Stijn Baert

Tips voor voetbalcommentatoren: worden teams beter na een rode kaart?

Stijn Baert Professor arbeidseconomie aan de Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen

Er gaat geen dag op het EK voorbij zonder discussie over al dan niet uitgedeelde rode kaarten. Die worden immers gezien als belangrijke gamechangers. Maar is dat wel zo? Vormen ze echt een belangrijk nadeel voor het team dat een speler uitgesloten ziet? Of klopt de mythe dat het met 10 beter gaat dan met elf? Professor Stijn Baert licht de wetenschappelijke evidentie toe.

Dat er weinig aan is van de gekende voetbalmythes dat Duitse ploegen vaak op het einde het verschil maken en dat er geen beter moment is om te scoren dan net voor de rust, dat kon u hier al lezen. Maar wat met de mythe dat teams het vaak beter doen na een uitsluiting, beter met 10 dan met 11 dus?

Het is op zich een moeilijke oefening om dit wetenschappelijk te onderzoeken omdat een rode kaart geen ’toevallige’ gebeurtenis is. Dat wil zeggen: teams die een rode kaart krijgen, kunnen al even in een slechte flow zitten tijdens de wedstrijd. Wanneer je dan simpelweg de kans op een doelpunt voor of tegen vergelijkt in de situatie met en zonder rode kaart, dan pik je mogelijk gewoon het effect van die slechte flow op.

Toch waagden een tiental wetenschappelijke studies zich aan deze onderzoeksvraag. Via gesofisticeerde statistische methoden corrigeerden ze voor de dynamieken in de wedstrijd voorafgaand aan de rode kaart.

WK-data

Aangezien momenteel naar verluidt een Europees Kampioenschap voetbal bij de heren plaatsvindt, lijkt het aangewezen te focussen op studies die data van landenkampioenschappen gebruiken. Zo is er in het bijzonder het onderzoek van Jakub Cervený, Jan van Ours en Martin van Tuijl, die WK-data gebruikten.

Hun resultaten liggen echter in lijn van wat andere studies vonden, namelijk dat een rode kaart typisch echt wel slecht nieuws is voor het team dat een speler uitgesloten ziet worden.

De bevindingen in de studie van Jakub Cervený en zijn collega’s met een eenvoudigere achternaam zijn overtuigend. Tijdens de geanalyseerde WK-wedstrijden was er sprake van meer dan een verdubbeling (+124%) van de kans om een doelpunt te scoren nadat de tegenstander een rode kaart kreeg. Omgekeerd halveerde de kans om een doelpunt te scoren voor teams die een rode kaart kregen bijna (-47%).

Gemiddelden

Het gaat hierbij natuurlijk over gemiddelden. En we weten: in een rivier die gemiddeld 1 meter diep is, kun je toch nog behoorlijk verdrinken.

Wat opvalt in de verschillende onderzoeken, is dat een rode kaart voor een team beter laat dan vroeg valt. Dat wil zeggen: ze is minder schadelijk voor het scoreverloop van dit team dan. Een late rode kaart voor een team kan aanzetten tot hogere wilskracht, grotere inspanningen, een betere teamgeest en meer concentratie.

(De knal die u niet hoorde, komt vermoedelijk omdat u vond dat met deze laatste bevinding een gigantische open deur werd ingetrapt, maar dan moet u weten dat we als wetenschappers in de gedragswetenschappen voortdurend dingen bewijzen waarvan burgers ons nadien komen zeggen dat ze al overtuigd waren van de uitkomst voordien.)

Uit en thuis

Wat mogelijk meer tot de verbeelding spreekt, maar minder relevant is in de context van een EK, is dat in clubcompetities er een groot verschil lijkt te zijn tussen een rode kaart voor een thuisteam en een rode kaart voor een uitteam.

Zo vonden we zelf in studiewerk op data van de UEFA Champions League en Europa League dat thuisspelende teams ook in deze competities het minder goed doen nadat ze een rode kaart ontvangen (kans dat ze wedstrijd winnen daalt met 19 procentpunt), maar dat dit niet het geval is voor uitteams.

Dit kan verklaard worden doordat thuisteams vaak voor een complexere opdracht staan dan uitteams. Deels door de verwachtingen van het thuispubliek wordt van hen vaak niet alleen een goed eindresultaat verwacht, maar ook een aanvallender speelstijl. Zich aanpassen aan de uitsluiting zou lastiger zijn gegeven die meer complexe taak.

Conclusie

Maar globaal blijft de conclusie dus dat een rode kaart tegenkrijgen veel vaker slecht dan goed nieuws is voor een team. We kunnen dus met een gerust hart blijven sakkeren op vermeende scheidsrechterlijke dwalingen bij het uitdelen van een rode kaart.

Dit gezegd zijnde, mochten de Rode Duivels desalniettemin van oordeel zijn dat ze het toch met een man minder kunnen doen, dan stel ik voor dat ze Leandro Trossard – mijn op één na favoriete man – laten gaan. Mijn adresgegevens, voor tijdelijk onderdak, zijn beschikbaar bij de redactie.

Stijn Baert is economieprofessor aan de UGent. Hij leidde verschillende voetbaleconomische studies.

Twitter / Instagram

Lees ook:

Is net voor de rust echt het beste moment om te scoren?

Winnen de Duitsers echt altijd op het einde?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content