Tourrit 11: wie wringt zich uit wurggreep van Team Sky?

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Terwijl de klassieke renners, Greg Van Avermaet, Peter Sagan en Julian Alaphilippe, schitterden, bleven de klassementsrenners richting Le Grand Bornand hun kogels op zak houden, geïmponeerd door (alweer) Team Sky. Verandert dat in deze korte bergrit?

Woensdag 18 juli – Albertville -> La Rosière – 108,5 km

Korte bergetappes: ASO heeft er de laatste jaren van geproefd en ze alsmaar meer gesmaakt. In navolging van de Vuelta zag Christian Prudhomme in 2011 het licht, met de etappe van 109 km naar Alpe d’Huez. Van meet af aan spektakel met Alberto Contador en Andy Schleck die al op de col du Télégraphe het asfalt lieten zingen.

Sindsdien werden die ‘min-150 km’-bergritten vaste kost, meestal per twee zelfs. In 2012 La Toussuire (145 km) en Peyragudes (144 km), in 2013 Le Semnoz (125 km), in 2014 Pla d’Adet (124 km) en Hautacam (145 km), in 2015 La Toussuire (138 km) en Alpe d’Huez (110 km), in 2016 Saint-Gervais en Morzine (beiden 146 km) en in 2017 Foix (100 km).

Nu weer twee, vandaag naar skistation La Rosière (108,5 km) en in de Pyreneeën een nog veel kortere (rit 17). Opwarmen is dus geboden. Ondanks de slechts 108,5 km staan immers vier beklimmingen op het menu – een kopie van de rit in de jongste Dauphiné (gewonnen door Pello Bilbao).

Na de tussensprint voor de groene trui aan kilometerpaal 11,5 – dat wordt dus een razende start, met Peter Sagan weer (kort) in het offensief – begint meteen daarna de Montée de Bisanne. Die heet eigenlijk de Signal de Bisanne, maar dat is een doodlopende straat, waardoor de renners de twee laatste, steilste kilometers (ruim 10%) niet naar boven moeten. Al zullen sommigen op de voorafgaande 12,4 km aan 8,2% ook al tussen hun kader hangen.

In 2016 lag deze klim al in de etappe naar Saint- Gervais – Mont Blanc, gewonnen door Romain Bardet. Dit jaar wel met een andere, steilere afdaling: in 2016 via de col des Saisies naar Megève, deze keer gaat het richting Beaufort, om van daaruit de col du Pré (letterlijk weide, grasland) aan te vatten: 12,6 km aan 7,7%. Zeer onregelmatig, met 5 km aan meer dan 9%, op een smalle weg gelardeerd met liefst 26 haarspeldbochten, slingerend van schuur naar schuur. Een debutant in de Tourgeschiedenis, al kreeg de col wel al eens het bezoek van de Ronde van de Toekomst.

In dit Massif du Beaufortain zal Christian Prudhommes hart ongetwijfeld weer sneller slaan, met verbluffende uitzichten op het kunstmatige meer en de Barrage de Roselend, een stuwdam waar de renners na de top van de col du Pré over zullen rijden.

Om 7 km later aan het laatste deel van de Cormet de Roselend te beginnen (5,7 km aan 6,5 %). Bemerk: niet col de Roselend (een dorpje bij het meer), maar Cormet, een dialectwoord voor col.

Huilende Heulot

De gevaarlijke afdaling ervan, richting Bourg-Saint-Maurice, zal eeuwig verbonden blijven met Johan Bruyneel, die er in de Tour van 1996 in het ravijn tuimelde, na een slipper op het natte wegdek. De West-Vlaming dook tussen een rots en een laag muurtje – waar nog altijd Johan op geschilderd staat – maar gelukkig remden bomen zijn val, waardoor hij niet in de gapende afgrond viel. Met wat hulp kon Bruyneel naar boven klauteren. Hij nam er onmiddellijk zijn reservefiets en reed die rit nog uit. Drie dagen later moest hij wel opgeven met een spierscheur in zijn rechterdij.

Minder bekend is dat de Cormet de Roselend toen ook het tranendal was voor Frans kampioen Stéphane Heulot. Twee kilometer voor de top moest hij er, in zijn eerste Tour én in de gele trui, huilend van de fiets stappen, gekweld door een knieblessure. Cynisch detail: de jaren ervoor had hij in juli telkens een vakantie/stage gehouden met als basiskamp … de Cormet de Roselend.

Deze keer volgt na de afdaling van de Roselend de slotklim naar La Rosière (1855 m), het eerste deel van de Col du Petit Saint-Bernard (2188 m), verbonden aan het Frans Italiaanse skigebied Espace San Bernardo.

Ook een groentje in de Tour, maar – zoals vaker met nieuwe aankomstplaatsen – wel al een vuurproef doorstaan in de Ronde van de Toekomst: in 2014 won Miguel Angel Lopéz er en in 2015 Guillaume Martin. Met 17,6 km aan 5,8% schijnbaar een loper, maar wel met een steil middenstuk (4 km tussen 8,5% à 9,2%).

Vastgeroest patroon

Zwaar genoeg om het verschil te maken na amper 100 km? En wordt het vastgeroeste, afwachtende patroon, richting Le Grand Bornand alweer aangevezen door moersleutels van het merk Sky, toch losgewrikt?

Dat zal voor een stuk opnieuw afhangen van de wind op de slotklim. Op de Colombière, de laatste col richting Le Grand Bornand, stond die pal op de neus, wat veel renners de zin ontnam om Team Sky aan te vallen, met het risico op een counter te lopen. Tom Dumoulin gaf dat openlijk toe.

De schrik overheerste dus, allicht ook omdat sommige klassementsmannen de kasseien uit de benen nog moesten rijden. Bovendien legden Michal Kwiatkowski, Wout Poels en Egan Bernal op die laatste col een moordend tempo op. Nooit werd de Colombière zelfs sneller opgereden dan dinsdag, óndanks de tegenwind. Je mag wel van plan zijn om aan te vallen, je moet het ook nog kúnnen. Of zoals Tom Dumoulin het omschreef: “Bij Sky rijden ze zo rap dat iedereen op zijn limiet zit. Als je versnelt, maar weer wordt ingerekend, word je meteen gelost. Daar is iedereen bang van. En dat maakt het moeilijk koersen.”

Gele Greg

Nemen de luitenanten van Chris Froome en Geraint Thomas ook op La Rosière alle concurrenten in een wurggreep? Of waagt het Movistartrio Quintana/Landa/Valverde toch een uitval? Zeker de Colombiaan mag niet blijven wachten als hij zijn achterstand van ruim twee minuten op Thomas en ruim een minuut op Froome wil goedmaken.

Hetzelfde geldt ook voor Romain Bardet of Vincenzo Nibali. Misschien vinden zij, als meesterdalers, inspiratie in de razende afzink van de Cormet Roselend. Er wordt ook weer mogelijk onweer voorspeld, dat zou het alleszins nog gevaarlijker maken.

Door de passiviteit van zijn concurrenten blijft het intussen gissen naar de echte staat van paraatheid van Chris Froome. Terwijl hij vroeger in de eerste bergrit zelf altijd toesloeg, bleef hij dinsdag defensief rijden, en als een machinist zijn Skytrein aansturen. Opvallend was hoe hij via zijn oortje de orders uitdeelde op de laatste klim, en niet Geraint Thomas. Froomey is en blijft de kopman bij Sky.

En hij zal graag gezien hebben dat Greg Van Avermaet, zoals ze bij de Britse ploeg hadden verwacht, aanviel om zijn gele trui te verdedigen. De mannen van Dave Brailsford gáven hem ook die ruimte. Zo blijft voor Froome een ongevaarlijke renner voorlopig aan de leiding, en bleef ploegmaat Geraint Thomas bespaard van de last van de leiderstrui, en alle daarmee gepaarde verplichtingen na de aankomst.

Tenzij Quintana en co toch een onverwachte putsch zouden plegen, zal de sterk ogende Welshman die gele trui in La Rosière vermoedelijk overnemen van Greg Van Avermaet. En dan wordt het, zoals Bradley Wiggins van de week aanhaalde, interessant om te zien wat Chris Froome zal doen in de zwaarste Alpenrit van donderdag, richting Alpe d’Huez.

Zelf kan hij dan de gele trui, Geraint Thomas, moeilijk aanvallen. Zoals sommigen al opwierpen, wordt zijn grootste tegenstander dan misschien wel zijn eigen ploegmaat.

Aan de concurrentie om dat scenario probéren te vermijden. En dat kan alleen maar door aan te vallen. Moge de Alberto Contador in hen opstaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content