Tour, rit 7: een etappe grand cru (maar alleen door de omgeving)

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Wanneer gaat ASO inzien dat deze etappes alleen maar kijkers wegjaagt? Al zullen de wijnliefhebbers vandaag, los van de koers, wel hun hart kunnen ophalen met prachtige plaatjes van de Bourgogne.

Als het louter van de omgeving afhangt, wordt dit letterlijk en figuurlijk een etappe grand cru, want gereden in de Bourgogne, sinds 2015 officieel Unesco-Werelderfgoed. De wijn van aankomstplaats Nuits-Saint-Georges is een van de meest gereputeerde appellations – een fles kan er meer kosten dan een dure racefiets. in de finale passeren de renners ook het bekende Gevrey-Chambertin en het kasteel van Clos Vougeot.

Mooie helikopterplaatjes verzekerd dus, al zullen de renners er weinig oog voor hebben. Volgens parcoursbouwer Thierry Gouvenou bestaat in de laatste veertig kilometer kans op waaiers, wanneer het peloton, nadat het de grootstad Dijon links heeft laten liggen, een U-bocht maakt tot de finish in Nuits-Saint-Georges.

Volgens het weerbericht zal de wind echter vanuit zuidwestelijke richting met 16 kilometer per uur blazen. Juiste richting voor waaiers, maar helaas niet hard genoeg. En dus zullen Marcel Kittel en co allicht voor de vierde keer om de zege sprinten.

Tenzij de andere sprintersploegen een nieuwe tactiek hanteren: mannetjes meesturen in een ontsnapping en het achtervolgingswerk alleen aan Quick-Step overlaten. Dan heeft een ruime kopgroep misschien een kans op slagen. En krijgen we misschien eindelijk wat animo in een alweer véél te lange rit boven de 200 kilometer.

Zo niet, dan wordt het weer vijf uur geeuwen tot aan de finish. Wanneer gaat ASO inzien dat deze etappes alleen maar kijkers wegjaagt? Al zullen de wijnliefhebbers vandaag, los van de koers, wel hun hart kunnen ophalen met prachtige plaatjes van de Bourgogne. Misschien zal er ’s avonds, in het hotel van de winnaar, in plaats van met champagne zelfs met Côtes de Nuitswijn getoast worden.

Als het tot een sprint komt, dan zal die wijn allicht weer vloeien in het hotel van Quick-Step, voortgaande op de dominantie van Kittel. Ook omdat de laatste rechte lijn in Nuits-Saint-Georges liefst vijf kilometer lang is. En dat ligt de Duitser nog beter dan het gevaarlijke bochtenwerk in Troyes. Dat hij het zelfs daar kon afmaken, alweer zonder treintje, zegt veel over zijn suprematie en bloedvorm. André Greipel noemde het niet toevallig deprimerend.

Stars and Stripes

Kittel zal met winst zich weer in het groen sprinten. En de dag nadien weer met bijpassende groene helm, bril, broek en fiets(onderdelen) kunnen koersen. Tegenwoordig, ook voor de dragers van de andere leiderstruien, de normaalste zaak van de wereld. Teams met kandidaat-winnaars zijn daar ook op voorzien: de vestimentaire en materiële speciallekes liggen klaar in de vrachtwagen voor het geval een renner een trui verovert. Alleen wordt daar niet mee uitgepakt, om het lot niet te tarten. Geloof ze dus niet (meer), de verhalen waarbij een mecanicien honderden kilometers naar de service course van de ploeg reed om een gele fiets op te halen.

Veel poeha wordt daar ook niet meer over gemaakt. In tegenstelling tot in 1997. Mario Cipollini haalde toen alle krantenkoppen door de eerste Tourrit, op 7 juli exact twintig jaar geleden, in een Stars and Stripes-broek te koersen – fietssponsor Cannondale was immers Amerikaans. Een inbreuk op het reglement en dus gaf de jury Cipollini en zijn Saecoploeg na de finish een boete: 200 Zwitserse frank (184 euro) voor de renner, 1000 Zwitserse frank (920 euro) voor de sponsor.

De Italiaan maalde er niet om, zeker niet nadat hij in Forges-les-Eaux naar de zege had gesprint én het geel had veroverd. De volgende dag trok Cipollini nog meer de aandacht, toen hij, omzwermd door cameraploegen, richting startlijn fietste. Op een kanariegele Cannondale CAAD 4, met een geel stuurlint en gele tubes op zijn speciale Spinergywielen, gehuld in een gele trui, gele broek, gele handschoenen, gele kousen, én op groene schoenen, aangezien de puntentrui ook in zijn bezit was. Wel zonder (de toen nog niet verplichte) helm, zo kon Cipollini zijn lange manen als een gele Samson laten wapperen.

Het leverde hem en zijn team weer een boete op, en opnieuw betaalden ze met de glimlach: de publicitaire return was immers een honderdvoud waard. Bovendien won Super Mario ook de tweede rit, in Vire. Met een onwrikbaar zelfvertrouwen, want de Italiaan had de gele attributen al voor Nieuwjaar laten maken.

Yvan Vanmol, die Cipollini nog had begeleid in zijn periode bij GB-MG, was niet verrast. Jaren ervoor had de Italiaan de dokter eens uitgenodigd bij hem thuis in Lucca. Toen de sprintbom Vanmol rondleidde, deed hij dat in een kostuum, op gemaakt bij een kledingwinkel in Lucca, een hoed, peperdure schoenen én een paraplu. ‘Van iedereen die Cipollini tegenkwam kreeg hij een hand, alsof hij de burgemeester was’, lachte Vanmol.

Witte schoenen

Ook Tourbaas Jean-Marie Leblanc kon, ondanks de overtreding van het reglement, de fratsen van de Leeuwenkoning wel pruimen. ‘Mario is een van de laatste stars van het peloton’, loofde hij. Jacques Goddet, de Tourdirecteur tot 1986, was over Cipollini’s voorganger Angel Arroyo daarentegen minder lovend. Die droeg in de Tour van 1984 witte schoenen. Godslastering toen, want koersschoenen moesten zwart zijn. Ook de Spanjaard kreeg elke dag een boete. En ook zijn sponsor betaalde met de glimlach.

De lach op Leblancs gezicht verdween wel toen Cipollini in de Tour van 1997 net voor de Pyreneeën arrivederci zei. Geen primeur echter: geen renner die in grote rondes zo vaak vroegtijdig zijn koffers heeft gepakt: 14 keer op 20 – alleen de Giro reed de Toscaan zesmaal uit. De Champs-Elysées heeft hij nooit gezien. Dan lag Mooie Mario al lang op het strand. Of schreed hij met hoge hoed en paraplu door de straten van Lucca. Als een burgemeester.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content