Nastja Ceh: ‘Weggaan bij Club, dat was de grootste blunder uit mijn carrière’

© Primoz Lavre
Emilien Hofman Journalist

Bij Club Brugge won Nastja Ceh twee titels en twee bekers in vier seizoenen. Met zijn fluwelen linker trapte hij een pak vrije trappen binnen. Nu hij met voetbalpensioen gegaan is, stond de Sloveen ons een gesprek toe.

Hoewel de nu 42-jarige Nastja Ceh nog een balletje trapt in vierde klasse, ging hij officieel een jaar geleden met voetbalpensioen bij NS Drava Ptuj, de club van zijn stad in Slovenië.

‘Ik blijf me inzetten voor het voetbal, omdat ik er zoveel van hou en vooral omdat ik niks anders kan’, vertrouwt de ex-Bruggeling ons toe, tongue in cheek. Hij rijgt de kwinkslagen net zo vlot aan elkaar als de sigaretten. ‘Ik ging echt geen elektricien worden, ik zou zomaar het loodje kunnen leggen door mijn vingers per ongeluk in het stopcontact te steken…’

Maar voetballen, dat kon hij wel, zoals hij van 2001 tot 2005 ten overvloede bewees bij Club Brugge. ‘Ik dacht altijd net iets sneller, daarom ben ik ook zo lang kunnen blijven spelen. Als ik had gelopen zoals de jongere spelers, dan hadden ze na vijf minuten de ambulance al kunnen bellen om mij van het veld te dragen.’

Wou je de cirkel rondmaken door te stoppen op de plaats waar alles begon?

Nastja Ceh: ‘Ja, zo zou je het kunnen zeggen. Je moet een verhaal op een bepaald moment kunnen afsluiten. Ptuj is mijn stad, maar ik had er nooit bewust aan gedacht om hier mijn carrière te beëindigen, dat is gewoon zo gebeurd.’

‘Ik moest minstens drie keer per week trainen en me niet alleen bezighouden met de kinderen, maar ook met de lopende zaken van de club. Ik ben ook vicevoorzitter. Ik werkte 24 uur op 24…. Nu heb ik meer tijd om me te ontspannen met mijn familie.’

Je was amper veertien jaar toen Slovenië onafhankelijk werd, in 1991. Heeft dat jou getekend?

Ceh: ‘Ik herinner me dat nog heel goed. Maar in tegenstelling tot de andere deelrepublieken van het voormalige Joegoslavië, waar er slachtpartijen gebeurden en mensen voor het leven getekend zijn, duurde de oorlog in Slovenië maar negen dagen.’

‘Af en toe kondigde een sirene een bombardement aan en één keer moesten we daardoor gaan schuilen in een bunker. Voor de rest gebeurde er eigenlijk weinig bijzonders. Het conflict speelde zich vooral af aan de grens, niet in Ptuj.’

‘Wij begonnen al snel aan een nieuw leven. Dat kwam ook doordat men in Slovenië eigenlijk al op een andere manier leefde. Wij liggen dicht bij Oostenrijk en Italië en dus hebben ze (de Serviërs, nvdr) ons met rust gelaten omdat ze wisten dat Oostenrijk er zich bij een aanval mee zou kunnen gaan bemoeien en dat het zo een internationaal conflict zou worden.’

‘Uiteindelijk zaten er achter dat alles volgens mij alleen maar domme mensen, die geen idee hadden van de gevolgen die hun daden hadden, zoals Slobodan Milosevic (die aan het hoofd stond van Servië van 1989 tot 1997 en president was van de Federale republiek Joegoslavië van 1997 tot 2000, nvdr). Maar op die politieke toestanden wil ik liever niet terugkomen.’

'Andrés Mendoza lag in een deuk toen hij mijn gele haar zag.'
‘Andrés Mendoza lag in een deuk toen hij mijn gele haar zag.’© Belga Image

Je hebt nog altijd je lange blonde haren…

Ceh: ‘Natuurlijk. Ik ben niet veranderd. Nu ja, ik weeg misschien vijf of tien kilo meer… (lacht) Maar dat is het leven. Ook al heeft men lang anders gedacht: de kleur van mijn haar is van nature blond.’

‘Uiteraard heb ik ze soms wel gekleurd, in Brugge bijvoorbeeld. De kapster die onder mij woonde, wist niet goed hoe dat moest. Ik vroeg haar om blond haar en ik ging buiten met geel haar… Dat was net voor een wedstrijd in de Champions League.’

‘Toen mijn ploegmaats me zagen, schoten ze in de lach. Ik weet nog dat Andrés Mendoza zich zo bescheurde dat het gênant werd. De dag erna belde mijn kapster om het recht te zetten, ze had me op tv gezien… (lacht) Wanneer je jong bent, doe je al eens dwaze dingen. We hebben er tenminste pret aan beleefd.’

In 2005 verliet je Brugge en trok je naar Austria Wien. Er deden heel wat geruchten de ronde over die transfer, je vertrek werd gelinkt aan financiële redenen. Wat is daarvan aan?

Ceh: ‘Geld was de reden niet. Er lagen minstens vijf of zes voorstellen op tafel uit Spanje en Duitsland. Ik koos voor Austria Wien om dichter bij huis te zijn en omdat mijn vrouw zwanger was.’

‘Het was de grootste blunder uit mijn carrière om weg te gaan uit Brugge, om mijn huis daar achter te laten. Ik was nog jong, ik dacht dat ik de slimste mens ter wereld was, maar ik had ongelijk: ik had tien jaar in Brugge moeten blijven. Nadien ging het allemaal snel.’

Feeling voor vrijschoppen

Bij Club Brugge kreeg je vooral erkenning vanwege je vrijschoppen. Mogen we spreken van een gave?

Ceh: (blaast) ‘Dat weet ik niet… Mijn enige geschenk is dat ik een goeie linkervoet heb. Toen ik als prof begon bij Maribor, ging ik een uur voor de training al het veld op om te oefenen. Dat deed ik drie of vier keer per week, zonder doelman maar met enkele mikpunten.’

‘Van zodra je op een dag zeventig keer getrapt hebt, gaat het vanzelf. Ieder van ons heeft in zich wel iets dat hij makkelijk kan uitvoeren. Bij mij zijn dat vrije trappen. Maar ik denk dat ik ook andere kwaliteiten had. Anders zou ik ook niet bij Brugge gespeeld hebben.’ (lacht)

Wat is het geheim om met een vrije trap te scoren?

Ceh: ‘Dat kan ik niet uitleggen, dat is een kwestie van feeling. Wanneer ik de bal vastpakte, wist ik waar ik ging trappen, maar niet hoe ik ging trappen of op welke plaats op de bal. Ik deed het gewoon.’

‘Wanneer ik de bal neerlegde, zag ik al het traject dat hij moest volgen om in het doel te belanden. Bijvoorbeeld tussen de tweede en de derde speler in de muur. Je kunt nu misschien wel denken dat ik onzin vertel, maar het is echt een kwestie van gevoel.’

'Wanneer ik de bal neerlegde voor een vrijschop, zag ik al het traject dat hij moest volgen om in het doel te belanden.'
‘Wanneer ik de bal neerlegde voor een vrijschop, zag ik al het traject dat hij moest volgen om in het doel te belanden.’© Belga Image

In 2004 behoorde je tot het kransje genodigden van de Free Kick Master, georganiseerd in Spanje. Welke herinneringen bewaar je daaraan?

Ceh: ‘Dat was een heel mooi evenement, ook al draaide het niet goed uit voor mij. Ik eindigde het toernooi als vierde maar ik had eigenlijk moeten winnen.’

‘Na de poulefase werden er drie groepen gevormd, met een verschillende keeper. Ik had geen geluk, want ik trof Santiago Cañizares, die in topvorm was. Hij stopte twee van mijn vrijschoppen, terwijl ik met één goal meer als eerste zou geëindigd zijn. Zinédine Zidane werd vijfde, David Villa geraakte niet door de poulefase.’

‘Het was een Turk die won (Ugur Yildirim, nvdr), omdat hij van verder had gescoord, wat veel punten opleverde. Hij had niks bijzonders, maar goed…’

Gokaffaire

In april 2011 schreef de Sloveense pers over je betrokkenheid in een zaak van illegale gokpraktijken…

Ceh: (onderbreekt) ‘Onzin. Ik was jong en ik heb met foute mensen gesproken, maar ik ben nooit betrokken geweest bij criminele praktijken. Ik ben een deel van mijn geld kwijtgespeeld, ik heb geleerd uit heel die affaire en ik heb nooit meer gegokt. Sinds een jaar of twee, drie denk ik er zelfs helemaal niet meer aan.’

Er werd geschreven dat je je huis op het spel had gezet.

Ceh: ‘Van al wat er geschreven werd, is misschien vijf of tien procent de waarheid. Ik heb weddenschappen afgesloten zoals vele anderen en omdat ze illegaal waren, kon de inzet wat meer oplopen. Maar ik heb dat achter mij gelaten. Ik heb een normaal leven, ik heb mijn gezin, en mijn huis staat er nog altijd…’

‘Het beste voorbeeld dat het onzin was, is een ochtend dat ik met mijn vrouw in bed lag in Israël (toen hij bij Maccabi Petach Tikwa speelde, nvdr). We keken naar de Sloveense televisie en ze toonden een foto van ons beiden om onze scheiding aan te kondigen… De vrouw die zogezegd van mij zou scheiden, lag naast mij.’

Waarom deed men dat dan, volgens jou?

Ceh: ‘Omdat ik hen geen interview toestond. Ik heb een ervaring gehad met een krant die schreef dat ik tweeënhalf miljoen euro had ingezet op illegale weddenschappen. Ik heb hen gebeld om te zeggen dat ze mijn kloten konden kussen. Ze antwoordden me dat ze verplicht waren om iets te schrijven…’

‘Mijn advocaat heeft me nadien gekalmeerd: ‘Nastja, als je in de stront blijft roeren, begint het nog meer te stinken.’ Ik moest naar de rechtbank komen, maar gewoon om te praten over andere personen die betrokken waren bij die illegale gokpraktijken. Niet over mezelf.’

Jij waagde nochtans graag eens een gokje…

Ceh: ‘Vroeger! Bijna duizend mensen hebben aan die weddenschappen meegedaan, waarvan sommige illegaal waren, maar er werd alleen gesproken over mij en een oud-ploeggenoot (Goran Sukalo, nvdr) omdat wij profvoetballers waren. Ik had het gevoel dat bepaalde media het op ons gemunt hadden, dat bepaalde journalisten schreven wat ze wilden, en dan nog voor een aalmoes. Ze waren bereid om ons af te maken voor twintig euro…’

Nadien heb je niet meer gegokt?

Ceh: ‘Nooit meer.’

'De eerste vraag die ik in Israël kreeg, was:
‘De eerste vraag die ik in Israël kreeg, was: “In welke god geloof je?” Ik antwoordde: “Ik geloof in mezelf.”‘© Belga Image

Na Brugge heb je dus in Oostenrijk gevoetbald en vervolgens in Rusland, Griekenland, Kroatië, Israël, Indonesië en Vietnam. Als je van al die omzwervingen één anekdote zou onthouden, welke zou dat dan zijn?

Ceh: ‘Toen ik op een dag terugkeerde uit Vietnam had ik op de luchthaven een wijnkruik gekocht met daarin een cobra. In de transit van Frankfurt werd ik door zes politiemensen tegengehouden en een tijdje vastgehouden in hun bureau. Naja Naja, de slang in de kruik, was een beschermde soort en mocht absoluut niet verhandeld worden. Voor die agenten was dat nog erger dan drugs.’

‘Ik wist daar niks van en hoe ik me ook verdedigde, ze voorspelden me veel miserie. Op een bepaald moment pakte ik het logo van Bayern München vast dat een van de agenten op zijn bureau had staan. Ik zei hen mijn naam en hij typte die in op Transfermarkt. Dat heeft me gered. Ik heb de kruik afgegeven, een boete van 200 euro betaald en dan heeft de politie me naar het vliegtuig geëscorteerd zodat ik de vlucht niet miste.’

Je zegt dat je je overal kunt aanpassen, welke cultuur of religie er ook dominant is op de plaats waar je neerstrijkt. Ben je zelf gelovig?

Ceh: ‘Ik ben christen, uit gewoonte. De eerste vraag die ik in Israël kreeg, was: ‘In welke god geloof je?’ Ik antwoordde: ‘Ik geloof in mezelf.’ Als ik hard werk, dan kom ik er wel, dat is alles wat ik geloof.’

Emilien Hofman

De enige Sloveen die rood kreeg op een WK

Welke herinnering bewaar je aan het wereldkampioenschap van 2002?

Nastja Ceh: ‘Tijdens mijn carrière heb ik alle toernooien gespeeld behalve het EK van 2000. Ik lag in balans met Anton Zlogar en de keuze viel op hem, hoewel ik net voor de tweede keer op rij tot beste speler van de Sloveense eerste klasse was verkozen. Dus wilde ik op het WK in Japan en Zuid-Korea des te meer tonen wat ik kon. Dat is de reden waarom ik tegen Paraguay een rode kaart gepakt heb.’

‘Ik wilde de bal hebben en ik zag de tegenstander niet aankomen… Ik maaide hem neer. Ik was jong, onervaren en ik kreeg wat ik verdiende. Nu ja, zo ben ik voor altijd de eerste Sloveen die ooit werd uitgesloten op een WK. En tot op heden de enige, maar ik hoop niet de laatste…’ (lacht)

Hoe was de sfeer binnen de Sloveense ploeg tijdens dat WK?

Ceh: ‘Die was goed, het zou moeilijk zijn om het tegendeel te beweren. Maar uiteindelijk zijn er botsingen gekomen… Alles begon toen de coach tegen Spanje Zlatko Zahovic verving (1-3-verlies in de eerste wedstrijd, nvdr).’

‘Ook al weet ik het fijne niet van de hele discussie, ik ken de beide betrokkenen en hun gebreken: het kwam allemaal door hun karakters. Ze hadden slimmer moeten zijn en achter de schermen alles regelen. Maar in de plaats daarvan lieten de spelers hun karakter spreken en zijn er kliekjes gevormd. Uiteindelijk is heel het land erdoor verdeeld geraakt…’

Zahovic had op dat moment veel invloed?

Ceh: ‘Zahovic is nog altijd de topschutter aller tijden van de Sloveense nationale ploeg. Zahovic was een topspeler, dat zegt iedereen. Dat Maribor momenteel nog bestaat, is omdat hij er sportief directeur is. Zijn reactie destijds was niet goed, want er kwam een nationale ruzie uit voort, maar Zahovic is capabel om dingen te presteren waar niemand anders toe in staat is.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content