Ludo Bekkers

Page turner op hoog niveau over onze kunst- en wereldgeschiedenis

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

‘De haas met de amberkleurige ogen’ van De Brit Edmund De Waal illustreert op een aantrekkelijke manier de Europese geschiedenis van de twintigste eeuw aan de hand van een familiegeschiedenis.

Page turner op hoog niveau over onze kunst- en wereldgeschiedenis
© /

De Brit Edmund De Waal (1964), telg uit de Joodse familie Ephrussi, is vooral in de Angelsaksische landen een bekend keramist die over de hele wereld maar vooral in Engeland en de VS monumentale installaties heeft gerealiseerd. Zijn werk was onder meer te zien in het Victoria & Albertmuseum en de Tate Britain. Maar hij is ook een uitmuntend schrijver en auteur van een intussen wereldberoemde familiekroniek “Hare with the amber eyes” in het Nederlands vertaalt als “De haas met de amberkleurige ogen”.

Deze persoonlijke geschiedenis is gebaseerd op de perikelen van een verzameling van 264 exemplaren Japanse miniatuursculpturen, netsukes, die bijeengebracht werd door een, vijf geslachten eerder geboren, schatrijke Joodse industrieel Charles Ephrussi (1849-1905). De Waal heeft in zijn boek een queeste ondernomen om én de geschiedenis van het geslacht Ephrussi te achterhalen én de zwerftocht van de collectie netsukes stap voor stap te volgen. Daarvoor ploos hij de familie-archieven uit en reisde de wereld rond van de VS tot Japan waar de nazaten heen trokken en met hen te praten.

Page turner op hoog niveau over kunst- en wereldgeschiedenis

Nadat Charles, een kunstliefhebber die thuis was in de Parijse kunstkringen, vriend van de schilder Auguste Renoir en van talrijke impressionisten, wier werken hij verzamelde, en die model stond voor het personage Swann in het oeuvre van Proust, zich eigenaar mocht noemen van een groot aantal Japanse miniatuurbeeldjes schonk hij zijn collectie, als huwelijkscadeau, aan zijn Weense neef Viktor en diens bruid Emmy. Die wonen dan in een van de vele familie-eigendommen, het “Palais Ephrussi” aan de chique Ringstrasse met zeventien bedienden waaronder de kamermeid Anna die later een belangrijke rol zal spelen in de netsuke-saga.

De Ephrussi’s hebben dus goed geboerd met in- en export van onder meer graan en ze richtten inmiddels ook een bank op met internationale vertakkingen waar familieleden de hoogste posten bekleden. Ze behoren tot de rijkste zakenlui van Europa en hun kunstverzameling, schilderijen, beeldhouwwerken, kostbare boeken en meubels is fortuinen waard en wordt, via schenkingen bewust binnen de familie gehouden. Ze zijn Joods en laten zich dat ook voorstaan want ze zijn weliswaar niet orthodox maar verloochenen hun traditionele afkomst niet en ondersteunen goedmoedig synagogen en Joodse liefdadige instellingen.

Tweede Wereldoorlog

En dan komt de Tweede Wereldoorlog er aan met desastreuze gevolgen voor al wie als Jood wordt beschouwd. De immense en prachtige vele huizen die de familie in Parijs en Wenen bezit worden systematisch in beslag genomen en uitgekamd door de nazi’s die de kunstvoorwerpen oordeelkundig catalogiseren en wegvoeren naar Duitse musea en privé-verzamelingen. Anna, als niet-Joodse, wordt in de Ringstrasse getolereerd als inpakster van de buit en weet zo stiekem de netsuke’s te laten verdwijnen onder haar matras. Die overhandigt ze later aan de grootmoeder van de auteur, Elisabeth, vroeger een van de eerste vrouwelijke universiteitsprofessoren in Wenen, die ze voorlopig opbergt in een attachékoffer en meeneemt naar haar latere woonplaats in Engeland. Het is het “magere” resultaat dat ze kan recupereren wanneer ze na de oorlog terugreist naar Wenen waar ze gedeprimeerd moet vaststellen dat restitutie een woord is dat in de nieuwe Oostenrijkse republiek geweerd wordt.

Restitutie is een woord dat in de nieuwe Oostenrijkse republiek geweerd wordt.

Niets van hun vroeger bezit, huizen noch inboedel, kan ze weer terugvorderen. Het wisselde van eigenaar “geheel openlijk, publiekelijk en legaal”, zoals het geformuleerd werd. En bovendien werd ze daarbij nog “herinnert” aan het feit dat Oostenrijk, tussen 1938 en 1945, bezet was geweest en dus evenzeer slachtoffer was geweest van de nazi’s als de Joden. Grootmoeder Elisabeth tracht vanuit Engeland contact te onderhouden met de familie want die heeft zich intussen verspreid over alle werelddelen zoals een van haar broers die zich in Japan heeft gevestigd. Die nam de attachékoffer van zijn zuster mee en gaf ze aan de auteur toen die voor zijn familie-enquête naar Tokio was gereisd. Daar eindigt dan de bewogen geschiedenis van de collectie netsukes in een vitrine ten huize van de Waal.

Precisie en geduld

Maar wat zijn nu precies die miniatuursculpturen die zo gegeerd waren van de 19e eeuw tot nu. Ik heb er destijds een aantal mogen zien bij de Vlaamse graficus Mark Severin (1906-1987) die er een kleine maar uitstekende verzameling van bewaarde. Het zijn ingenieus gebeeldhouwde voorwerpen die bij de traditionele Japanse kledij hoorden. Aangezien de kimono’s geen zakken hadden werden losse voorwerpen meegedragen in een soort buideltjes die aan twee touwtjes hingen aan een band die de kimono op zijn plaats moest houden en liepen bovenaan, om ze te sluiten, door een kraal, de netsuke, die dus in feite een functioneel object werd. Het is in de 17e eeuw dat de eerste bewerkte netsukes verschijnen, in de 18e eeuw werden het pronkstukken waarmee de vervaardigers hun talenten de volle loop lieten en er ontstonden zelfs netsuke scholen. Maar het is in de 19e eeuw dat de grote bloei van deze voorwerpen ontstaat. Er wordt dan naar perfectie gestreefd en de artisanen worden échte kunstenaars die met uiteenlopende materialen gaan experimenteren. Ivoor en bepaalde harde houtsoorten genieten de voorkeur maar ook hoornstof, schildpadschild, metaal, keramiek, noten, koraal, parels, porselein, steen en glas komen in aanmerking. Diverse materialen werden soms samengevoegd zoals voor de ogen van dieren en het was niet ongebruikelijk dat het lijfje van mensen en dieren in hout werd gesneden en de ledematen in ivoor. Kortom de beste netsukes ziin échte kunstwerken die met ongelofelijke precisie en geduld werden uitgevoerd.

Dat in het begin van de vorige eeuw zo’n belangstelling voor deze objecten ontstond had te maken met de passie die men toen in de beeldende kunst voor de Japanse kunst ontwikkelde. Veel kunstenaars inspireerden er zich op en de zogenaamde japonaiserie was een item dat vooral de gegoede burgerij aansprak. Lakwerk, kamerschermen, Chinees porselein en Japanse kimono’s werden gretig verzameld en zijn op vele schilderijen en vroege foto’s te herkennen. Het is in deze context dat de welstellende zakenman en latere bankier Charles Ephrussi zich begon te interesseren aan de netsukes en ze begon aan te kopen. Zijn verre nazaat Edmund de Waal, die merkwaardig genoeg, dus keramist werd en zo onrechtstreeks aanleunde bij een materiaal dat zowel in China als Japan gebruikt werd. Het was, misschien ongewild, een rode draad die zich geweven had over generaties heen.

Dat de Waal tot in de kleine details duikt is geen hinderpaal maar een verrijking voor de lezer.

Page turner op hoog niveau

Het succesvolle boek dat hij over zijn familie schreef is een saga zoals men er niet veel leest. Twee eeuwen generaties verschijnen op het toneel met hun wel en wee. Via hen krijgen we ook een beeld van de politiek, de cultuur, het Joodse leven in diverse Europese steden van de vorige eeuw en de familiale verhoudingen die het sociale en culturele element een plaats geven. Het is een page turner maar op hoog niveau waarin de grote momenten en de kleine gebeurtenissen haast vanzelfsprekend in elkaar overvloeien tot een veelkleurig panorama. Dat de Waal tot in de kleine details duikt is geen hinderpaal maar een verrijking voor de lezer. Het illustreert op een aantrekkelijke manier de Europese geschiedenis van de twintigste eeuw. Om het met de recensent van The Economist te zeggen “Koop twee exemplaren van dit boek : hou er een zelf en geef het tweede aan een andere boekenliefhebber”. Doen zou ik zeggen.

Edmund de Waal “De haas met de amberkleurige ogen” uitg. The House of Books ISBN 978 90 443 4753 1 (veertiende Nederlandse druk, 2015)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content