Waarom de crosser Mathieu van der Poel weer zoals vanouds zal domineren

Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Mathieu van der Poel maakt zondag in Hulst zijn langverwachte rentree in het veld. Gezien zijn reputatie zou hij meteen moeten kunnen domineren. Maar zal dat ook lukken? Een analyse.

Komende zondag is het exact 11 maanden geleden dat Mathieu van der Poel (27) zijn laatste veldrit reed, op 27 december 2021, in Heusden-Zolder. Nooit in zijn loopbaan, ook niet bij de jeugd, heeft de Nederlander over zo’n lange periode niet deelgenomen aan een cyclocross.

De reden is bekend: in Heusden-Zolder, in zijn tweede veldrit van vorig seizoen, gaf hij na een val op. Ook dat was een zeldzaamheid, want pas de derde keer in zijn carrière.

Te veel last van zijn rug, zo bleek. De reden ook waarom hij zo laat aan zijn veldritseizoen was begonnen, daags ervoor met een tweede plaats in Dendermonde.

In die mate zelfs dat Van der Poel afzegde voor de volgende crossen, en op 5 januari een punt zette achter zijn veldritseizoen. Na amper twee wedstrijden.

Alleen rust en veel oefeningen zou zijn lage rugpijn (volgens de teamdokter veroorzaakt door ‘retrolisthesis’) weer kunnen doen verdwijnen.

Na een herstelperiode won Van der Poel in het daaropvolgende voorseizoen op de weg, ondanks een beperkte voorbereiding, wel Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen – het bewijs van zijn onmetelijke talent. Om vervolgens de eerste rit van de Giro te winnen en de roze leiderstrui te veroveren, maar daarna niet verder te komen dan veel vruchteloze aanvallen.

Belletjetrek

De beste Van Der Poel zagen we toen niet in Italië – dat zei ook ploegleider Christoph Roodhooft. En nog minder in de Tour de France, toen hij er in de eerste week niet aan te pas kwam en in de elfde rit opgaf. Naar eigen zeggen door op een hoogtestage tussen de Giro en Tour te weinig herstel in te bouwen en zo te veel vermoeidheid op te stapelen.

Van der Poel gunde zichzelf die fysieke en mentale rust wel na de Tour en bouwde langzaam weer op richting het WK in Australië. Door vooral veel te trainen, en in tegenstelling tot andere WK-favorieten een beperkt Belgisch programma af te werken.

Volgens insiders stak Van der Poel weer in een hoogvorm, maar dat kon hij in Wollongong niet tonen. In het begin van het WK stapte hij al af, na het intussen beruchte belletjetrekvoorval met twee Australische tienermeisjes.

Om zijn gedachten te verzetten en op verzoek van fietsensponsor Canyon nam MvdP een week later deel aan het WK gravel. Daar werd hij derde en zag hij, tot zijn grote vreugde, ploegmaat/vriend Gianni Vermeersch wereldkampioen worden. Daarna volgde nog de Giro del Veneto, waar Van der Poel na materiaalpech opgaf.

90 procent

46 dagen later staat hij zondag aan de start in Zeelandse Hulst. De eerste race van een beperkte crosscampagne van voorlopig veertien wedstrijden. Tot en met het WK in Hoogerheide, zijn grootste doel in zijn halve thuiscross, georganiseerd door vader Adrie.

Van der Poel heeft zich naar eigen zeggen perfect kunnen voorbereiden via een stage in Spanje en daarna met enkele crosstrainingen in België. Hij heeft voorlopig ook geen last van zijn rug. Mede door preventieve oefeningen nu wél drie keer per week strikt uit te voeren.

Op de persconferentie afgelopen donderdag wond hij er dan ook geen doekjes om: hij wil winnen. En meteen. Op basis van zijn uitslagen in het verleden, als misschien wel de beste crosser ooit, kan je van hem niets minder verwachten.

Mathieu van der Poel bleek meteen zeer ambitieus tijdens de persconferentie afgelopen donderdag.

Drie veelzeggende statistieken: in zijn laatste drie volledige veldritseizoenen (de vorige campagne niet meegerekend) won Van der Poel liefst 90 (!) procent van zijn wedstrijden, 66 zeges op 73 crossen.

Naast één opgave (Lokeren 2018) moest hij alleen op zware modderomlopen, al dan niet met veel hoogtemeters, enkele keren zijn meerdere erkennen: drie keer in Wout van Aert (Herentals, Dendermonde  2020, en Overijse 2021), tweemaal in Toon Aerts (Koppenberg 2018 en Ronse 2019) en één keer in Tom Pidcock (Gavere 2020). Voor de rest stak hij ver boven de concurrentie uit.

Zondag ook al in Hulst? Het parcours is alleszins op zijn maat gesneden, want Van der Poel won er al vier keer (2017, 2018, 2019 en 2021) en is er zelfs ongeslagen. En doorgaans speelt het gebrek aan competitieritme hem in zijn eerste seizoenscross geen parten. Meer zelfs: van bij de aspiranten, in 2006, schoot hij elk jaar direct in de roos.

Op twee keer na: toen Van der Poel in 2015 pas in Koksijde, op 22 november, aan zijn campagne begon, nadat hij in de zomer was geopereerd aan zijn knie. De Nederlander moest zich in de Duinencross toen tevreden stellen met een derde plaats, na Sven Nys en Wout van Aert, die een heroïsch duel uitvochten.

En dus ook vorig jaar in Dendermonde, toen hij tweede werd na Van Aert, maar verre van top was, door zijn rugproblemen.

Slechte startpositie

Van der Poel heeft wel één groot nadeel: op de UCI World Ranking staat hij momenteel pas 87e. Daardoor zal hij zondag pas op de vierde rij kunnen starten. In Hulst, waar niet overal genoeg plaats is om renners voorbij te steken, kan het dus een tijd duren eer hij vooraan verschijnt.

Het wordt zaak voor zijn concurrenten om Van der Poel niet te makkelijk weer te laten aansluiten en het tempo dus hoog te houden. Maar of dat zal volstaan, zelfs voor Tom Pidcock, om de terugkeer van de viervoudig wereldkampioen tot de finish af te wenden? Indien niet, dan moeten ze hopen dat de Nederlander te veel energie heeft verspeeld om ook voor de zege te gaan.

Groot is echter de kans dat hij meteen wint, net als in zijn volgende crossen. Alleen een Van Aert in topvorm (volgens de Kempenaar zal dat pas in de kerstperiode zijn) kan hem op een zwaar terrein kloppen. Of misschien ook Pidcock, in een heuvelachtige cross zoals in Gavere.

Eli Iserbyt, Laurens Sweeck, Lars van der Haar en Michael Vanthourenhout, de ‘Grote Vier’ van de afgelopen weken, zijn daar nog nooit of amper in geslaagd. Iserbyt en Vanthourenhout lukte dat nog nooit, Van der Haar tweemaal (Hoogerheide en Ronse 2017), Sweeck welgeteld één keer (Sint-Niklaas 2016).

Kritiek bannen

Voor Van der Poel komt het crossseizoen alleszins van pas om de eventuele resterende muizenissen van het afgelopen wegseizoen te bannen. Al beweert hij zelf dat hij het Australische debacle, en alle kritiek daarrond, vlug achter zich heeft kunnen laten.

MvdP zei donderdag niettemin dat hij ‘veel zin’ heeft in het crossen, zijn eerste grote liefde. En dus ook alleen tevreden is met winst, zoals hij in zijn profcarrière al 142 (!) keer heeft gedaan.

Van bij het begin tot en met het WK in Hoogerheide weer domineren zoals vanouds, óók tegen eeuwige rivaal Wout van Aert en Tom Pidcock, en niemand zal nog spreken over zijn opgave in de Tour en arrestatie in Wollongong.

Zo kan hij zijn carrière een nieuw elan geven. En de twijfels bij critici, over hoe Van der Poel niet altijd even professioneel zou zijn en te veel in zijn eigen wereld leeft, doen vergeten.

Hopelijk voor hem definitief.

Tot slot dit opvallend weetje: omdat Mathie van der Poel niet deelnam aan het jongste NK, WK en EK zal hij in Hulst in een gewone merkentrui van Alpecin-Deceuninck starten. De laatste keer dat hij een profcross reed zonder kampioenentrui? 4 januari… 2015, de Soudalmanche in Leuven. Die hij uiteraard won, net voor zijn twintigste verjaardag. Om een week later in Veldhoven zijn eerste Nederlanse proftitel te veroveren en een kleine maand later in Tábor ook zijn eerste regenboogtrui bij de elite aan te trekken, als jongste ooit.

Mathieu van der Poel won in januari 2015 zijn laatste cross in een gewone merkentrui, voor Tom Meeusen en Kevin Pauwels. © Belga

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content