Waarom Wout van Aert geen spijt moet hebben van zijn afwezigheid op het WK tijdrijden

© Belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Wout van Aert heeft een gouden medaille laten liggen. Zo klonk het bij critici na de verrassende winst van Tobias Foss op het WK tijdrijden. Maar soms moet je iets durven te verliezen om iets groters te kunnen winnen.

Als Wout van Aert zondag het WK wint, zal dat op zijn 48e racedag van het wegseizoen zijn. Het kleinste aantal sinds Oscar Freire met 28 en 9 (!) wedstrijddagen twee wereldtitels won, in 2001 en 1999.

Een bewuste keuze voor meer training en minder competitie. Met als doel: fysiek en mentaal frisser zijn. Ook in de weken na de Tour de France, waarin Van Aert geen Tour of Britain reed, zoals in 2021, maar zich beperkte tot vier eendagskoersen: de Bemer Cyclassics in Hamburg, de Bretagne Classic en de GP’s van Québec en Montréal.

Om diezelfde reden koos Van Aert ervoor om het WK tijdrijden te laten vallen en te focussen op de wegrit. Ook in de wetenschap dat hij sowieso een tikkeltje onder zijn onwaarschijnlijke Tourniveau zal zitten, bij gebrek aan een lange hoogtestage vooraf.

Een keuze die critici na de chronorace in Wollongong, en zeker na de verrassende zege van Tobias Foss, op de korrel namen: de Belg had een zekere wereldtitel laten liggen, op een technisch, golvend parcours dat hem op het lijf was geschreven.

Kritiek die voorbijgaat aan het feit dat honderd procent op beide WK’s focussen nagenoeg onmogelijk is – zeker tegenover specialisten die zich op een van die twee wedstrijden concentreren.

Zoals Van Aert vorig jaar in eigen land ondervond. Hij had voor de middenweg gekozen: in de mate van het mogelijke met de tijdritfiets trainen, in combinatie met lange duurtrainingen als voorbereiding op de wegrit.

Die tijdrittraining bleek net te weinig, waardoor hij zes seconden tekortkwam op Filippo Ganna. Door de fysieke en mentale vermoeidheid was hij, mede door de stress, bovendien niet meer top in de wegrit, waarin hij ‘slechts’ als elfde finishte. Voor een winnaar pur sang als Van Aert een gigantische ontgoocheling, gepaard ook met de commotie over de gekozen tactiek.

Een jaar ervoor stond de Kempenaar in Imola wél twee keer op het WK-podium, met twee keer zilver. Maar dat was in het ingekorte coronaseizoen, waarin het WK meteen na de uitgestelde Tour volgde. Toch verloor Van Aert er de tijdrit van Ganna, die géén Tour had gereden. En zich specifieker had kunnen voorbereiden.

Moeilijke combinatie

Hoe bijna onmogelijk een succesvolle combinatie WK tijdrit/wegrit is, blijkt uit deze statistiek: Van Aert was in 2020 (in dat atypische coronajaar) de eerste renner sinds 1995 die in beide titelraces een medaille pakte: toen realiseerden Miguel Indurain en Abraham Olano een dubbelslag in de tijdrit, en in omgekeerde volgorde in de wegrit. Maar dat was ook een uitzonderlijk WK, in Colombia, op grote hoogte. En in volle epotijdperk.

Later, tot Van Aert in 2020, kwamen alleen nog Fabian Cancellara (1e in de tijdrit en 5e in de wegrit in Mendrisio 2009) en Tom Dumoulin (2e in de tijdrit en 4e in de wegrit in Innsbruck 2018) in de buurt.

Durven kiezen

Door (al in maart) heel bewust zijn keuze te maken kon de Herentalsenaar de voorbije weken zijn tijdrittrainingen achterwege laten en zich klaarstomen voor de wegrit. Niet te onderschatten, welke mentale energie en focus ook dat vergt. Zeker zo diep in het seizoen, na een loodzware Tour.

Van Aert moet zijn beslissing om te passen voor het WK tijdrijden zich dus niet beklagen. Zelfs na de verrassende wereldtitel van zijn Noorse ploegmaat Tobias Foss. Die hij misschien ook niet had verslagen na een semitijdritvoorbereiding.

Goud op de weg is bovendien een pak prestigieuzer en de Jumbo-Vismarenner krijgt zondag in Wollongong een parcours voorgeschoteld dat hem óók als een handschoen past.

Als hij weer naast de regenboogtrui zou grijpen, dan zal Van Aert zich tenminste niet moeten afvragen of hij niet te veel energie in de tijdrit heeft gestoken – wat de uitslag in die chronorace ook moge geweest zijn.

‘Kiezen is verliezen’ luidt het gezegde, maar soms moet je iets durven te verliezen om iets groters te kunnen winnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content