Igor Decraene: geknakt in volle bloei

© Belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De veelbelovende wielercarrière van Igor Decraene eindigde abrupt. Mooie herinneringen aan een heel fijne jongeman.

Het leek zo onwezenlijk, toen een collega zaterdagmiddag belde. Of we op Facebook al de stortvloed aan RIP-berichtjes over Igor Decraene gezien hadden? Nog irreëler was even later het bericht dat de 18-jarige junior op een spoorweg in Zulte, nauwelijks twee kilometer van onze voordeur in Waregem, zélf uit het leven zou zijn gestapt.

Igor – letterlijk vertaald: krijger met boog -, die de strijd met dit aardse bestaan had opgegeven? Hij, de wereldkampioen tijdrijden bij de junioren, die na een knieblessure in het voorjaar de vorm weer had te pakken, onlangs nog op stage was geweest met de Belgische bond als voorbereiding op het WK, met als doel daar opnieuw de wereldtitel tijdrijden te veroveren. Hij, met wie we in Firenze vorig jaar, een paar uur voor zijn gouden medaillerace, nog hadden gelachen met zijn leraars in het Heilig Hartcollege, waar wij ook zes jaar op de banken hadden gezeten. Hij, die even later een interview aan Sporza gaf, uiterst bescheiden over een toptienplaats in de tijdrit sprak en verklaarde al blij te zijn dat hij zo’n WK mocht meemaken.

Om even na de middag de tegenstand weg te blazen en tot zijn eigen verbazing op het podium naar de Brabançonne te luisteren. Als nuchtere West-Vlaming zonder tranen of wilde zegegebaren, maar intens gelukkig. En: met de hand op het hart. “Victor Campenaerts deed dat na zijn zege op het EK, dus ik dacht: ik zal hetzelfde doen”, zei hij ons achteraf. Nog pakkender was het beeld van de boerenzoon die van het podium stapte, richting zijn stralende vader Stefaan en moeder Caroline, en hen een ontroerende “merci” toewierp. Opperste dankbaarheid samengevat in een simpel woordje. Voor ouders die op het laatste moment beslist hadden af te reizen naar Italië, geholpen door de vier andere schoolgaande zonen die het werk op de boerderij met negentig melkkoeien op zich wilden nemen. Een taak die Igor, tussen de trainingen en de school door, ook dagelijks met plezier op zich nam.

Zoals hij zich ook in Firenze opvallend kalm van zijn taak kweet, toen hij na de knuffels met zijn ouders de media en de supporters moest trotseren. Bijgestaan door perschef Mark Vanlombeek haalde hij zijn mooiste glimlach boven voor de foto met Italiaanse vrijwilligers (“Ik? Een idool, wie had dat gedacht?”) en stond hij de journalisten te woord. (“Stress? Neen, ik moest toch telkens hetzelfde vertellen. Al kon mijn Engels wel beter.”)

Even nuchter ontving hij enkele uren later de vele felicitaties in het hotel van de Belgisch ploeg, waar Philippe Gilbert zijn (dan nog) collega-wereldkampioen welgemeend de hand schudde. “Geniet ervan, zéker van die regenboogtrui.” En glunderen, dat deed Igor, het meest zelfs ’s avonds op zijn kamer, toen hij – als perfectionist – de dvd van zijn tijdrit, met beelden vanuit de volgwagen, bestudeerde. “Kijken of ik de juiste lijnen gereden heb. Maar ook genieten natuurlijk.” En dromend. Van een nieuwe wereldtitel tijdrijden in 2014, van successen bij de profploeg van Patrick Lefevere, bij wie hij onlangs een voorakkoord tekende.

Een veelbelovende wielercarrière en vooral een mens in volle bloei, die op een spoorweg echter plots knakte en veel onbeantwoorde vragen achterliet. Maar ook mooie herinneringen aan een heel fijne jongeman. Die helaas nooit meer “merci” zal kunnen zeggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content