Tourrit 6: Alaphilippe/Gilbert richting geel op Bretoense Alpe d’Huez?

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De tweevoudige beklimming van de Mûr-de-Bretagne wordt een strijd tussen de zwaargewicht punchers en de lichte muurhagedissen. Met Julian Alaphilippe als topfavoriet.

Donderdag 12 juli – Brest -> Mûr-de-Bretagne Guerlédan – 181 km

Ooit had je de Volkerenbond, de voorloper van de Verenigde Naties. Sinds 20 mei 2016 bestaat ook een Muurverbond, een samenwerkingsverband waarbij Geraardsbergen, het Italiaanse San Pietro di Feletto en het Franse Mûr-de-Bretagne hun ‘muren’ en wielergekke streek promoten, op cultureel, toeristisch en economisch vlak. De burgemeester van Geraardsbergen, Guido De Padt, ontmoette zijn collega’s zelfs op de voorstelling van het Tourparcours om de vriendschapsbanden aan te halen en om Christian Prudhomme definitief tot een ommetje rond zijn Muur te overtuigen, na de Grand Départ in Brussel in 2019 – wat ook gelukt is.

Dit jaar zijn, na passages door de departementen Finistère (dichtbij het ouderlijk huis van het Franse FDJ-toptalent David Gaudu in Landivisiau) en Côte d’Armor, echter alle spots op de Bretoense muur gericht, als aankomst van deze rit in de gelijknamige gemeente.

Weliswaar sinds 2017 met Guerlédan als toevoegsel, want Mûr-de-Bretagne en Saint-Guen zijn gefuseerd tot de nieuwe gemeente Guerlédan, al houden beiden hun eigen identiteit en naam bij een groot evenement, zoals de Tour.

Let trouwens op het accent circonflexe op Mûr, in tegenstelling tot bij de Mur de Huy. Mûr heeft immers een andere etymologische oorsprong. Volgens de ene bron stamt het voort van het Latijnse ‘murus’ en Bretoense ‘muriou’ – muur – refererend naar een oud-Romeins fort uit de buurt. Volgens anderen is het een afgeleide van het Bretoense ‘meur’ wat ‘hoog/groot’ betekent. De heuvel steekt dan ook 293 m boven de zeespiegel uit.

Impanis in 1947

De Tour passeerde al dikwijls op de Alpe d’Huez van Bretagne, zoals de Mûr ook weleens wordt genoemd, wegens de vele duizenden wielergekke Bretoenen die er telkens postvatten. De Nederlandse journalist Peter Ouwerkerk omschreef de bult zelfs ooit als ‘de langste barbecue ter wereld’.

Al in 1947 kon de pas 21-jarige Raymond Impanis, op weg naar zijn zege in de langste individuele tijdrit ooit in de Tour (139 km), de geur van worsten opsnuiven.

Na nog twee ‘gewone’ passages in de Tour van 2006 en 2008 (telkens met een Sylvain als eerste op de top: Calzati en Chavanel) lag in 2011 de eindstreep voor het eerst boven op Mûr-de-Bretagne. Alberto Contador leek te winnen, stak zijn arm in de lucht, maar de latere eindwinnaar Cadel Evans remonteerde hem in extremis (zie foto). Een voorteken voor die andere Australische BMC-renner, Richie Porte? De steile klim moet hem alleszins wel liggen.

Tourrit 6: Alaphilippe/Gilbert richting geel op Bretoense Alpe d'Huez?
© Belga

Opvallend: in 2011 eindigden tien renners in dezelfde tijd. En ook in 2015, bij volgende aankomst, waren de tijdsverschillen klein: 26 renners finishten binnen de 10 seconden van de verrassende winnaar Alexis Vuillermoz, die profiteerde van de afwachtende houding van de klassementsrenners.

Lokale omloop

Om meer afscheiding te creëren werd deze keer een lokale ronde van 16 kilometer ingelast, met dus twéé beklimmingen van Le Mûr. Een idee van de burgemeesters van Guerlédan en de naburige gemeente Saint-Gilles-Vieux-Marché na de laatste editie van 2015. Christian Prudhomme was er meteen voor gewonnen.

Nochtans is zo’n plaatselijke omloop zeer uitzonderlijk in de Tour – vooral wegens de praktische bezwaren met de reclamekaravaan. De formule werd het laatst toegepast in de Tour van 2016 in de rit van Bourg-en-Bresse naar Culoz, met twee (verschillende) beklimmingen van de Grand Colombier. In 2013 werd ook Alpe d’Huez tweemaal beklommen, maar dat ging over twee rondes van in totaal 65 kilometer. Bovendien sloegen de renners voor de eerste top van Alpe d’Huez al af voor een laatste deel van de Col de Sarenne. Voor een andere etappe met een lokale omloop moet je al teruggaan naar 1989, met twee doortochten aan de eindstreep in Marseille, waar Vincent Barteau aan de Vieux-Port zegevierde op Quatorze Juillet.

Muurhagedissen

Ook nu dus, na de start in de haven van Brest (voor het eerst sinds de Grand Départ in 2008), twee passages aan de hellende finish. Parcoursbouwer Thierry Gouvenou hoopt dat op de eerste beklimming de koers al ontploft, of drie kilometer verder op de côte de Menehiez in Saint-Mayeux (1,2 kilometer, met een piek van 10 procent), want daar liggen er bonificatieseconden te rapen.

Op de top resten er nog negen dalende kilometers tot de voet van Mûr-de-Bretagne. In het voordeel van mogelijke vluchters, maar allicht blijft een afgeslankt peloton bijeen tot de tweede beklimming – een stormloop wordt het sowieso.

Geletruidrager Greg Van Avermaet gaf al aan dat de 293 meter hoge bult voor hem wellicht nét iets te zwaar is: 2 kilometer aan 6,9 procent, met vooral een steile eerste kilometer aan bijna 10 procent, waarna de laatste 500 meter afvlakt tot 2,4 procent.

Niet toevallig eindigden Daniel Martin en Alejandro Valverde in 2015 als tweede en derde na Vuillermoz, hagedissen die ook elk jaar de muur van Hoei omhoogschieten. Als vierde, vijfde en zesde volgden daarna wel Peter Sagan, Tony Gallopin én GVA.

Afwachten welk effect de twee beklimmingen én de lokale ronde nu zullen sorteren. Op de kansen van de ietwat zwaardere punchers als Sagan, Van Avermaet en Sonny Colbrelli versus de lichtgewichten als Daniel Martin, Alejandro Valverdeen natuurlijk Julian Alaphilippe, de winnaar van de Waalse Pijl voor wie deze op zijn lijf geschreven helling een lanceerplatform richting gele trui kan zijn.

Alaphilippe staat na de rit naar Quimper op 6 seconden van geletruidrager Van Avermaet en kan dus met een tweede plaats al het geel pakken, als de Belg niet in de top drie eindigt. Quick-Stepploegmaat Philippe Gilbert, derde in Quimper na Sagan en Colbrelli, kan zelfs met drie bonusseconden, in de laatste ronde op côte de Menehiez, op gelijke hoogte komen met Van Avermaet.

Allicht zal het Quick-Stepduo op de Mûr-de-Bretagne weer met een één-tweetje uitpakken. Afhankelijk van de wind – mee of tegen – mogelijk van bij het begin van de klim, samen met onder meer Martin, Valverde en andere klassementsrenners als Richie Porte of Vincenzo Nibali (tiende in Quimper).

Zij moeten vooral van Peter Sagan afraken. Eens voorbij het eerste steile gedeelte zullen ze immers de wereldkampioen niet meer lossen. En dat die onklopbaar is in een licht hellende sprint, bewees Peter de Grote andermaal in Quimper.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content