Wout van Aert: de meester van het herfocussen én relativeren

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

95 keer werd Wout van Aert al tweede in zijn profcarrière, in het veld en op de weg, zoals ook afgelopen zondag in Parijs-Roubaix. Een ereplaats waarmee hij zich kon verzoenen, omdat het de vrucht is van zijn twee grootste mentale kwaliteiten: (her)focussen en relativeren.

Aan cardiologen, fysiologen, psychologen, virologen en aan alle wieleranalisten werd in de dagen voor Parijs-Roubaix over de conditie/gezondheidstoestand van Wout van Aert gesproken of zelfs gespeculeerd.

Niemand die daar echter een sluitend antwoord op kon geven, wegens geen kennis van de uitslagen van de medische onderzoeken en de trainingen van Wout van Aert na zijn coronabesmetting. Maar alle berichtgeving over Vlaanderens populairste coureur wordt verslonden, dus ook de (niet eens onlogische) grote aandacht voor zijn kansen in de Helleklassieker.

Toch was het ook voor de renner en zijn entourage afwachten hoe hij een loodzware race als Parijs-Roubaix zou verteren na een week zonder training en de heropbouw erna. Ook al waren de medische check-ups en voortekenen goed op stage in Spanje, toch maakten ze vooraf gewag van een ‘vrije rol’ – geen kopmanschap.

Alpecin-Fenixploegleider Christoph Roodhooft stoorde zich aan die zogenaamde ‘sandbagging’ – zoals dat in het Engels heet. Van Aert zou alleen starten als hij kans zou maken om te wínnen. Hij moet zich niet verstoppen, klonk het.

Natuurlijk zal winnen in het hoofd van de Kempenaar hebben gespeeld. Maar wie zich een beetje verplaatst in de mindset van een topcoureur/atleet weet dat hij na een verstoorde voorbereiding áltijd zal twijfelen over zijn paraatheid.

Niemand die de laatste zéstig jaar er zelfs in was geslaagd om Parijs-Roubaix te winnen na drie weken zonder competitie. Als je dan zoals Van Aert maanden aan een stuk hebt toegeleefd naar de twee kasseimonumenten (en daarvoor ook het WK veldrijden hebt opgeofferd), je de ene hebt gemist, en je in de andere met gegronde twijfels aan de start komt, dan is het logisch dat je voorzichtigheid inbouwt in je uitspraken.

De Jumbo-Vismarenner en zijn ploegleiding kregen daarvoor kritiek, maar het andere uiterste – ‘Ik ga vol voor winst!’ – zou vooraf bij sommigen óók niet goed zijn gevallen.

Relativeren

Van Aert trok zich van alle adviezen en meningen echter geen fluit aan. ‘Ik heb gewoon mijn eigen goesting gedaan’, zei hij voor de start tegen Sporza. En hij voegde daar nog iets betekenisvollers aan toe: ‘Als je ziek wordt, is dat echt balen, maar ik denk dat er veel ergere dingen en grotere problemen in de wereld zijn. En ook jongens die ernstiger ziek zijn. Ik heb dit proberen te accepteren, en proberen te werken naar de kansen die zich aandienen. Daarom ben ik blij dat ik hier aan de start ben geraakt.’

Geen toevallige uitspraak, want de grootste kunst die de Herentalsenaar uit Lille de voorbije jaren immers heeft geleerd is die van het relativeren, zeker na de geboorte van zijn zoontje Georges. Zelfs al sinds 2018 na de dood van zijn ploegmaat Michael Goolaerts, die toen uitgerekend in Parijs-Roubaix overleed. Van Aert verwees er vorige week, ondanks zijn eigen problemen, ook niet toevallig naar op Instagram.

Herfocusmodus

Daarom kon hij zijn forfait voor de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race ook plaatsen, hoe moeilijk dat voor een competitiebeest als hij ook is. Daarom kon hij ook weer zijn enorme mentale kracht bovenhalen om weer een tegenslag achter zich te laten: door te aanvaarden, de situatie te analyseren en zich te richten op heden en de toekomst.

Hij verbande zo alle negatieve gedachten over gemiste kansen, maar niet de twijfels. En dáárom was Van Aert achteraf, ondanks de aanvankelijke ontgoocheling, ook oprecht blij met zijn tweede plaats. Nadat hij in de race opnieuw zijn ‘herfocusmodus’ had moeten instellen, na zijn wielbreuk in het Bos van Wallers en een lekke band in de finale, waardoor hij twee keer op achtervolgen was aangewezen.

Wout van Aert won de sprint voor de tweede plaats, voor Stefan Küng.
Wout van Aert won de sprint voor de tweede plaats, voor Stefan Küng.© belga

Het siert Van Aert dat hij dat, of zijn verstoorde voorbereiding, niet als excuus aanvoerde voor zijn gemiste zege. Zoals hij ook terecht benadrukte dat Dylan van Baarle de sterkste man in de koers was. En hij beklemtoonde dat hij hem niet had onderschat. ‘Hij was een van diegene van wie ik het meeste schrik had toen hij wegreed’, aldus Van Aert, die – niet te vergeten – net voor de Nederlander in de achtervolging ging op Yves Lampaert en Matej Mohoric achter diens INEOS-ploegmaat Ben Turner was gesprongen. En logischerwijs toen nog dacht dat Mathieu van der Poel wel nog goeie benen had – een verkeerde inschatting bleek even later.

Verdiende winnaar

Zoals alle speculaties vooraf is het achteraf makkelijk praten. Feit is dat de beste won (vergeet niet dat Van Baarle al op Mons-en-Pévèle de kopgroep aan flarden reed), en dat Van Aert de misschien wel meest verdienstelijke dichtste ereplaats uit zijn carrière behaalde. Na drie weken balen, knarsetanden, twijfelen en herfocussen.

Op Twitter werd daarop een lijstje met Van Aerts tweede plaatsen in grote wegkoersen gepost (Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Brabantse Pijl, Olympische Spelen, WK weg en tijdrijden, Tirreno-Adriatico). En als bijschrift dat die serie indrukwekkender is dan zijn zegepalmares.

Waarop de Belgische kampioen zeer gevat en droog repliceerde: ‘Wacht tot je mijn runner-up list ziet van in het cyclocross’ – een lijst nota bene van 74 tweede plaatsen, waarvan liefst 57 na Mathieu van der Poel.

Georges in de armen

Ook dat antwoord is niet toevallig, want door in het veldrijden zo vaak, al van in de jeugd, achter de Nederlander te eindigen, heeft Van Aert leren omgaan met nederlagen, ondanks zijn afkeer voor ereplaatsen. Maar ook geleerd om zich binnenstebuiten te keren in de jacht op de overwinning.

Net omdat hij, gezien alle gebeurtenissen, er het maximum heeft uitgehaald, kon Van Aert zich in Roubaix zo verzoenen met zijn tweede stek. Zeker toen hij zoonlief Georges, die hij op stage in Spanje een week had moeten missen, na de finish in de armen sloot.

Zoals ook Yves Lampaert, met zoontje Aloïs op de schoot, nogmaals beseffend dat zijn zoon, zijn gezin, zijn familie, veel belangrijker is dan gelijk welke plaats in een monument. Zoals hem dat eveneens zal motiveren om opnieuw te focussen op een volgend doel. En daarna op het volgende.

Ook als hij voor de 96e keer als tweede eindigt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content