Touranekdotes: en toen dubbelde Eddy Merckx Luis Ocaña

© Belga Image
Jacques Sys
Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Sinds 14 maart ligt het boek ‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ in de Standaard Boekhandel. Tijdens de Tour brengen we elke dag passages uit dit werk. Vandaag: Eddy Merckx.

Het is een beeld dat ons altijd zal bijblijven. In de herfst van zijn carrière werd Eddy Merckx in 1977 in een Touretappe op de col de Glandon gelost. Hij streed en leed, laveerde op het smalle, bultige asfalt van links naar rechts, vloekte en kermde, met holle ogen achter een gordijn van zweet. Rik Van Looy zat achter het stuur van onze volgwagen, hij moedigde zijn vroegere erfvijand aan, een vreemd beeld van verbondenheid op de verschroeiende Franse wegen. Nooit zagen we een sportman verwikkeld in zo’n meedogenloos gevecht met zichzelf, helemaal aan zijn lot overgelaten als een exponent van de genadeloze rauwheid van de wielersport. Op deze ruige, voorhistorische Alpen-col stortte zijn rijk in. Maar Merckx dacht niet aan opgeven. Dat aanzag hij als een persoonlijke vernedering, Hij ontroerde in zijn verbetenheid.

Acht maanden later, in maart 1978, zette Merckx na veertien profjaren en gemiddeld 180 wedstrijden per seizoen een punt achter zijn loopbaan. Het gebeurde na de Omloop van het Waasland in Kemzeke. Merckx maakte deel uit van een kopgroep van twaalf renners maar kon niet reageren toen er zich daaruit vier renners losscheurden. Hij zette zijn fiets tegen een muur en zei: “Het is voorbij.” Geen mens die hem geloofde.

Zonderlinge affaire

Echt verbazen deed Eddy Merckx zichzelf pas in 1968 voor de eerste keer. In de Ronde van Italië domineerde hij van het begin tot het einde. Hij bleek bovendien goed te klimmen. In de bergrit naar Tre Cime di Lavaredo voerde hij op atletisch gebied zijn strafste nummer op: aan de voet van de slotklim telde hij een achterstand van tien minuten op de kopgroep, haalde onder een helse sneeuwvlaag zijn tegenstanders één voor één in om afgescheiden te winnen. Die Giro-zege was voor hem een mijlpaal, ze bevestigde de indruk dat hij de Ronde van Frankrijk kon winnen. Dat zou uiteindelijk in 1969 gebeuren. Die zege volgde op een duistere, georkestreerde dopingaffiare die Merckx datzelfde jaar in de Giro in diskrediet had gebracht. Terwijl hij de roze trui droeg en al zes ritten had gewonnen, werd hij op doping betrapt en naar huis gestuurd. Het was de meest zonderlinge affaire uit zijn carrière, de gevraagde tegenexpertise bleken ze niet te kunnen uitvoeren en er was geen enkele aanleiding om in die rit amfetamines te nemen. Felice Gimondi won die Ronde van Italië. Zijn Salvarani-ploeg had Merckx eerder gevraagd of hij die wedstrijd wilde verkopen. Toen er een startverbod in de Tour dreigde was dit aanleiding voor een oorlogsverklaring vanuit het parlement aan iedereen die twijfelde aan de onschuld van Merckx.

Episch nummer

De erelijst van Eddy Merckx is een aaneenschakeling van exploten. Telkens weer koerste hij om te winnen, nooit om populair te worden of applaus te oogsten. Om zijn prestaties te omschrijven werd op een gegeven moment het woord Merckxiaans geïntroduceerd, een adjectief dat later vaak ten onrechte werd bovengehaald als een renner een klassieker met minuten voorsprong won. De supporters van Merckx gingen door het leven als Merckxisten, een omschrijving die definitief zijn ingang vond toen Merckx in 1969 voor het eerst de Tour won. Die zege bracht het hele land in een zelden gezien delirium. Na een ploegentijdrit in Woluwe veroverde Merckx het geel, de pers danste wild mee op de golven van de euforie. In die Ronde van Frankrijk zorgde Merckx, met zijn 140 kilometer lange vlucht door de Pyreneeën, in de over de Aubisque en Tourmalet leidende etappe tussen Luchon en Mourenx, voor een van de meest epische nummers uit de geschiedenis van de wielersport.

Altijd maar weer perste Eddy Merckx het uiterste uit zichzelf. Vaak geprikkeld door zijn omgeving. Zo verzaakte Merckx bijvoorbeeld in 1973 aan Ronde van Frankrijk omdat de Franse pers, die vreesde dat hij het record van Jacques Anquetil zou evenaren, hem liever niet zag komen. Vervolgens werd die Tour met veel overmacht gewonnen door de Spanjaard Luis Ocana. Toen Tour-directeur Jacques Goddet, die dagelijks een stukje maakte voor de organiserende krant L’Equipe en met poëtische volzinnen uitpakte, schreef dat zelfs Merckx deze Ocana niet was hij tot in het diepste van zijn ziel gekrent. Hij trainde vervolgens bij voor het … na-Tour-criterium van Aalst waaraan ook Ocana zou deelnemen. Merckx ging zo wild te keer dat de asgrauw op de fiets zitten Spanjaard opgaf, net voor hij zou worden gedubbeld.

Top 1000 van de Belgische wielrenners’ werd geschreven door Jacques Sys, de hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, en uitgegeven bij Lannoo

Lees ook

Op handen en voeten zocht Victor Lenaers naar zijn ketting

Zijn broek en trui moest Jan Adriaenssens in een lavabo wassen

Hoe langer Julien Vervaecke klom, hoe beter het ging

Hoe meer Romain Maes zich kon afbeulen, hoe liever hij het had

Als een levend lijk reed Maurice Dewaele de bergen op

En toen verkocht Staf Van Slembrouck een autobestuurder een paar muilperen

Omdat hij niet voor een Franse ploeg tekende, mocht Gilbert Desmet niet naar de Tour

De chirurg zei: ik heb een motor in je lichaam ingebouwd

Herman Vanspringel: een Tourzege had bevrijdend kunnen werken

Ferdinand Bracke, een prins op de fiets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content