Jonge Duivel Aaron Leya Iseka: ‘Ik was niet klaar om naar Marseille te gaan’

© belga
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Anderlecht, Marseille en Toulouse. Sport/Voetbalmagazine sprak met Aaron Leya Iseka, spits van de Belgische U21 en broer van Rode Duivel Michy Batshuayi, over zijn opmerkelijke parcours.

Aaron Leya Iseka over…

… zijn seizoen bij Toulouse:

‘Het project van Toulouse stond me aan, met een coach die ervan houdt om voetbal te spelen. Voor ik toezegde, heb ik er met mijn broer over gepraat, en hij vertelde me dat je overal terecht kunt als je uit de Ligue 1 komt. Het is een competitie waar jongeren zich kunnen tonen. De Ligue 1 is perfect voor mijn ontwikkeling: viriel, atletisch, technisch, snel. Kortom: erg compleet. De ideale voorbereiding op bijvoorbeeld de Premier League. Zelf had ik op beter gehoopt, en iedereen binnen de club had een andere plaats in gedachten dan de zestiende. De lat lag hoger dan dat. We hebben onszelf een beetje in nesten gewerkt. Na een goede seizoenstart waren er een paar blunders, geblesseerden, geschorsten, gasten die niet in vorm waren… Het team geraakte in een dip, de dynamiek stokte en we zijn er nooit in geslaagd om de machine opnieuw in gang te trekken. Beetje bij beetje zakten we weg in het klassement, we konden het tij niet keren.’

… zijn passage bij Olympique Marseille drie jaar geleden:

‘De trainer Franck Passi had me zien spelen in de Youth League, het seizoen voor mijn blessure. En ik veronderstel dat het feit dat ik de broer van Michy was niet in mijn nadeel gepleit heeft. Langs mijn kant was het een kans die ik niet kon weigeren. Als Marseille komt, wat doe je dan? Zeg je neen? Anderlecht wilde me uitlenen, het was een deal die iedereen goed uitkwam, van in het begin. Als ik er vandaag op terugkijk, besef ik dat ik niet klaar was om naar een club als Olympique Marseille te gaan. Ik zag het te groots. Ik tekende daar nadat ik een volledig seizoen aan de kant stond wegens een kruisbandoperatie: negen maanden revalidatie, en dan nog eens drie maanden om op niveau te komen. Maar het was nog te weinig, qua niveau. Ik voelde hoe ik onder de lat doorging, razend werd ik daarvan. Dan zei ik tegen mezelf: hoe is het mogelijk dat je zo slecht bent? Ik was waardeloos en ik wist het. Toen ik met Toulouse scoorde tegen Marseille, was er ook een journalist die me vroeg of dit nu mijn wraak was. Hem heb ik hetzelfde uitgelegd: ik moest wraak nemen op mijn gebrek aan prestaties bij Olympique, niet op de club zelf. Ik kan niemand daar iets verwijten.’

… zijn doorsturen bij RSC Anderlecht, waar hij opgeleid werd:

‘ Anderlecht was de club waar ik van hield toen ik klein was, ik had heel graag willen schitteren in paars-wit. Maar die kans heb ik niet gekregen, het is wat het is. Dat is voetbal, dat is het lot. Je kunt de dingen niet altijd forceren. Ik vind het nog steeds heel spijtig dat die band met Anderlecht weg is. Moet ik het René Weiler kwalijk nemen dat hij niet heeft geloofd in mij? Daar ben ik zelfs niet zeker van. Hij slaagde erin om kampioen te worden met Anderlecht, dan heb je goed gewerkt. Ik ben er alleen van overtuigd dat ik op het slechtst denkbare moment op de deur van de eerste ploeg heb geklopt, op een moment dat de staf geen jongeren wilde lanceren. Indien ik het afgelopen seizoen nog op Anderlecht had gespeeld, was het misschien anders gelopen, omdat de filosofie veranderd is. Maar oké, dat is zo in het voetbal, eenmaal je op hoog niveau komt, zijn er transacties. Dan is er geen plaats voor liefde. Ook niet voor medeleven. Het is jammer dat ik zo ben moeten vertrekken, maar ik neem niemand iets kwalijk. Mensen verwijten maken, dat is niet hoe ik de dingen doe.’

Lees het volledige interview met Leya Iseka in onze +zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 19 juni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content