Jean-Pierre Monseré, de Robin Hood van het wielrennen

Iedere zaterdag brengen we een opmerkelijk verhaal uit de wondere wereld van het wielrennen. Vandaag: Jean-Pierre Monseré, de jongste naoorlogse winnaar van de Ronde van Lombardije.

Met zijn 21 jaar en 33 dagen is Jean-Pierre Monseré de jongste naoorlogse winnaar van de Ronde van Lombardije. Als Remco Evenepoel zaterdag dit Italiaanse wielermonument wint, kan hij onder die leeftijd duiken. Hij zal dan 20 jaar, zes maanden en 21 dagen zijn.

Bij de figuur van Jean-Pierre Monseré wordt dezer dagen nog eens stilgestaan. Op 16 augustus zal het 50 jaar geleden zijn dat hij in het Engelse Leicester wereldkampioen werd. Zeven maanden later verongelukte de West-Vlaming tijdens een koers in Retie.

Jean-Pierre Monseré werd in september 1969 prof. Enkele weken later won hij de Ronde van Lombardije. Maar hij beleefde weinig pret aan die zege. Monseré was tweede geëindigd na de Nederlander Gerben Karstens, maar die testte positief bij een dopingcontrole. Hij werd pas maanden later tot winnaar uitgeroepen. Van dat soort zeges hield hij niet.

Niettemin was Monseré samen met zijn boezemvriend Roger De Vlaeminck klaar om de vesting Eddy Merckx te bestoken. Beiden vormden een twee-eenheid. Ze haalden ook graag in koers een grapje uit. Zoals in de Ronde van Lombardije van 1970 waarin Monseré met De Vlaeminck had afgesproken dat die zou aanvallen, juist op het moment dat er in het peloton een wapenstilstand heerste om iedereen de gelegenheid te geven een plasje te maken. Dat gebeurde. De Vlaeminck verstopte zich wat verder op een berm, achter aan van de vele tunnels. Monseré ging vervolgens met een gladgestreken gezicht aan Eddy Merckx vertellen dat de laffe De Vlaeminck in de aanval was gegaan. Merckx zette zich als een bezetene op kop en begon te jagen. De Vlaeminck moest alles uit zijn lichaam persen om weer aansluiting te krijgen. Toen dat was gebeurd ging De Vlaeminck naast Merckx rijden en vroeg hem waarom hij zo hard had gefietst. Omdat hij op tijd thuis moest zijn? Wat verder zat Monseré te lachen.

Een eerste hoogtepunt bereikte Jean-Pierre Monseré toen hij in 1970 in het Engelse Leicester wereldkampioen werd. In een zinderende finale was hij de snelste van een kopgroep van zes, met onder meer Felice Gimondi. Die had hem een half miljoen frank, 12.500 euro, geboden indien hij wereldkampioen mocht worden. Monseré ging er niet op in. De supporters stroomden toe voor zijn huis in Roeselare. Lenig als een kat kroop speelvogel Jempi op het dak van zijn woning om de mensen te groeten. Monseré kreeg een monstercontract aangeboden van het Italiaanse Salvarani, maar hij bleef bij Flandria. Op aandrang van zijn vrouw Annie met wie hij pas was getrouwd.

Jean-Pierre Monseré werd wel eens de Robin Hood van het peloton genoemd. Door zijn vriendelijkheid, onbevangenheid en spontane lach bouwde hij een immense populariteit op. Hij was klaar om de wereld te veroveren. Als wereldkampioen won hij in 1971 meteen de Ronde van Andalusië. Het was de aanloop naar zijn eerste grote doel van het seizoen: Milaan-Sanremo. Tot die dag in Retie en hij in volle koers op een stilstaande auto botste. En België in een diepe rouw dompelde. De foto van Monseré, die met de regenboogtrui om de schouders op de grond lag, ging de hele wereld rond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content