De zevenvoudige Tourwinnaar legt op zijn website uit waarom hij de strijd staakt en zich niet langer verzet tegen het Amerikaanse antidopingbureau USADA, dat hem beschuldigt van dopinggebruik.
Lance Armstrong: “Er komt een moment in je leven wanneer je ‘genoeg is genoeg’ moet zeggen. Voor mij is dat moment nu gekomen. Al sinds 1999 werd ik beschuldigd van valsspelen en van het oneerlijk winnen van zeven Rondes van Frankrijk.”
“De tol die de hele zaak heeft geëist van mijn familie en van mijn werk voor de stichting heeft me gebracht tot waar ik vandaag sta – klaar met al die nonsens”, aldus Armstrong, die weigert nog langer “deel te nemen aan een dergelijk eenzijdig en oneerlijk proces”.
‘Mij en allen prijze straffen’
‘The Boss’ haalt ook uit naar het USADA. “Ik had gehoopt dat het gerecht de wanvertoning van het USADA zou kunnen stopzetten. In tegenstelling tot wat USADA-directeur Travis Tygart zegt, is er geen enkel tastbaar bewijs om zijn beschuldigingen hard te maken. Ik was beschikbaar voor allerlei controles, zowel in als buiten competitie. Bloed, urine, wat ze ook vroegen kregen ze. Wat is het nut van zo’n tests als het USADA daar geen rekening mee houdt? Van in het begin ging het hier niet om het achterhalen van de waarheid, maar wel om mij en allen prijze te kunnen straffen”.
“Toen ik koerste, volgde ik de door de UCI, het WADA en het USADA opgelegde regels. Alleen al de gedachte dat renners zonder een positief A-of B-staal veroordeeld kunnen worden, maakt het systeem kapot. Misnoegde ploegmaats kunnen zo een proces aanspannen, terwijl een valsspeler een goede deal kan sluiten voor zichzelf”.
‘Trieste dag voor de sport’
Tygart verklaarde al dat Armstrong zijn zeven tourzeges en al zijn overwinningen sinds 1 augustus 1998 moet inleveren. “Dit is een trieste dag voor ieder onder ons die van de sport en onze atleten houdt”, stelde hij.
“Als er geen controles waren, zou de cultuur van het willen winnen tegen elke prijs eerlijke en veilige competitie overnemen. Voor zuivere atleten is het echter een geruststellende gedachte dat er hoop is om te kunnen presteren zonder prestatiebevorderende middelen”, aldus Tygart. (Belga/KVDA)
