echt deel uit van mijn leven’, vertelde LeMond daar later over. ‘Het wielrennen was voor mij een manier om mezelf opnieuw uit te vinden.’ Die uitspraak laat zich makkelijk zo lezen: het ‘bezoedelde’ lichaam moet afgebeuld worden zodat het gezuiverd kan worden. Maar zo makkelijk raakt LeMond niet van zijn demonen af. Al snel merkt hij dat geen enkele overwinning de leegte vanbinnen kan vullen: ‘Het was alsof ik geen enkele van mijn successen echt verdiende.’

En dus trapt de jonge LeMond alsmaar harder op de pedalen. Hij tracht zijn trauma te ontvluchten door zich maniakaal op het wielrennen te storten. In 1978 krabbelt hij op een papiertje zijn vier grote doelen. Eén: wereldkampioen junioren worden in 1979. Twee: olympisch kampioen worden in 1980. Drie: met 22 of 23 jaar wereldkampioen worden bij de profs. Vier: met 24 of 25 jaar de Tour de France winnen. Helaas voor hem boycotten de VS de Spelen van 1980 in Moskou, maar de andere drie doelen haalt hij netjes op tijd. Het papiertje, dat heeft hij nog steeds.

Het talent van LeMond blijft ook in Europa niet onopgemerkt. Uit tests blijkt dat zijn VO2max (een maat voor de zuurstofopname in het bloed) maar liefst 93 bedraagt. Dat is bijna 10 meer dan Lance Armstrong. Hij is amper 19 jaar wanneer hij een profcontract krijgt bij het Renaultteam van Cyrille Guimard. Met zijn kersverse bruid Kathy verhuist hij begin 1981 naar Frankrijk, een tijd later naar België. In 1983 wordt hij de eerste Amerikaanse wereldkampioen op de weg.

Stukje komedie

Bij Cyrille Guimard komt LeMond onder de hoede te staan van kopman Bernard Hinault. De Bretoen gaat met hem om als met een kleine broer. Hij zorgt ervoor dat zijn jonge knecht wat extra prijzengeld in de wacht kan slepen, en op een keer helpt hij l’américain zelfs een band te vervangen. De grote Hinault in de weer met krik en moersleutel: alles voor de vriendschap.

Die vriendschap blijft niet duren. In de Tour van 1985 toont LeMond zich de evenknie van Hinault. Beiden rijden op dat ogenblik niet meer voor Renault, waar Laurent Fignon de grote kopman is, maar voor het La Vie Claire van zakenman Bernard Tapie. Tapie is ook degene die de ploegorders bepaalt. Op een zeker moment is LeMond weg met enkele vluchters en heeft hij de Tourzege binnen handbereik, maar Tapie roept hem bij monde van ploegleider Paul Koechli terug om kopman Hinault bij te staan. De ‘das’ wint zijn vijfde ronde en LeMond krijgt de belofte dat het volgende jaar de rollen omgedraaid zullen worden: dan zal Hinault in dienst van LeMond rijden.

Bernard Hinault en Greg Lemond
Bernard Hinault en Greg Lemond© GETTY

Dat plan gaat evenwel duidelijk voorbij aan de tomeloze ambitie van Hinault. Die wil alles op alles zetten om de eerste renner te worden die zes Tours wint en lapt in 1986 alle afspraken aan zijn laars. Slag om slinger valt hij zijn jonge teamgenoot aan, maar LeMond breekt niet. In de rit naar Pau neemt Hinault andermaal de benen en hij loopt zes minuten uit. LeMond mag van de Franse ploegleiding niet reageren, maar brengt samen met Luis Herrera de achterstand toch terug tot anderhalve minuut. Na de aankomst raken de voormalige vrienden bijna slaags. In de rit naar Alpe d’Huez wordt een stukje komedie opgevoerd. Hinault valt aan, maar krijgt LeMond niet uit het wiel gereden. De armen om elkaars schouder bollen ze over de eindstreep, maar LeMond voelt zich verraden.

Witte stippen

Ondanks het tegenspartelen van Hinault rijdt Greg LeMond in de gele trui Parijs binnen. Hij is de eerste niet-Europeaan die de Ronde van Frankrijk wint, eeuwige roem is zijn deel. Maar terwijl hij op het podium met de bloemen zwaait, de hand drukt van burgemeester Jacques Chirac en de camera’s van de pers onophoudelijk flitsen, schiet er een beangstigende gedachte door zijn hoofd: ‘Het eerste wat ik dacht was: my God, ik ben nu beroemd. En dan dacht ik: hij gaat bellen. Ik verwachtte elk moment dat telefoontje, ik leefde in voortdurende angst dat iemand het te weten zou komen.’

Ron belt hem niet, maar er overkomt hem wat anders dat zijn carrière zal tekenen. In april van het volgende jaar gaat hij in zijn geboortestreek op kalkoenen jagen. Wanneer zijn schoonbroer een lading hagel afvuurt, staat hij stomweg in de baan van het schot. Het loopt ei zo na fataal af: LeMond verliest letterlijk liters bloed en een van zijn longen is beschadigd. De Tour van 1987 kan hij vergeten, een lange revalidatie wacht.

In zijn drang om in 1988 wel te kunnen deelnemen, vertilt LeMond zich: hij moet met tendinitis langs de kant blijven. Hij verlaat ook PDM – omdat een van de renners van die ploeg op doping is betrapt – en gaat voor het kleine ADR van sportbestuurder José De Cauwer koersen. In 1989 staat hij aan de start van de Tour, met veel vraagtekens en met nog ruim dertig loden hagelbolletjes in zijn borstkas. Op de röntgenfoto’s is een massa witte stippen te zien, enkele daarvan in het vlies om zijn hart.

Enigszins verrassend legt LeMond favoriet Fignon heel de Tour het vuur aan de schenen, maar wanneer de bergen bedwongen zijn, heeft de Fransman een voorsprong van vijftig seconden. In de laatste vlakke etappe voor de afsluitende tijdrit komt Fignon zijn rivaal felicite- ren … met diens tweede plaats. LeMond reageert gepikeerd: ‘Sukkelaar, je gaat nog verliezen.’

En zo gebeurt. Wat niemand voor mogelijk had gehouden geschiedt. LeMond verschijnt op het startpodium van de tijdrit met een futuristisch triatlonstuur, waar De Cauwer ’s ochtends mee langs de wedstrijdjury gepasseerd is. Fignon vindt dat soort tralala niet nodig. Onterecht: bij het afklokken telt hij acht seconden achterstand op LeMond. Frankrijk in zak en as, LeMond uitzinning van vreugde.

Lemond en zijn futuristisch stuur in de afsluitende tijdrit van de Tour in 1989
Lemond en zijn futuristisch stuur in de afsluitende tijdrit van de Tour in 1989© GETTY

Dokter Ferrari

De ochtend na zijn tweede Tourzege ontwaakt LeMond in zijn Parijse hotelkamer en weer werpt hij een angstige blik op de telefoon. Rons schaduw wil maar niet wijken, hoewel hem ogenschijnlijk alles voor de wind gaat: als eerste coureur wordt LeMond door Sports Illustrated uitgeroepen tot Sportman van het Jaar. Geen kleine verdienste in een land waar op dat moment 52×11 gewoon een rekensommetje is.

In 1990 maakt LeMond zijn hattrick vol, na een lang gevecht met de jonge en tot dan onbekende Claudio Chiappucci, die tijdens de eerste week via een monsterontsnapping ettelijke minuten mocht pakken. En dan … dan is het over.

In 1991 beëindigt LeMond de Tour op de zevende plaats, in 1992 geeft hij op nadat hij in een bergetappe 50 minuten verliest. ‘Ik begreep er niks van,’ vertelde LeMond een paar jaar geleden, ‘maar ondertussen werd alles duidelijk.’ Inderdaad: begin jaren negentig is het peloton het epotijdperk binnengereden …

In 1993 neemt LeMond niet deel, maar hij traint harder dan ooit, past zijn dieet aan, leeft helemaal voor de sport. Tevergeefs. ‘Mijn vader piekerde er voortdurend over’, aldus zoon Geoffrey. ‘Uiteindelijk ging hij naar de Belgische dokter Yvan Van Mol. Die zei hem dat er niks mis was met hem. Maar als hij nog wou meedoen, dan moest hij Michele Ferrari een bezoek brengen.’ Ferrari is de sportarts die met bloeddoping werkte en controversiële uitspraken deed over epo. Veel toprenners waren destijds al bij hem langs geweest.

LeMond gaat niet. Hij heeft tenslotte al drie Rondes gewonnen en bovendien, zo bekende hij recent, zou hij de schaamte van een positieve dopingtest gewoon niet aangekund hebben. Trouwens: hij heeft de hoogste VO2max van het hele peloton, hij kan toch iedereen verslaan!

Fout gedacht. In 1994 heeft hij het zelfs al moeilijk in de vlakke etappes. In de zesde rit stapt hij gedesillusioneerd in de bezemwagen. Later dat jaar kondigt hij zijn afscheid aan, officieel vanwege een spierziekte.

Dokter Ferrari duikt jaren later nogmaals in het leven van LeMond op, met verstrekkende gevolgen. Bij het begin van de Tour 2001 publiceert de Londense Sunday Times een artikel dat gedetailleerd de relatie uit de doeken doet tussen Lance Armstrong en de Italiaanse arts, tegen wie op dat moment al een gerechtelijk onderzoek loopt. LeMond is ontgoocheld in Armstrong. Twee jaar eerder heeft hij zijn landgenoot – die na teelbalkanker overwonnen te hebben op het hoogste niveau terugkeerde – nochtans aangemoedigd op weg naar diens eerste Tourzege. Bovendien brengt hij zijn LeMond Racing Cycles aan de man via fietsenproducent Trek, die ook Armstrong sponsort.

LeMond heeft dus redenen genoeg om zijn mond te houden, maar doet dat niet. Al jaren fulmineert hij tegen doping, die hem een stuk van zijn carrière gekost heeft. Armstrong krijgt een veeg uit de pan, genuanceerd nog wel: ‘Als Lance clean is, dan heeft hij de grootste comeback uit de geschiedenis gemaakt. Zo niet, dan is hij de grootste bedrieger.’

Enkele dagen later rinkelt de telefoon bij LeMond. The Boss zelf aan de lijn: ‘Ik dacht dat we vrienden waren.’ De uitleg van LeMond mag niet baten, Armstrong zegt hem: ‘Ga je me nu vertellen dat jij nooit epo gebruikt heb? Jouw comeback in 1989 was net zo miraculeus als de mijne.’ Tenminste, dat is het relaas van LeMond. Armstrong ontkent de inhoud van dat gesprek en maakt nadien geen woorden meer vuil aan zijn landgenoot: ‘Ik ben een drukbezet man, Greg LeMond staat nooit op mijn todolijstje.’

Zelfdestructie

Voor LeMond breken dan moeilijke tijden aan. Trek verplicht hem tot officieel eerherstel van Armstrong, maar hij blijft het zwaard opnemen tegen doping. In die mate zelfs dat sommigen zich afvragen of hij een echte kruisvaarder is dan wel een gefrustreerde maniak.

En ondertussen begint zijn gezin te kapseizen: Geoffrey ontspoort, hij kan niet leven met een ‘perfecte’ vader, die altijd krijgt wat hij wil. In 2002 verlaat hij het ouderlijk huis en raakt aan de drugs. Greg LeMond weet dat er een manier is om het beeld dat zijn zoon van hem heeft bij te stellen: hem vertellen over zijn eigen vreselijke jeugdervaring, hem doen inzien dat ook hij weet wat ongelukkig zijn betekent. De waarheid ligt als een fluim in zijn mond, maar hij slaagt er niet in ze uit te spuwen.

Ook aan Kathy krijgt hij het niet verteld. Op een avond probeert hij het, met behulp van een fles whisky, maar voor hij uitgeteld ineenzakt, mompelt hij alleen maar: ‘Ik vertel het wel op mijn sterfbed.’ Enkele weken later gaat hij ervandoor met een jongere vrouw. Opnieuw een vlucht, bekent hij: ‘Ik had het gevoel dat ik alles in de steek moest laten: mijn vrouw, de kids, ons huis … Ik dacht dat ik in de goot mezelf zou terugvinden. Gelukkig had Kathy door wat er aan de hand was. Ze is een engel. Toen ik dat inzag, nam ze me terug en ik vertelde haar alles …’

Eindelijk is het eruit, de waarheid is out in the open, het verwerkingsproces kan beginnen. Kathy smeekt hem in therapie te gaan om zijn zelfdestructie te stoppen. Hij leest The Drama of the Gifted Child van Alice Miller en huilt het hele boek door vanwege de herkenning.

In 2005 keert Geoffrey, totaal op van de miserie, naar huis terug. Het gezin is herenigd, dat is één. En in 2007 is er dus de zaak-Landis. Voortaan hoeft Greg LeMond niets meer voor de buitenwereld te verbergen, dat is twee. Wat hem vroeger verkrampt voortjoeg, is nu een bron van energie geworden. Niets kan hem nog raken. Integendeel, hij weet zelf zijn antagonisten flink te treffen. Tegen Trek spant hij een rechtszaak aan omdat ze de promotie van zijn fietsen verwaarlozen vanwege zijn aanvallen op Armstrong. En tegen The Boss zelf zal hij in de rechtbank getuigen, want: ‘Lance is exact het tegengestelde van een kampioen.’ Greg LeMond is duidelijk in alles bevrijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content