Wegrit bij de mannen in Rio: vroeg aanvallen is de boodschap

Nooit was de olympische wegrit zo lastig: verdeeld over 256 kilometer en twee circuits, respectievelijk vier en drie keer af te leggen.

In de eerste lus twee Ardennenhellingen: de Grumari (1,2 km, 7% gemiddeld) en de iets simpelere Grota Funda (2,1 km, 4,9% gemiddeld), mét telkens ook een portie kasseien (4 keer 2 km) – geen mooi aangelegde klinkers, maar ruw, robuust en scheef, de strook kan de vergelijking weerstaan met een Vlaamse kasseistrook.

Nog lastiger is de tweede omloop met de Vista Chinesa, een klim van 8,5 kilometer in twee delen, die gemiddeld 5,7% stijgt en piekt tot 11,9%. Na drie beklimmingen volgt de afdaling plus een vlak stuk van samen 23 km richting aankomst aan het Fort van het Copacabanastrand.

Is de eerste lus voer meer klassieke types, dan is de tweede omloop gesneden koek voor klimmers als Chris Froome, Alejandro Valverde, Joaquim Rodriguez, Daniel Martin, Vincenzo Nibali, Bauke Mollema, Wout Poels en Romain Bardet, die vorig jaar brons veroverde op het olympische testevent, na zijn landgenoot Alexis Vuillermoz en de Belg Serge Pauwels.

Froome staat voor de uitdaging om na een (eventuele) eindzege in de Tour ook de olympische wegrace te winnen, wat nog nooit iemand gelukt is. Bradley Wiggins realiseerde in 2012 wel de dubbelslag Tour/goud in olympische tijdrit. De Skyrenner zal dan wel Valverde moeten losgooien in de klim, gezien de vlakke aankomst. De Spanjaard lijkt met zijn klimmers en sprintersbenen dé topfavoriet op dit parcours.

Voor het kwintet van bondscoach Kevin De Weert, Greg Van Avermaet en Philippe Gilbert, samen met Tim Wellens, Serge Pauwels en Laurens De Plus, wordt het, ondanks de kasseien, moeilijk om Froome en co te bedreigen. Zelfs Peter Sagan vindt dat het zijn petje te boven gaat en stuurt zijn kat.

Pauwels vroeg zich vorig jaar na zijn tweede plaats op het (mager bezette) testevent al hardop af of het parcours van Rio niet te zwaar zou zijn voor Van Avermaet en Gilbert.

Ronald Van Avermaet, vader van Greg, verklapte tijdens de Tour dat zijn zoon wel al meer dan een jaar met deze olympische wegwedstrijd in zijn hoofd zit. Tourritwinst in Le Lioran bewees dat die beter kan klimmen dan velen denken, maar Froome en Valverde volgen is een ander paar mouwen. Zullen de vele criteriums – daags na de Clásica San Sebastian reed GVA er nog een in Ninove voor hij ’s anderendaags naar Rio vertrok – bovendien niet in de benen kruipen?

Tim Wellens lijkt de grootste kandidaat op een (dichte) ereplaats, na zijn overtuigende zege in de Ronde van Polen. De Limburger heeft ook specifiek en hard getraind op langere beklimmingen, om de inspanning op het parcours in Rio na te bootsen. Vraag is of de Lotto-Soudalrenner niet te veel last zal hebben van de warmte, want er worden temperaturen tot 30 graden voorspeld. En Wellens gedijt veeleer in kouder regenweer, zoals in Polen. In de Clásica San Sebastian kon hij Valverde en co ook niet volgen, net als Van Avermaet en Gilbert.

Hun (enige?) kans is vroeg in de wedstrijd al proberen weg te rijden en hopen dat de grote favorieten door een gebrek aan ploegmaats (gezien slechts vijf leden per ploeg) de koers niet kunnen controleren.

Al zullen, zoals op ook op WK’s, zij allicht ook steun krijgen van renners uit ándere landen, die doorheen het seizoen wél ploegmaat zijn. Vaak overschrijden teambelangen dan landsbelangen, als er het nodige geld aan te pas komt.