Hoe Chris Froome van ver onder nul terugvocht (maar nog niet ver genoeg)

© GETTY
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Een jaar en twee maanden geleden verloor Chris Froome (35) bijna zijn leven na een horrorcrash in de Dauphiné. Een reconstructie van zijn ongelooflijke comeback, die nog niet goed genoeg bleek te zijn om terug naar zijn geliefde Tour te mogen gaan.

Dit stuk verscheen vorige week in Sport/Voetbalmagazine.

Opdat u dit verhaal, en het Heilige Vuur dat in Chris Froome brandt, goed zou begrijpen, keren we terug in de tijd. Naar zijn jeugd, toen hij als blanke jongen opgroeide in Kenia, waar vader Clive safari’s organiseerde en moeder Jane als fysiotherapeute werkte. Op een dag, tijdens een van zijn vele eenzame tochten door de hooglanden buiten Nairobi, botst Froome op een wegversperring van enkele jongeren die zijn mountainbike willen stelen. Terugkeren? Geen optie. ‘Hoofd naar beneden en sprinten!’, pompt hij zich moed in. Wat hij ook doet, dwárs door de versperring heen – de jongeren geloven hun ogen niet.

Froome besefte vorig jaar dat hij misschien nooit meer zijn vroegere topniveau zal halen.

Niet toevallig zegt Froome later, als gelauwerde kampioen: ‘Ik ben op dit niveau geraakt omdat er madness door mij stroomt .‘ Het werd in zijn carrière misschien wel zijn grootste kwaliteit, zoals zijn trainer Tim Kerrison ooit vertelde: ‘In crisissituaties beschikt een man soms over onnatuurlijke krachten. In een race reageert Chris ook zo. Met de rug tegen de muur kan hij zichzelf hélemaal binnenstebuiten halen en als geen ander pijn lijden.’ Met de les van zijn Keniaanse leermeester David Kinjah als levenslange leidraad: ‘Geef je nooit over. Keep fighting for your dream.’

Neus snuiten

Op woensdag 12 juni 2019 luidt die droom: de maand erna de Tour voor de vijfde keer winnen. En op diezelfde dag, als bevestiging van zijn blakende vorm, ook de tijdrit van 26 kilometer in de Dauphiné. Die gaat hij op de middag verkennen met ploegmakker Wout Poels. Achter hen, in de wagen: ploegleider Servais Knaven en coach Tim Kerrison, instructies gevend over het parcours, waarop de wind flink te keer gaat. Geen probleem echter voor Froome, hij is als tijdritspecialist versmolten met zijn Pinarellofiets.

Toch gaat het fout – al is dat nog altijd een zwart gat in zijn geheugen. Tijdens een lichte afdaling in het dorpje Saint-André-d’Apchon gebaart Froome Poels om hem voorbij te steken, zodat hij zijn neus kan snuiten. Maar net op het moment wanneer hij zijn hand van het stuur haalt, fietsend met een snelheid van 54 kilometer per uur, blaast een plotse, felle windstoot hem tegen de betonnen muur van een oprit, rechts van de weg. De INEOS-renner wordt gekatapulteerd tot op het fietspad, zijn lichaam in gruzelementen. Mecanicien Gary Blem snelt uit de ploegwagen, richting Froome.

‘Niet bewegen, it’s bad. ‘

What’s bad?’, vraagt de versufte coureur.

‘Je been is gebroken, Chris.’

Waarop die merkt hoe een dikke bult, van het uitstekende bot, zijn koersbroek opheft, hoe het bloed uit een gapende kniewonde gutst, en hoe zijn elleboog in een onnatuurlijke richting wijst. En hoe vooral de pijn alsmaar erger wordt.

Als een gelukkig toevallig is een anesthesiste een vijftigtal meter verder in een ambulance van de organisatie aan het lunchen. Zij snelt meteen te hulp – snelle bijstand die later cruciaal zal blijken. Terwijl zij de eerste zorgen toedient, wordt Froome, die bij bewustzijn maar in shock is, overvallen door een gevoel van onmacht, hulpeloosheid en ongerustheid. De tijdritzege mag hij vergeten, net als de Tour. Maar wat als dit het einde van zijn carrière is?

Toch probeert hij zichzelf en zijn vrouw Michelle gerust te stellen, wanneer hij haar aan de lijn krijgt – mecanicien Gary heeft haar opgebeld. ‘Neen, je moet niet komen. Blijf bij de kinderen, ik red me wel.’ Waarop hij de gsm teruggeeft aan zijn mecanicien, die Michelle aanmaant toch maar te komen. ‘Het is ernstig…’

Terwijl Froome door de sterke pijnstillers steeds slaperiger wordt, brengt een ziekenwagen hem na twee uur verzorging naar het ziekenhuis in het nabijgelegen Roanne. Daar wordt hij gestabiliseerd voor een helikopter hem naar het Centre Hospitalier Universitaire van Saint-Etienne vliegt. Dat is uitgerust met een afdeling voor polytraumapatiënten en is gespecialiseerd in orthopedische chirurgie. Eén probleem echter: professor Rémi Philippot staat op de luchthaven, wachtend op een vlucht naar China, waar hij een speler van de nationale voetbalploeg moet behandelen. Hij spoedt zich terug naar het ziekenhuis om Froome nog dezelfde avond te opereren.

Dríngend, want diens toestand – hoewel dat voor de buitenwereld verzwegen wordt – is zelfs even kritiek: een gebroken rib heeft zijn long doorboord en door interne bloedingen heeft hij meer dan twee liter bloed verloren. Ook Froomes rechterdijbeen baart Philippot grote zorgen: versplinterd in verschillende stukken, gelukkig in het midden van het bot, niet dichtbij de gewrichten. Met behulp van een metalen plaat, een staaf en verschillende bouten puzzelt de chirurg dijbeen en heup gedurende vier uur weer in elkaar. Daarna lost collega Giorgio Gresta, een Italiaanse ex-hockeyinternational, hem af. Die werkt nog ruim twee uur verder aan Froomes gebroken elleboog.

Wanneer de Brit, bij wie later ook een breuk in diens onderste C7-nekwervel en borstbeen ontdekt wordt, de volgende morgen ontwaakt, is zijn eerste vraag: ‘Zal ik volledig herstellen, weer renner kunnen worden?’ Ja, luidt het antwoord van zijn chirurgen. Maar de revalidatie zal lang duren, met veel obstakels. Niettemin een morele boost voor Froome: ‘Wanneer kan ik beginnen?’ Hij lacht zelfs om alle complottheorieën die op sociale media opduiken: zijn ongeval zou in scène gezet zijn om een positieve dopingtest te verdoezelen. ‘De pijn die ik nu voel, lijkt me nochtans niet fake. ‘

Christopher Froome, belaagd door iedereen. In de Dauphiné zal het weer niet anders zijn.
Christopher Froome, belaagd door iedereen. In de Dauphiné zal het weer niet anders zijn.© GETTY

Eindzege Vuelta 2011

Op 20 juni, acht dagen na de val, verhuist Froome naar een revalidatiecentrum in Saint-Raphaël. Zes weken moet hij platliggen, onder meer ook in een hyperbare kamer met verhoogde omgevingsdruk. Zo kan hij honderd procent zuivere zuurstof inademen, om het herstel van zijn gebroken beenderen te versnellen.

Froome wordt in die periode geslingerd tussen vechtlust en droefheid, zeker wanneer hij de Tour op tv ziet starten, zonder hem. Al trekt hij zich daarna wel op aan de Tourzege van zijn ploegmaat Egan Bernal. En vooral aan een simpele daad die hij voor het eerst kan uitvoeren: zelfstandig – weliswaar in een rolstoel – naar het toilet gaan. Intussen wordt hij de eerste renner ooit die een grote ronde in zijn bed wint: Juan José Cobo raakt zijn eindwinst in de Vuelta van 2011 kwijt wegens dopinggebruik en zo schuift Froome op van plaats twee naar één. ‘Bitterzoet nieuws, maar beter laat dan nooit’, reageert hij.

Kort daarna mag hij zichzelf in een rolstoel verplaatsen. En eind juli, naast drie, vier uur dagelijkse fysiotherapie, zelfs voor het eerst fietsen. Weliswaar voorzichtig trappend met zijn ene goede been, terwijl zijn andere op een platform rust. Verplegers moeten hem daarvoor vanop zijn rolstoel op een hometrainer zetten.

Het volgende ijkpunt: enkele simpele oefeningen in het zwembad uitvoeren. ‘Een enórm bevrijdend gevoel’, aldus Froome. Het is de introductie naar zelfstandig wandelen, weliswaar met krukken. Veel onnatuurlijker aanvoelend dan weer fietsen, vindt de renner. Voor hem zelfs het moeilijkste deel van de revalidatie, fysiek én mentaal. Omdat het hem confronteert met de realiteit: dat een terugkeer in het peloton nog vér weg is. Al troost hij zich met de gedachte dat hij voor het eerst sinds lang de hele zomer met zijn gezin – vrouw Michelle, zoontje Kellan (4) en dochtertje Katie (2) – kan doorbrengen.

Eind augustus mag de Brit voor het eerst ook buiten fietsen, ook al kan hij met zijn linkerbeen slechts twintig procent van de kracht ontwikkelen, moet hij op krukken naar zijn Pinarello wandelen en toertjes malen op een betonnen velodroom nabij Nice, om het risico op valpartijen te vermijden. Pas een maand later kan Froome voor het eerst de openbare weg op. Vlot stappen lukt dan echter nog altijd niet. Wanneer hij in een koffiebar stopt, moet hij zelfs van zijn fiets op één been naar een tafel huppelen – tot verbazing van de andere gasten.

Intussen is de viervoudige Tourwinnaar nog eens in het ziekenhuis beland: om een pees in zijn linkerduim operatief te laten herstellen na een ongelukkig manoeuvre met een keukenmes. ‘Het is blijkbaar niet mijn jaar. Kan niet wachten tot 2020’, tweet hij, steevast vooruitkijkend. Kort erna verschijnt in The Telegraph zijn eerste grote interview na het ongeval. ‘Ik ben blij dat ik nog leef. Dat ik nog kán revalideren’, verwijst Froome naar zijn kritische toestand na de val. ‘Ik ga dan ook harder dan ooit trainen om weer op niveau te geraken. Velen zeiden al: ‘ He’s done, hij zal nooit nog de Tour winnen.’ Maar dat motiveert me alleen nog meer.’

Als Froome zich in de Tour niet wil schikken in een rol als derde man, na Bernal en Thomas, zal Brailsford hem niet meenemen.

Dat hij dan al 34 jaar is, blijkt geen belemmering. Froome ziet immers de volgende maand in Wenen met eigen ogen hoe Eliud Kipchoge, ook gesponsord door INEOS, als eerste mens ooit onder de twee uur op de marathon duikt – op zijn 34e. Die recordpoging wordt op de sociale media gepromoot met de hashtag #NoHumanIsLimited, een leuze die Froome de maanden erna vaak zelf zal gebruiken. ‘Leeftijd is niet meer dan een state of mind. Limieten bestaan niet.’

Geen garanties

Dat de weg echter nog lang is, blijkt wanneer de Brit eind oktober naar Japan reist, om er deel te nemen aan het Saitama Criterium, een evenement van Tourorganisator ASO. Weliswaar alleen aan een tijdritje van 3 kilometer, in een toeristentempo. ‘De snelheid en de tempowisselingen van een 60 kilometer lang criterium kan ik nog niet aan’, vertelt Froome, die van de gelegenheid gebruikmaakt om het olympische wegparcours in Tokio te verkennen. Want ook die race zit, in precoronatijden, in zijn achterhoofd.

Toch beseft Froome op dat moment dat hij misschien nooit meer zijn vroegere topniveau zal halen. ‘De chirurgen zeiden wel dat ik opnieuw zou kunnen racen, maar tussen dat en de Tour wínnen… Er zijn geen garanties. Maar ik zal alles geven.’

Na een tussenstop in New York, waar hij samen met INEOS-manager Dave Brailsford en F1-kampioen Lewis Hamilton het Mercedes Benz Motorsport CEO Forum bijwoont, ondergaat Froome op 8 november in het ziekenhuis van Saint-Etienne een nieuwe ingreep. Hij laat er de twintig centimeter lange metalen plaat in zijn heup en de vijzen uit zijn elleboog verwijderen. De titaniumstaaf in zijn dijbeen, twee boutjes in zijn knie en twee in zijn dij blijven zitten. Begin december, na een korte trip naar Miami – als ambassadeur van Best Buddies, een organisatie die zich inzet voor mensen met een mentale beperking – moet de Brit echter weer onder het mes: de oplosbare hechtingen in zijn heup zijn door een allergische reactie ontstoken.

Met zijn zoontje, na de vierde Tourzege in 2017.
Met zijn zoontje, na de vierde Tourzege in 2017.© GETTY

Een nieuwe tegenslag, extra opgeblazen in de media ook, wanneer het Italiaanse maandblad Bicisport begin januari meldt dat Froome de ploegstage van Team INEOS al na twee dagen heeft moeten verlaten. Iets wat Froome op Twitter noch ontkent, noch weerlegt: ‘Ik ben op trainingskamp geweest in Mallorca. Maar mijn herstel verloopt goed, ik vertrek donderdag naar mijn tweede teamstage.’ Daar, op Gran Canaria, geeft Froome een interview aan het Britse blad Rouleur, met een veelbetekenende quote: ‘Het voelt alsof ik van onder nul moet starten. Eerst moet ik weer op nul raken, om van daaruit te vertrekken’, aldus Froome, die dan nog altijd wandelt als een mankende dronkenman.

Op Gran Canaria moet Froome zich ook beperken tot lange, trage duurtrainingen, zonder intensiteit. Vele uren spendeert hij ook in de fitnesszaal, om de balans tussen zijn zwakke rechter- en ‘normale’ linkerbeen te herstellen. Wanneer de INEOS-renner eind februari de competitie hervat, in de UAE Tour, is hij dan ook nog verre van de oude: 71e in het eindklassement. Maar wel blij dat hij zich zonder angst in het peloton heeft kunnen positioneren, mede omdat hij zich niets meer herinnert van de crash in de Dauphiné. Coach Tim Kerrison probeert de verwachtingen wel te temperen: ‘Zodra Chris weer normaal kan trainen, zal hij vlug verbeteren, maar we doen niks overhaast, zeker niet ten koste van zijn gezondheid op lange termijn.’

Overlijden Portal

Na de UAE Tour trekt Froome naar Zuid-Afrika, voor een hoogtestage in Crystal Springs Mountain Lodge, vlakbij het Kruger National Park. De renner, die een deel van zijn jeugd ook in Zuid-Afrika doorbracht, leert er zijn trainingsgezel Dylan van Baarle alle gravelpaden en wilde dieren kennen. Al is de Nederlander vooral onder de indruk van Froomes progressie en vechtlust op de fiets. ‘Inspirerend om te zien.’

Tijdens die stage moet Froome wel een mokerslag verwerken, wanneer op 3 maart Nicolas Portal – zijn ploegleider, vriend, jarenlange steun en toeverlaat – plots overlijdt na een hartaanval. ‘Ik kan het niet geloven, ik had Nico gisteren nog aan de lijn… De zachtaardigste man die ik kende. Nico is onvervangbaar in de ploeg. Ik ga er alles aan doen om voor hem nog een Tour te winnen’, reageert Froome aangeslagen.

Portals begrafenis kan hij echter niet bijwonen. Pas op 18 maart keert de Brit terug naar Europa, vroeger dan gepland, om een dreigend reisverbod te vermijden gezien de aanzwellende coronapandemie. Een tegenvaller voor Froome. De weken erna, gedwongen door de lockdown in Frankrijk, kan hij zelfs alleen nog indoor trainen, in de pain cave van zijn villa in Saint-Raphaël. Die heeft hij, als motivatie, opgefleurd met fietsen en shirts waarmee hij zijn zeven grote rondes heeft gewonnen.

In zijn ‘pijngrot’ martelt de Britse Keniaan zichzelf met wat teammanager Dave Brailsford ‘krankzinnige’ oefensessies noemt: per week ruim dertig uur fietsen – een keer zit hij zelfs 6 uur en 22 minuten op de rollen – plus elke dag een uur spierversterkende en plyometrische oefeningen. ‘De gedachte dat hij tijdens de lockdown harder traint dan zijn collega’s, geeft hem een mentale voorsprong’, zegt Brailsford.

Uitstel Tour

Een boost krijgt Froome ook wanneer ASO half april de Tour met twee maanden uitstelt. Extra voorbereidingstijd om zijn doel te verwezenlijken: een vijfde gele trui in Parijs ophalen. ‘Het zou een van de grootste comebacks in de sportgeschiedenis zijn’, vertelt Froome korte erna in The Times. ‘Velen hebben me al afgeschreven, en ik kan het hen niet verwijten. Het kan zelfs in mijn voordeel spelen.’ Opvallend: wanneer de journalist hem de gruwelijke foto’s van zijn lichaam, met uitpuilende beenderen, toont, genomen na de val in de Dauphiné, keert hij zijn hoofd niet af. Blijft hij er zelfs naar staren: ‘Het contrast tussen toen en nu – weer in volle trainingsmodus richting de Tour – is enórm motiverend.’

Wat ook blijkt uit de #NoHumanIsLimited tweets die Froome de weken erna geregeld verstuurt: over hoe hij al zijn hele leven tegenslagen heeft overwonnen, over hoe hij in races vanuit uitzichtloze posities heeft teruggevochten – zoals in de Giro 2018, toen hij met zijn fameuze solo alsnog het roze pakte – en over hoe hij de ‘grootste challenge van zijn carrière’ niet zou aangaan als hij niet zou geloven dat hij die niet kan verwezenlijken – in het eerdere interview met Rouleur benadrukt hij zelfs ‘zál’ verwezenlijken. Ook de volgende maanden, met de levensles van zijn Keniaanse mentor David Kinjah in gedachten: ‘ Keep fighting for your dream!

Want limieten, die bestaan niet voor Christopher Froome.

Christopher Froome tekent het inschrijvingsblad. Hij kreeg een boost toen de Tour twee maanden werd uitgesteld.
Christopher Froome tekent het inschrijvingsblad. Hij kreeg een boost toen de Tour twee maanden werd uitgesteld.© GETTY

Wel of niet naar de Tour?

Tenzij de INEOS-selectie na de deadline van dit magazine nog werd bekendgemaakt, is het niet zeker dat Chris Froome op 29 augustus zal starten in de Tour.

Het was een bom, toen Cyclingnews.com in mei meldde dat Chris Froome aan een vertrek bij INEOS dacht. Niet toevallig net nadat Egan Bernal had verklaard dat hij, indien hij in de Tour honderd procent zou zijn, zich als titelverdediger voor niemand zou opofferen, ook niet voor Froome. Tot diens grote ergernis, nog meer toen teammanager Dave Brailsford weigerde om de Colombiaan terug te fluiten. Hij wou Froome geen garanties geven over zijn (leiders)positie binnen het team, zelfs niet over een Tourselectie. Bovendien bleek Brailsford niet bereid om Froomes aflopende contract aan dezelfde voorwaarden (met een jaarsalaris van ruim vijf miljoen euro) te verlengen.

Na die berichten sprong Sylvan Adams, de steenrijke eigenaar van Israël-Start Up Nation, in de dans. Die had Froome al leren kennen bij de start van de Giro 2018, die Adams naar Israël had gehaald. Na onderhandelingen via telefoon en via zoom, mét toestemming van Brailsford, kwamen ze in juli tot een deal: een langdurig open contract tot het einde van Froomes carrière, gekoppeld aan een salaris dat hem nog altijd een van de beste betaalde profrenners zal maken. In een team waarin hij vooral weer eerste viool kan spelen.

Dat Brailsford zo makkelijk afscheid nam van Froome is geen toeval: hij beslist nooit op basis van sentiment. Zelfs niet in het dossier van een renner die de ploeg al zoveel grote successen heeft bezorgd. Die zeges hebben dan ook nooit een innige band tussen hen gecreëerd. Ze waren het behangpapier dat de barsten in het verstandshuwelijk tussen Froome en Brailsford verstopte. Barsten die er vooral kwamen na discussies over het leiderschap binnen het team, al van in de Tour 2012, toen Bradley Wiggins moest winnen. En ook later, in de Tour 2018, toen Froome zich niet rap neerlegde bij Geraint Thomas‘ dominantie. Voor de etappe naar de Col du Portet zei de Britse Keniaan zelfs binnen het team dat hij zou aanvallen, terwijl Thomas in het geel stond. Wat hij, weliswaar zonder succes, effectief ook deed. Tot irritatie van G, zoals die later in zijn boek schreef.

Dat is Brailsford niet vergeten. Bovendien kijken hij én Jim Ratcliffe, de zéér rationeel denkende zakenman en eigenaar van Team INEOS, puur naar de cijfers. En die zeggen dat de 23-jarige Bernal, met hoogstens Geraint Thomas als optie B, de meeste kans maakt om de komende Touredities te winnen.

Al in 2018 nam Brailsford daarom de toen pas 21-jarige Colombiaan mee naar de Tour, om te leren van Froome en Thomas. Hij moest immers in de toekomst dé leider van de ploeg worden. Wat in 2019, mede door Froomes crash, al realiteit werd, mét de gele trui als resultaat.

De rode draad doorheen Brailsfords aanpak is mission clarity, zeer duidelijke opdrachten binnen het team. Als er ook maar het minste risico bestaat dat Froome in de Tour zich niet wil schikken in een rol als derde man, ónder Bernal en Thomas, zal Brailsford hem niet meenemen. Daarom is het overlijden van Nicolas Portal, met wie Froome close was, niet te onderschatten: hij was de tactisch zeer beslagen ploegleider die de Brit kon sturen, de lijm binnen het team ook.

Niet toevallig meldde La Gazzetta dello Sport vorige week dat Froome hoogstens in aanmerking komt voor de achtste Tourplaats bij INEOS, in balans met Andrey Amador en Tao Geoghegan Hart. Net daarom was het opvallend dat Froome zich net in de Route d’Occitanie ten dienste gesteld had van Bernal, voor zowat de eerste keer in zijn carrière.

Of die ommezwaai en Froomes conditie op zich zullen volstaan voor een Tourdeelname, laat staan voor wínst, is dus nog af te wachten. Indien niet, dan zal hij pas in juli 2021 kunnen proberen om zijn droom te verwezenlijken, bij zijn nieuwe team. Om dan, op zijn 36e, misschien toch te moeten toegeven dat limieten wél bestaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content