Roadtrip door Qatar (1/2): Doctor Cool is hot

© Reuters

Enkele weken voor het WK stuurden we onze reporter op roadtrip door Qatar. U kunt over zijn rondreis lezen in twee afleveringen. Deel 1: een testwedstrijd met prijzige pintjes en surrealistische airco.

Door François Janne d’Othée in Qatar

De beschuldigingen aan het adres van Qatar (schendingen van mensenrechten, een ecologische en sociale ramp) branden in ons brein wanneer we landen op de gloednieuwe luchthaven van Doha. Een veldbezoek van vijf dagen zal ons leren dat de werkelijkheid in deze autoritaire staat complexer is dan de lofbetuigingen van David Beckham of, aan het andere uiteinde van het register, de banvloeken van Eric Cantona.

De enveloppe van Blatter

Het nieuwe nationaal museum van Doha (geopend in 2019) heeft de vorm van een windroos. Het werd, naar een ontwerp van de beroemde Franse architect Jean Novel, gebouwd rond het gerenoveerde historische paleis van sjeik Abdullah bin Jassim Al-Thani, de zoon van de stichter van het moderne Qatar. De golvende route brengt de bezoeker langs de duizendjarige geschiedenis van het sinds 1971 onafhankelijke emiraat. Je leert er onder meer dat Qatar zijn rijkdom bouwde op de parels die slaven opvisten van de bodem van de zee. Een andere ‘parel’ werd in een uitstalraam geplaatst: de enveloppe die Qatar aanwees als organisator van de eindronde van het WK voetbal 2022.

Die enveloppe werd in 2010 geopend door Sepp Blatter, de toenmalige baas van de FIFA. Uit de omslag kwam niet alleen de naam van Qatar tevoorschijn, maar tegelijkertijd veel verdenkingen van corruptie, die vandaag nog altijd opstuiven als zand in een woestijnstorm. Op het einde van ons verblijf zal Nasser Al-Thaner, voorzitter van het organisatiecomité van het WK, ons in scherpe bewoordingen duidelijk maken dat er geen enkel formeel bewijs van corruptie is: ‘Alles werd weerlegd. In de Verenigde Staten werden de vervolgingen beëindigd, de FIFA heeft zijn onderzoek afgesloten en wat men gevonden heeft, heeft niets te maken met de toewijzingen voor de WK’s in 2018 en 2022.’ Loop gerust rond, er is niets te vinden, zo luidt de boodschap.

Sepp Blatter met de bijna iconische en beruchte enveloppe met Qatar in. © belga
Niet happy met Hayya

De eerste avond worden we uitgenodigd om een grote testcase in het gigantische Lusailstadion van Doha bij te wonen. De ronde en vergulde arena heeft een capaciteit van 80.000 plaatsen en zal tien wedstrijden ontvangen, waaronder een halve finale en de finale. Deze avond dient het stadion als decor voor de finale van de Lusail Cup tussen Al Hilal, kampioen van de Saudi Pro League, en het Egyptische Zamalek, een historisch beladen club. Duizenden supporters van beide teams zijn aanwezig voor deze match. Sommigen hebben de verplaatsing vanuit hun vaderland gemaakt, anderen werken op de lokale WK-bouwwerven.

Om ons naar het stadion te begeven nemen we de splinternieuwe automatische metro, die zelfs een businessclass heeft. Geen ticket nodig om in het stadion te geraken, wel een app genaamd Hayya, voor iedereen toegankelijk. De app bevat de identificatiedocumenten van de houder (zoals een pasfoto), waaraan de toegangstickets gekoppeld zijn. Alleen, er doen zich nogal wat problemen voor bij het downloaden van de foto’s: dan weer blijken de bestanden te zwaar, een andere keer kan hun authenticiteit niet worden vastgelegd. Als we er toch in slagen de documenten te downloaden, weigert Hayya dienst op het moment dat we de foto willen tonen.

Bloedheet, ijskoud

Warm, koud, warm, koud… Na de koelte in de metro slaat de hitte buiten verstikkend toe, de toeschouwers arriveren met kletsnatte hemden van het zweet. Eenmaal in het stadion worden ze opnieuw brutaal afgekoeld door de airco. Zo koud zijn de luchtstromen die door het stadion worden geblazen dat de stewards aan de rand van het terrein een gewatteerde jas hebben aangetrokken. Surrealisme ten top. Maar zonder airco waren er geen voetbalwedstrijden en geen toeschouwers. Zeven van de acht WK-stadions zijn met airco uitgerust. Ten tijde van het WK zou er echter geen airco meer nodig zijn.

Een heel aircosysteem blaast continu koude lucht van zo’n 19 graden in de stadions. Een ijskoud gevoel geeft het.

‘Waarom wordt er een WK in de woestijn georganiseerd?’ Die opmerking doet de oren van de Qatarezen al jarenlang tuiten en ze willen daar al eens stekelig op reageren. Genre:

‘Waarom wil men ons onze favoriete sport ontzeggen?’

‘We wonen nu eenmaal in een warm land. Zegt u soms tegen de Canadezen dat ze zich tijdens de winter niet mogen verwarmen?’

‘En wat met uw overdekte zwembaden? En uw sauna’s?’

Ze hebben natuurlijk de tijd gekregen om hun replieken in te studeren. We hopen op een meer gefundeerde uitleg van een zekere ‘Doctor Cool’, met hem hebben we later een afspraak.

‘Straight on, please’

Om in het stadion het vuur aan de lont van de ambiance te steken (en ook gewoon om de arena te vullen) geeft de Arabische zanger Amr Diab, een icoon in de regio, vooraf een concert dat de massa in een delirium brengt. Duizenden gekleurde armbanden flikkeren in het verduisterde stadion. Pure magie. Daarna volgt de voetbalwedstrijd, we krijgen een aangename en zeer correcte match voorgeschoteld. Tijdens de rust kunnen we aan een van de talrijke bars iets drinken (louter softdrinks) en een hapje eten (driehoekige boterhammen, chips). Aan een van die buffetstands genieten we van het uitzicht op een moskee.

Maar dat alles is niet de voornaamste inzet van de testcase. Voor zowel de FIFA als het Supreme Committee for Delivery and Legacy, het comité datverantwoordelijk is voor de oplevering van de stadions en de andere infrastructuur voor het WK, is de uitdaging vanavond vooral van organisatorische aard. Uitgangspunt: hoe beheren we een dergelijke massale toeloop van mensen? Het reuzenscherm in het stadion afficheert die avond alvast triomfantelijk dat er 77.575 toeschouwers zijn. Zodat iedereen weet: als je de cijfers van de ticketverkoop mag geloven, zal Qatar tijdens het WK bruisen van geestdrift.

Het Lusailstadion tijdens het testgebeuren met de Qatarese Supercup.

Vanavond wordt de menigte op een flexibele manier in goede banen geleid, dankzij de genummerde tickets op naam. Na de wedstrijd wordt het publiek in twee rijen langs een S-vormig parcours en op het ritme van muziekgroepen afgevoerd en naar de metro geleid. Tussen die twee rijen gaapt een lege ruimte voor noodgevallen. Aan het metrostation regelen Britse politieagenten de mensenstroom, doorlopend schreeuwen ze ‘Straight on, please!’ De rijtuigen volgen elkaar op in een perfecte cadans – om de minuut. Stewards vatten post voor elke deur van het konvooi om te vermijden dat mensen elkaar zouden verdringen. Van chaos, zoals hier en daar in media te lezen viel, merken we niks.

De afwezigheid van alcohol draagt zonder twijfel bij tot de algemene kalmte. Tijdens het WK zal er in een exact bepaalde tijdspanne bier worden geserveerd in de fanzone en binnen een perimeter rond het stadion, maar niet in de stadions zelf. In sommige grote hotels en restaurants zal er altijd bier beschikbaar zijn (tot 15 euro voor een pintje), en ook in één enkele shop.

Duurzame ontwikkeling?

Een dag later trekken we naar het Ahmed bin Alistadion, dat er nog leeg bijligt. Hier werken de Rode Duivels straks twee wedstrijden af, tegen Canada en Kroatië. Na het WK wordt het stadion omgebouwd, dan komen er boks- en karatezalen. In de inkomhal ontmoeten we een soort professor Zonnebloem, die druk staat te doen voor een maquette van het stadion.

‘Het is hier dat ik mijn studenten naartoe breng’, zegt – roept bijna – de enthousiaste Saud Abdul-Ghani, alias ‘Doctor Cool’, professor afkoelingstechnologie aan de universiteit van Qatar. Hij is van Soedanese afkomst en is de bezieler van de airconditioning in de stadions, een project dat met de voet vooruit ingaat tegen de algemene bezorgdheid om de klimaatopwarming.

‘Het leefmilieu is zeer kostbaar voor ons’, probeert hij te sussen. ‘Om het even waarover het gaat: de bouw van een stadion, een ziekenhuis, een school, een weg. Dat staat gegraveerd in onze nationale strategische visie voor 2030. Duurzame ontwikkeling is ons sleutelwoord.’

Oké, mooi, maar is airco in een stadion niet een beetje absurd, professor? ‘Nee,’ zegt hij, ‘want we koelen niet het hele volume af. We creëren alleen maar koele zones op de plekken waar de spelers zich bevinden. We gaan met onze airco niet verder dan twee meter buiten het veld. De airco tijdens het WK verbruikt niet meer dan in de hall van een luchthaven.’

Die airco wordt gevoed met zonne-energie. Er zijn twee centrales in aanbouw, de eerste was in oktober al klaar, de andere wordt afgewerkt na het WK. ‘De mensen denken dat we duizelingwekkende hoeveelheden olie gebruiken om koude lucht in die open ruimten te pompen, maar het is veel complexer dan dat’, legt Abdul-Ghani uit. Hoewel we niet alle nuances van zijn betoog vatten, geven we hem het voordeel van de twijfel. In ecologisch opzicht biedt de connectie tussen de stadions en zeer nabije metrohalten alvast een groot voordeel.

Nu we het toch over het klimaat hebben: om in Doha de druk qua logies te verlichten werd samen met de buurlanden de ‘oplossing’ uitgedokterd om dagelijks een luchtbrug te organiseren. Maar is het wel opportuun om elke dag mensen van Dubai of Riyad aan te vliegen? ‘Er rijden geen hogesnelheidstreinen tussen die landen, vliegen is de enige optie’, krijgen we te horen. Overigens, zal de volgende eindronde van het WK wel beter scoren op het vlak van leefmilieu? Dat WK wordt gespeeld in drie landen – Canada, VS en Mexico – in stadions die soms meer dan 4000 kilometer van elkaar verwijderd liggen.

Morgen deel 2, waarin we het complex van de Rode Duivels bezoeken en onze chauffeur bijna zijn job doen verliezen. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content