Waarom Wout van Aert veelzijdiger is dan Tom Boonen

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Hij deed wat geen Belg hem in 21 (of 39 jaar) had voorgedaan, Milaan-Sanremo winnen. Meer dan waarschijnlijk wordt dat niet de laatste grote zege van Wout van Aert. Dankzij een enorme veelzijdigheid die ook Tom Boonen niet had.

Zoals Remco Evenepoel al sinds vorig jaar vergeleken wordt met Eddy Merckx – na zijn fenomenale 51 km lang solo zaterdag in de Ronde van Polen werd zelfs de ‘Hij reed vijf kilometer per uur te rap voor ons’-quote van Frans Verbeeck bovengehaald -, zo duiken na de dubbelslag Strade Bianche/Milaan-Sanremo ook steeds meer vergelijkingen op tussen Wout van Aert en Tom Boonen.

En niet alleen in België. Zelfs Fred Dreier, de hoofdredacteur van Velonews.com (een van de bekendste Engelstalige wielerwebsites/magazines), tweette: ‘Wout is the next Tom Boonen.’ Al had hij de Kempenaar twee jaar geleden, na Van Aerts derde plaats in de Strade Bianche, ook al ‘Wout van Boonen’ genoemd.

Opvallend, want die twee Italiaanse koersen heeft Boonen nooit kunnen winnen – in heel zijn carrière zelfs maar één wedstrijd in de Laars (een rit in Tirreno-Adriatico).

Aan de Strade Bianche heeft Boonen echter nooit deelgenomen, omdat die gravelrace pas begon te leven in de nadagen van zijn loopbaan. En omdat hij die koers met meer 3000 hoogtemeters in amper 180 km ook nooit had kúnnen winnen.

In Milaan-Sanremo strandde Boonen op drie topvijfplaatsen: vierde in 2006 (bij zijn vierde deelname), derde in 2007 en tweede in 2010 – telkens in de sprint.

Voor Van Aert is het bij de tweede keer al prijs, nadat hij in zijn eerste Primavera vorig jaar al zesde was geworden. En met wat meer zelfvertrouwen dan al op het podium had kunnen staan.

Waarom Wout van Aert veelzijdiger is dan Tom Boonen
© BettiniPhoto©2020

Dat de Kempenaar nu én de Strade Bianche (met een sterke solo) én Milaan-Sanremo (in een sprint tegen Julian Alaphilippe, na een explosieaanval op de Poggio) in hetzelfde jaar wint, iets waar alleen Fabian Cancellara, Michal Kwiatkowski en Alaphilippe eerder al in waren geslaagd, zegt veel over zijn veelzijdigheid.

Ontdekking

En dat amper een jaar en bijna een maand na Van Aerts carrièrebedreigende val in de Tour de France, toen al op een piek, want in de weken ervoor had hij zich ontdekt als sprinter en als tijdrijder.

In de Dauphiné door in twee opeenvolgende dagen op een hellende aankomststrook Sam Bennett en… Julian Alaphilippe te kloppen en in een chronorace van 26 kilometer hardrijders als Tejay van Garderen en Tom Dumoulin op een halve minuut en meer te fietsen.

Op het daaropvolgende BK tijdrijden deed hij hetzelfde met Yves Lampaert, Remco Evenepoel en Victor Campenaerts en in de Tour bleek Van Aert ook de grote motor van de zege in de ploegentijdrit van Jumbo-Visma in Brussel.

Waarna hij in de tiende rit Elia Viviani het verliezersgezicht van het jaar deed trekken na een lastige waaieretappe en een machtige sprint in Albi, door er ook andere snelle mannen als Caleb Ewan, Michael Matthews en Peter Sagan af te drogen.

Op een jaar en drie maanden tijd won Van Aert, nota bene onderbroken door een zware revalidatie van vijf maanden, dus twee tijdritten en twee groepssprinten tegen wereldtoppers, triomfeerde hij met een solo op een half klimparcours in Toscane, en zette hij in Sanremo op een meesterlijke, controlerende wijze de ‘makkelijkste klassieker om te rijden, maar de moeilijkste om te winnen’ naar zijn hand.

Waarom Wout van Aert veelzijdiger is dan Tom Boonen
© BELGA

O ja: tussendoor werd de Jumbo-Vismarenner ook nog eens vierde op het WK veldrijden en was hij de beste in de cyclocross in zijn Lille, pas teruggekeerd uit revalidatie.

Uitblinken in de cols

Een enorme veelzijdigheid die Van Aert ook in de komende Tour zal tentoonspreiden (als die doorgaat). Zelfs in de bergritten waarin hij volgens Mathieu Heijboer, de head of performance van zijn team, ‘iedereen zal verbazen door zeer lang mee te gaan.’ Al op de Alpenstage in Tignes in juli heeft de Belg iedereen binnen de ploeg dan ook verbaasd met zijn klimcapaciteiten.

Door die allroundkwaliteiten heeft Van Aert alles in huis om in Tour eindelijk Peter Sagan van zijn groene troon te stoten (na een regeerperiode van zeven jaar). Helaas zal de Kempenaar in het gelid van de Jumbo-Vismakopmannen moeten lopen. En mag hij alleen meesprinten als Primoz Roglic, Tom Dumoulin en Steven Kruijswijk heelhuids door de finale werden geloosd, al is dat niet meer dan plan B. Jammer, al zal de onzelfzuchtige Van Aert ook daar veel uit leren.

Ook in de Amstel en Luik?

Na de Tour zal de Kempenaar wél alle steun krijgen in de klassiekers, waarvoor hij telkens de topfavoriet zal zijn. ‘Hij maakt zelfs kans om ook de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik te winnen’ zei ene Tom Boonen vorige week na de Strade Bianche. ‘Omdat Wout tien kilogram minder weegt dan ik, in vormgewicht’, verklaarde Boonen het verschil tussen Van Aert en hij. In werkelijkheid is dat ongeveer slechts de helft: 77 kilo vs. begin de 80.

Aan de Amstel en La Doyenne heeft Boonen zelfs nooit deelgenomen, wegens zijn grote focus op de kasseiklassiekers, en de te hoge lastigheidsgraad qua hoogtemeters, zoals ook voor de Strade Bianche.

De reden ook volgens Boonen, zo vertelde hij onlangs nog in Sporza Retro, waarom hij slechts drie van zijn veertien grote rondes beëindigde: zijn eerste Vuelta in 2003, zijn eerste Tour in 2004, en de Tour 2007, waarin hij het puntenklassement won.

Zijn ruim tachtig kilo over de bergen sleuren, bleek fysiek en mentaal vaak een brug te ver. Niet toevallig zette Boonen zijn groene trui op gelijke hoogte met een klassieke zege, vanwege die constante strijd, elke dag weer, ook in de bergen. Cols waarin Van Aert dus veel verder zal komen.

Alleen rijden

Volgens Boonen is Van Aert ook ‘meer tijdrijder’. Wat ook klopt: hij raakte nooit verder dan één proloogzege (in de kleine Ster ElektroToer) en kwam in zijn zestien jaar als prof bij ‘slechts’ drie van zijn 122 zeges alleen over de finish (niet toevallig in de Ronde van Vlaanderen en twee keer in Parijs-Roubaix).

Wout van Aert daarentegen heeft in het werk tegen de klok op zijn bijna 26e al een WorldTourritzege (Dauphiné) en een Belgische titel op zak. En zonder coronapandemie had hij – als hij was geselecteerd – misschien al een olympische medaille in de tijdrit behaald. Samen op het podium met Remco Evenepoel…

Waarom Wout van Aert veelzijdiger is dan Tom Boonen
© BELGA

Conclusie: Tom Boonen reed op zijn terrein, in de kasseiklassiekers en in massasprinten, een wéérgaloos palmares bijeen, qua kwantiteit (122) en qua kwaliteit (zeven monumenten, plus een wereldtitel en een veelvoud aan semiklassiekers en sprintzeges).

Dat eerste aantal zal Van Aert allicht niet meer halen wegens zijn aanvankelijke carrièrefocus op het veldrijden (met een palmares van niet te vergeten 63 zeges, inclusief drie Belgische én drie wereldtitels).

De kwáliteit van Boonens erelijst moet Wout wel kunnen evenaren, (mede) omdat hij op het doek van de klassiekers en in rittenkoersen met een veelkleuriger palet zal kunnen schilderen.

Bovendien zal de Herentalsenaar het veldrijden nooit helemaal afzweren – nu al staat het WK in Oostende op 31 januari 2021 aangestipt in zijn agenda.

Van der Poel in de schaduw

Weliswaar met die bemerking dat Van Aert in al die wedstrijden, op de weg en in het veld, zal moeten afrekenen met die andere allrounder, zijn eeuwige concurrent, Mathieu van der Poel.

Opvallend genoeg heeft Van Aert nu eerder dan de Nederlander zijn eerste monument beet, iets wat vorig jaar weinigen hadden voorspeld, na de Amstel Gold Race.

Van der Poel staat nu in de schaduw van de Belg, maar zal daar vroeg of laat wellicht uittreden. De wielersport kan er maar wel bij varen, bij een nog jarenlang durend duel tussen twee zulke getalenteerde duizendpoten – om Julian Alaphilippe niet te vergeten.

En wie weet rijdt ene Remco Evenepoel ooit Milaan-Sanremo…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content