Tourrit 18: zet Froome (eindelijk) de puntjes op de i?

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Een eindzege lijkt Froome niet meer te kunnen ontsnappen, maar hij heeft wel nog een klinkende overwinning op de Izoard nodig. Zo niet, dan zal zijn gele trui toch wat grijs uitslaan.

Donderdag 20 juli – 179,5 km

‘Om de Tour te begrijpen moet je in de winter de Izoard oprijden, je motor afzetten en luisteren. Naar het ijs dat ontdooit, naar keien die van de flanken rollen en naar … niets. Alleen een gat van stilte, die de Tour in de zomer opvult met zijn lawaai.’ Aldus sprak Thierry Cazeneuve, ex-wedstrijddirecteur van de Dauphiné Libéré, vorige zomer in een interview met L’Equipe, waarin hij zijn passie verklaarde voor de Tour en de voor hem mooiste aller Alpencols, het eindpunt van deze rit.

Niet dat Cazeneuves liefdesverklaring Christian Prudhomme op ideeën heeft gebracht. Al langer had die het plan om de Grande Finale van de Tour te laten afspelen op deze mythische col. Toen hij vorige zomer groen licht kreeg van het département infrastructures van de Hautes Alpes – in het kader van de ‘renovatie’ van de top op cols als de Galibier, de Angel en de Izoard, om er (een deel van) de Tourkaravaan te kunnen ontvangen – hakte hij de knoop snel door.

En zo krijgen we geen traditionele ‘skistationaankomst’, maar een finish bovenop een col, zoals ook al in 2007 (Aubisque), 2010 (Tourmalet) en 2011 (Galibier). Telkens goed voor heroïsche duels: op de Aubisque tussen Contador en Rasmussen, op de Tourmalet tussen El Pistolero en Andy Schleck en op de Galibier tussen de jongste Schleck en Cadel Evans.

In tegenstelling tot in 2010 en 2011 – toen de honderdste verjaardag van de eerste beklimming van de Tourmalet en Galibier in de Tour – deze keer wel geen specifieke aanleiding voor de Izoardfinish. 120 jaar geleden, in 1897, werd de weg wel aangelegd, maar Christian Prudhomme was vooral gecharmeerd door de col in de Hautes Alpes, met zijn feeërieke rotsformaties van de Casse Déserte en sprookjesachtig maanlandschap.

Verloren tijd

Met de aankomst op de Izoard gaat Prudhomme op zoek naar du temps perdu. In tegenstelling tot de vaak beklommen Galibier ligt de col immers pas voor de achtste keer sinds 1976, toen Lucien Van Impe er als eerste bovenkwam, op het Tourparcours. In de decennia ervoor, sinds de eerste beklimming in 1922, waren er wel 26 passages. Vaak de laatste klim van een klassieke bergrit die startte aan de Azurenkust en ook over de Col d’Allos en de Col de Vars ging, met aankomst in Briançon.

Dikwijls ook het decor van legendarische duels en exploten van de grootste Tourkampioenen: Philippe Thys, Sylvère Maes, Gino Bartali, Fausto Coppi, Louison Bobet, Eddy Merckx, Bernard Thévenet… Voor Coppi en Bobet, die twee keer als eerste de top rondden, is er aan de Casse Déserte een gedenkplaat bevestigd. In 1960, enkele maanden na Coppi’s onverwachte dood, gaf Tourbaas Jacques Goddet zelfs een zakje aarde van op de Izoard mee aan jeugdige Italiaanse renners om op het graf van de campionissimo te strooien.

Dat de Izoard, met een top op 2360 meter boven de zeespiegel, opnieuw sportief spektakel zal opleveren, lijdt weinig twijfel. Na de start in Briançon ligt na ruim honderd kilometer wel de Col de Vars (9,3 kilometer aan 7,5 procent), waar favorieten met een aanvalsplan mogelijk – of zelfs al voordien – ploegmaats kunnen vooruitsturen, maar hun kaarten zullen ze allicht pas op de slotklim schudden. Met een gemiddelde van 7,3 procent over 14 kilometer lijkt die best te doen, maar schijn bedriegt: vanaf kilometer 7 tot de top zakt de stijgingsgraad niet meer onder de 9 procent. Bovendien wordt er in de namiddag onweer voorspeld. Dat kan de mythische Izoard nog wat dantesker maken.

All-in voor Bardet en Uran

Als Romain Bardet en Rigoberto Uran, de enige overgebleven concurrenten van Chris Froome na het tijdsverlies van Aru in Serre Chevalier, tijd willen terugnemen op de geletruidrager dan moeten ze nu all-in gaan. Beiden staan op 27 seconden – nog nooit in de Tourgeschiedenis was de kloof tussen één en drie zo klein na 17 ritten – maar lijken niet in staat om bergop weg te rijden van de Brit, die op zijn late inzinking op Peyragudes na nog geen zwak moment heeft beleefd.

Zelfs als ze Froome op achterstand kunnen zetten, dan moet Bardet, met oog op de slottijdrit in Marseille, minstens anderhalve minuut sneller klimmen. Uran, als betere chronospecialist, misschien een minuut. Hoewel Froome zich nog niet zo superieur toonde als de voorbije jaren lijkt dat weinig waarschijnlijk. Ook op de Galibier counterde hij de aanvallen van de moedige Bardet, terwijl Uran volgde en zijn podiumplaats consolideerde. Hij besefte ook dat standhouden in de afdaling naar Serre Chevalier, met de wind op kop, zeer moeilijk zou worden. Op de Izoard zal de slimme Colombiaan deze keer wel zelf moeten ageren, in plaats van te reageren. Of zou hij al tevreden zijn met een tweede plaats, beseffend dat hij aan zijn maximum zit?

Blazoen oppoetsen

Mogelijk zet Froome op de Izoard echter zelf de puntjes op de i. Gelanceerd door superknecht Mikel Landa die schijnbaar braaf in de Skypas blijft lopen. Een overwinning, zijn eerste dit seizoen, zou voor de Brit het blazoen van zijn vierde mogelijke eindzege oppoetsen. Dat hij immers de tijdrit in Marseille wint, is immers niet zeker. Aan de winnaar in Serre Chevalier, Primoz Roglic, zal hij voor dagwinst een serieuze klant hebben.

De vraag is in hoeverre Team Sky in het begin van de etappe een groep ver zal laten wegrijden, zodat een van die renners, en geen Bardet of Uran, de bonificaties kan opstrijken aan de finish. Froome gaf gisteren zelf aan dat hij tevreden zou zijn om zaterdag met 27 seconden voorsprong aan de tijdrit te beginnen.

Maar evengoed voelt de eergierige Keniaanse Brit, die alles op de derde Tourweek heeft gezet, zich super en laat hij Kwiatkowski en co alle vluchters bijhalen. Om boven op de Izoard eindelijk zelfs eens met zijn twijgarmpjes te kunnen zwaaien.

Achtervolgingsrace

Enkele uren voordien staat er nog aan andere primeur geprogrammeerd. Na drie jaar in Parijs ligt de finish van La Course, de eendagswedstrijd voor dames, nu op de Izoard, weliswaar vier kilometer onder de top, aan de Casse Déserte, na een rit van amper 67 kilometer. Daar blijft het wel niet bij, want de dames die binnen de vijf minuten van de winnares eindigen, mogen op zaterdag in Marseille een achtervolgingsrace afwerken. Daar vertrekken ze met de aangerekende achterstand die ze op de Izoard hebben opgelopen. De eerste over de finish wint. Goed idee. Nu nog een échte Tour voor dames organiseren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content